WAARSCHUWING: OM VERWONDINGEN TE
VOORKOMEN DIE ZOUDEN KUNNEN WORDEN
VEROORZAAKT ALS DE ZAAG PER ONGELUK
WORDT GESTART, ALTIJD DE SCHAKELAAR
NAAR DE STAND ”0” BRENGEN EN DE
NETSTEKKER UIT HET STOPCONTACT
TREKKEN ALVORENS HET ZAAGBLAD TE
VERWIJDEREN OF TE VERVANGEN.
2. Om inwendige sneden in een plaat uit te voeren:
zaagblad verwijderen zoals beschreven in
hoofdstuk 5.3.2.
3. Een gat in de desbetreffende plaat boren.
4. De plaat met het gat over het toegangsgat op de
zaagtafel plaatsen.
5. Het zaagblad door het gat in de plaat installeren
en de bladspanning afstellen.
6. Aan het einde van de inwendige snede het
zaagblad verwijderen van de bladhouders (zoals
beschreven in hoofdstuk 5.3.2) en de plaat van
de tafel nemen.
6.5 Gebruik LED-licht
Schakel de machine in zoals beschreven onder
punt 6.2.
Het LED-licht (7) kan dan met de schakelaar (4)
worden in- en uitgeschakeld.
6.6 Gebruik laser
Schakel de machine in zoals beschreven onder
punt 6.2.
De laser (21) kan dan met de schakelaar (5)
worden in- en uitgeschakeld.
Ontgrendel de zaagbladafdekking (11) zoals
beschreven onder punt 5.3.1. Klap de
zaagbladafdekking naar achteren.
Met behulp van de laserjusteerschroef (22) kan u
de op het werkstuk geprojecteerde laserlijn (21)
bijregelen. Draai te dien einde de
laserjusteerschroef (22) los en stel de laser (21)
overeenkomstig in. Haal vervolgens de
laserjusteerschroef (22) terug aan.
Let op! Stel de laserlijn uitsluitend met de
laserjusteerschroef (22) in, niet op de laser zelf!
Lichamelijk gevaar door draaiend zaagblad!
6.7 Zaagblad bewaren (fig. 6)
Zaagbladen die u niet nodig hebt kan u in het
zaagbladopbergvak (13) bewaren. Open en sluit
het zaagbladopbergvak (13) zoals getoond in fig.
6.
7. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
7.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolborstels
door een bekwame elektricien nazien.
Let op! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
7.4 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
7.5 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
8. Afvalbeheer en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking is
een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan de
grondstofkringloop terug worden ingebracht.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse
materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoet u
zich van defecte onderdelen op de inzamelplaats
waar u gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven.
Informeer u in uw speciaalzaak of bij uw
gemeentebestuur!
22
NL