5. Technische gegevens:
MR 715/2
Nominale spanning: 220-240 V ~ 50 Hz
Verwarmingsvermogen: 1500 W (600 W / 900 W)
Thermostaatregelaar: traploos instelbaar
Verwarmingsribben: 7
Bescherming klasse: I
MR 920/2
Nominale spanning: 220-240 V ~ 50 Hz
Verwarmingsvermogen: 2000 W (800 W / 1200 W)
Thermostaatregelaar: traploos instelbaar
Verwarmingsribben: 9
Bescherming klasse: I
MR 1125/2
Nominale spanning: 220-240 V ~ 50 Hz
Verwarmingsvermogen: 2500 W (1000 W / 1500 W)
Thermostaatregelaar: traploos instelbaar
Verwarmingsribben: 11
Bescherming klasse: I
6. Vóór inbedrijfstelling
Let op! Vóór inbedrijfstelling controleren of de
voorhanden zijnde spanning overeenkomt met de
spanning vermeld op het kenplaatje.
Neem de veiligheidsinstructies vermeld onder punt 1
in acht.
6.1 Montage van de loopwieltjes (fig. 2-4)
Let op! Om beschadigingen te voorkomen het
verwarmingstoestel met de onderkant naar boven op
een zachte onderlaag (b.v. tapijt) plaatsen.
n Telkens 2 wieltjes (6) op de houder (A) steken en
vastschroeven met de dopmoer (B).
n Bevestigingsbeugel (C) onder het radiatorelement
schuiven en de loopwieldrager vastschroeven met
de vleugelmoeren (D). Ga op dezelfde manier te
werk bij de laatste ribtussenruimte.
7. Bediening
Als het apparaat kantelt of omvalt, dan onderbreekt
een in het apparaat ingebouwde
veiligheidsschakelaar de stroomtoevoer. Zodra het
apparaat wordt opgericht wordt de stroomtoevoer
weer hersteld.
Bij de eerste inbedrijfstelling of na langdurig
nietgebruik is kortstondige reukvorming mogelijk. Dit
is geen anomalie.
7.1. Functieschakelaar (fig. 5 / pos. 3)
n laag verwarmingsvermogen – schakelaar op
positie “I”
n middelgroot verwarmingsvermogen – schakelaar
op positie “II”
n groot verwarmingsvermogen – schakelaar op
positie “I+II”
Het mogelijke thermische vermogen vindt u in de
technische gegevens onder punt 5!
Aanwijzing:
Om bij hoogste verwarmingsvermogen een te hoge
temperatuur van de verwarmingsribben te vermijden
schakelt de verwarming om veiligheidsredenen bij
een bepaalde temperatuur van de
verwarmingsribben uit. Zodra de verwarmingsribben
tot een bepaalde temperatuur zijn afgekoeld,
schakelt de verwarming weer in en begint de cyclus
opnieuw. Dit is geen fout van het apparaat.
7.2 Thermostaatregelaar/kamertem-
peratuurregelaar (fig. 5/pos. 4):
Aanwijzing: De thermostaatregelaar functioneert na
een transport pas correct als het apparaat de
omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
Schakel het gewenste verwarmingsvermogen in
d.m.v. de twee functieschakelaars. Draai de regelaar
op “MAX” tot de gewenste kamertemperatuur bereikt
is. Draai dan de regelaar terug tot duidelijk een
klikken te horen is. De thermostaatregelaar schakelt
het verwarmingstoestel automatisch in en uit en
zorgt voor een nagenoeg constante
kamertemperatuur. Dit veronderstelt dat het
verwarmingstoestel beschikt over een voldoend
thermisch vermogen voor de te verwarmen ruimte.
22
NL