32
Omkeren deurdraairichting
Neem, voor het uitvoeren van de handelingen, de
steker van het apparaat uit de wandcontactdoos.
Voor het wijzigen van de deurdraairichting als volgt te
werk gaan:
1. Draai het bovenscharnier (1) los en ondersteun de
deur zodat hij niet valt;
2. draai het onderscharnier (2) los;
3. de doppen (3) uit de gaten (F) verwijderen en in de
gaten (F
1
) aan de tegenovergestelde kant steken.
4. het bovenscharnier (1) aan de onderkant van de
tegenovergestelde zijde monteren (positie A);
5. de deur op de scharnierpin (1) plaatsen in positie
(A).
6. de pin van het gedemonteerde onderscharnier (2)
steken in het bovengat (G) van de deur en
vervolgens het scharnier bovenaan bevestigen in
positie (B).
Inbouwaanwijzingen
De afmetingen van de nis moeten overeenkomen met
de afmetingen uit de tekening.
Het apparaat kan tussen twee kasten geplaatst
worden of als eindmeubel.
1. Het zijpaneel aan de achterkant bevestigen met de
bijgeleverde beugeltjes.
2. Schuif het apparaat in de nis met de zijkant waar
de deur opent, tegen de wand van de nis.
Bevestig het apparaat aan het werkblad of aan de
niswand. Breng het afdichtprofiel tussen nis en
apparaat aan.
SUPER.
INFER.
SUPER.
INFER.
POVEN ONDER
3. Het apparaat is voorzien van verstelbare voeten; u
brengt het apparaat op de gewenste hoogte
(max. 870 mm.) door de voeten in de vier
onderhoeken te verstellen.