- 7 -
1. Starttoets indrukken en ingedrukt houden.
2. Programmakiezer rechtsom tot aan het eerste
programma draaien. Wanneer de lampjes van
de starttoets en einde programma beginnen te
knipperen, de starttoets loslaten.
- Het aantal knipperende lichtjes van einde
programma komt overeen met de ingestelde
hardheidsstand.
- Na een paar seconden pauze zijn de knipperende
lichtjes nog een paar maal te zien.
3. Elke keer dat u de starttoets indrukt gaat de
hardheidsstand 1 stap omhoog.
Na hardheidsstand 10 komt hardheidsstand 1.
4. Nadat het hardheidsstand juist is ingesteld, de
programmakiezer op de uit-stand draaien. Het
hardheidsstand is dan opgeslagen.
Als u stand 1 hebt gekozen, gaat het indicatie-
lampje voor zout bijvullen niet branden.
Waterontharder instellen
Om kalkafzetting op het servies en in de afwasautomaat te
vermijden, moet het servies met zacht, d.w.z. kalkarm water
worden afgewassen. Daarom heeft de afwasautomaat een
waterontharder, waarin leidingwater vanaf een hardheid van
4°d (duitse graden) met behulp van speciaal zout onthard
wordt.
Waterontharder volgens de tabel instellen op de stand, die
overeenkomt met de waterhardheid in uw woonplaats.
Informatie over de waterhardheid in uw woon-
plaats kunt u opvragen bij het
waterleidingbedrijf.
De waterontharder kan op 10 standen worden
ingesteld.
Voor het instellen moet de afwasautomaat uitgeschakeld zijn en moeten alle programma´s klaar zijn.
Zie hoofdstuk ”Gebruik van het apparaat” hoe een programma beëindigd kan worden.
Waterhardheidsniveau
°d
1)
mmol/l
2)
Instellen op
stand
Aantal knipperende
lichtjes
> 24 > 4,2
22 - 24 3,9 - 4,2
20 - 22 3,6 - 3,9
18 - 20 3,2 - 3,6
16 - 18 2,8 - 3,2
13 - 16 2,3 - 2,8
10 - 13 1,8 - 2,3
7 - 10 1,2 - 1,8
4 - 7 0,7 - 1,2
beneden 4 beneden 0,7
10
9
8
7
6
5 *
4
3
2
1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
geen zout nodig
1) duitse graden, maat voor de waterhardheid
2) millimol, internationale eenheid van waterhardheid
*) in de fabriek ingestelde stand