23
Montage-instructies:
Zorg ervoor dat de voorhanden zijnde
netspanning overeenkomt met de netspanning
die op het gegevensbordje aangegeven is.
Beveilig het toestel apart.
Laat de elektrische installatie over aan een
professioneel bedrijf.
Laat de koeltechnische installatie over aan uw
servicepartner, indien u dit zelf niet aandurft.
Een verkeerde montage kan tot schade aan
personen en voorwerpen leiden.
Draag tijdens de montage gehoor- en
gezichtsbescherming en werkhandschoenen.
Opmerking bij de elektrische aansluiting!
De elektrische aansluiting mag enkel gebeuren door
de bevoegde elektriciteitsleverancier. Kies een
voldoende gemiddelde voor de aanvoer. De
gele/groene ader mag enkel als ondersteuning
gebruikt worden en in geen geval als
spanningsleider. Bij een vaste elektrische aansluiting
van het toestel moet deze via een scheiding van
minstens 3 mm open ruimte (vb. LS-schakelaar) van
het net te scheiden zijn. Zorg eerst voor de
verbinding tussen het toestel binnen en het toestel
buiten en zorg dan voor aansluiting op het net. Zorg
ervoor dat de hele installatie spanningsvrij is. Zorg
ervoor dat de installatie niet per ongeluk zichzelf kan
inschakelen.
1. Keuze plaats van montage
Toestel binnen
1. De openingen waar de lucht binnen komt en
buiten gaat mogen niet bedekt zijn, zodat de
lucht in de hele kamer verspreid kan worden.
2. Monteer het toestel binnen zo dat er slechts een
korte afstand is door de muur tussen het toestel
binnen en buiten.
3. Let erop dat de drainagebuis geen buigingen
vertoont en zonder stijging naar buiten gelegd
kan worden.
4. Vermijd het plaatsen naast een warmtebron,
hoge luchtvochtigheid of ontvlambaar gas.
5. Kies een plaats die stabiel genoeg is voor de
montage, zodat het toestel niet aan trillingen
blootgesteld wordt.
6. Zorg ervoor dat de montage ordelijk en netjes
uitgevoerd wordt.
7. Zorg ervoor dat er voldoende plaats is voor
latere herstellings- en servicewerkzaamheden.
8. Het toestel moet minstens 1 m van elektrische
toestellen en installaties verwijderd zijn, vb. TV,
radio, computer, enz.
9. Kies een plaats waar het toestel makkelijk te
bereiken is, om een filter schoon te maken of te
vervangen.
Toestel buiten
1. Kies een plaats waar de buren niet gestoord
worden door geluiden of naar buiten geblazen
lucht.
2. Kies een plaats waar zeker voldoende
luchttoevoer aanwezig is.
3. De openingen waar de lucht binnen komt en
buiten gaat mogen niet afgedekt zijn.
4. De plaats moet voldoende stabiel zijn voor
montage en trillingen.
5. Er mag geen gevaar bestaan wegens brandbaar
gas of vrijkomend gas door corrosie.
6. Zorg ervoor dat de installatie volgens de
voorschriften geplaatst wordt.
Let op:
Volgende punten kunnen tot storingen leiden.
Neem contact op met uw servicepartner, zodat er
zich later geen storingen voordoen.
Volgende montageplaatsen moeten worden
vermeden
Een plaats waar olie (machineolie) opgeslagen
wordt.
Een plaats met een hoog zoutgehalte.
Een plaats met zwavelbronnen, bv. zones met
kuurbaden.
Een plaats waar radiozenders en
versterkingsantennes, lastoestellen of medische
toestellen gebruikt worden.
Een plaats waar het toestel buiten direct
blootgesteld wordt aan zonlicht. In dit geval dient
u voor schaduw te zorgen. Deze schaduw mag
ook de luchtstroom niet hinderen.
Een plaats in de buurt van warmte- en
dampbronnen.
Een plaats met sterke stofontwikkeling.
Een plaats waar openbaar verkeer is.
Een plaats met andere abnormale
omstandigheden.
Let op!
De richting van de uitgeblazen lucht moet met de
hoofdwindrichting overeenkomen.
De installatie mag niet op plaatsen met
agressieve lucht werken.
De minimumafstanden moeten in acht genomen
worden (zie Belangrijke montageaanwijzingen).
Het toestel binnen en het toestel buiten mogen