29
NL
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745.
Handgrepen
Trillingsemissiewaarde a
h
= 5,739 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
ƽ Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische gereedschap
veranderen en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
5.1 Montage afzuigstomp (fig. 2, pos. 1)
ƽ Let op! Om gezondheidsredenen is het
absoluut noodzakelijk een stofafzuiging te
gebruiken.
Sluit uw bovenfrees met de stofzuigstomp (1)
aan op een stofzuiger of op een
stofafvoerinrichting. U bereikt zodoende een
optimale afzuiging van het stof dat aan het
werkstuk vrijkomt. De voordelen: U spaart zowel
het gereedschap als uw eigen gezondheid. Uw
werkplaats blijft bovendien properder en veiliger.
Bij het werk vrijkomend stof kan gevaarlijk zijn.
Neem hieromtrent het hoofdstuk
veiligheidsinstructies in acht.
De voor het afzuigen gebruikte stofzuiger moet
geschikt zijn voor het bewerkte materiaal.
Gebruik een speciale stofzuiger indien u met
materialen omgaat die erg gevaarlijk zijn voor de
gezondheid.
De beide plastic schalen (1A en 1B)
samendrukken zoals getoond in de figuur.
Afzuigstomp (1) met de beide verzonken
schroeven (f) vastschroeven op de freesschoen
(2).
De afzuigstomp kan op afzuigapparaten
(stofzuiger) met zuigslang worden aangesloten.
De binnendiameter van de afzuigstomp bedraagt
36 mm. Maak nu een gepaste grote afzuigslang
vast op de afzuigstomp.
5.2 Montage van de beschermkap (fig. 3, pos. 13)
Breng de beschermkap (13) aan zoals voorgesteld in
fig. 3.
5.3 Montage parallelaanslag (fig. 4, pos. 21)
Geleidingsassen (a) van de parallelaanslag (21)
de gaten (b) van de freesschoen (2) in schuiven.
Parallelaanslag (21) op de gewenste maat
afstellen en vastklemmen met de
vleugelschroeven (3).
5.4 Montage passerpunt (fig. 5, pos. 24)
Met de passerpunt (24) kunt u cirkelronde
gebieden frezen.
Schroef de passerpunt (24) op de
parallelaanslag vast zoals getoond in fig. (21).
Monteer dan de parallelaanslag (21) met de
passerpunt (24) op de bovenfrees. De montage
gebeurt zoals beschreven in punt 5.3, de
parallelaanslag (21) wordt echter met 180°
gedraaid gemonteerd zodat de passerpunt (24)
omlaag wijst (fig. 5).
Stel de gewenste straal in tussen de passerpunt
(24) en de frees.
Plaats de passerpunt (24) in het midden van de
te frezen cirkel.
5.5 Montage geleidingsbus (fig. 6-7, pos. 25)
Geleidingsbus (25) met de beide verzonken
schroeven (f) vastschroeven op de freesschoen
(2).
De geleidingsbus (25) wordt met de aanloopring
(b) langs het sjabloon (c) geleid.
Het werkstuk (d) dient met het verschil
“buitenkant aanloopring” en “buitenkant frees” (e)
groter te zijn teneinde een exacte kopie te
verkrijgen.