16
Rekenvoorbeeld :
Verbruiker : 12V / 50 W
De opgenomen stroom bedraagt :
50 W / 12 V = 4,17 A
¼ De bijgeleverde sigarettenaanstekerkabel kan
worden gebruikt om een gepaste verbruiker aan
te sluiten.
¼ Om de 12 V uitgang te gebruiken verwijdert u de
beschermkap en sluit u uw verbruiker aan.
6. Bedrijfstijden voor mogelijke
verbruikers
Hieronder zijn typische 12 V verbruikers opgesomd.
De werkelijke bedrijfsduur is afhankelijk van het
effectieve verbruik in watt van het toestel alsook van
de laadtoestand van de batterij.
Verbruiker Effectief verbruik Vermoedelijke
ononderbroken
bedrijfsduur
Halogeenlamp
(HL 12-55,
Artikelnr. 10.955.00)
4,5 A 4 uur
Autocompressor 7 A 2,5 uur
Televisie met
satellietontvanger 4 A 4,5 uur
Koelbox 4 A 4,5 uur
12 V
dompelpomp 4,5 A 4 uur
Let op spannings- en stroomwaarden van de te
voeden toestellen om het energiestation niet te
overbelasten.
Een overbelasting kan leiden tot vernietiging van
het toestel.
7. Bedienen van de lamp
Om de lamp in te schakelen gaat u als volgt te
werk:
¼ De lamp (fig. 1, pos. 6) wordt met behulp van de
schakelaar (fig. 1, pos. 7) in- of uitgeschakeld.
8. Starthulpfunctie voor het
motorrijtuig
¼ De laadkabels met de pooltangen bevinden zich
aan de achterkant van het toestel.
¼ Als u de laadkabels niet nodig hebt, neem ze dan
niet uit het toestel.
¼ Let op ! Gevaar voor kortsluiting bij het raken van
de poltangen
¼ De starthulpfunctie van het energiestation kan
enkel bij gedeeltelijk ontladen batterij van het
motorrijtuig worden gebruikt. Dit betekent dat u
enkel een beperkte capaciteit in de batterij van
het motorrijtuig kunt inbrengen.
¼ Voor het starten bij volledig ontladen batterij
is het energiestation niet geschikt.
De starthulpinrichting van het energiestation biedt
een welkome hulp in geval van startmoeilijkheden op
grond van onvoldoende capaciteit in de batterij van
het voertuig.
Wij wijzen erop dat de voertuigen in
standaarduitvoering reeds voorzien zijn van talrijke
elektronische componenten (zoals. b.v. ABS, ASR,
injectiepomp, boordcomputer en autotelefoon). De
verhoogde startspanning en zich voordoende
piekspanningen kunnen tijdens het starten eventueel
leiden tot defecten in de elektronische componenten.
Gevolgschade veroorzaakt door hulp bij het starten
kan niet door productaansprakelijkheid worden
gedekt. Gelieve de instructies in de handleidingen
voor auto, radio, autotelefoon enz. in acht te nemen.
Let op ! Enkel bij volledig geladen energiestation met
volle capaciteit kunt u voor 5 seconden een stroom
van 600 A ontnemen.
Gebruik van het energiestation als hulp bij het
starten:
1. Verbindt de rode kabel (+) van het energiestation
met de PLUS-pool (+) van de autobatterij.
2. Verbindt de zwarte kabel (-) van het
energiestation met de massa van het voertuig,
b.v. op de massastrip op een andere blote plaats
op de motorblok, de kabel zo ver mogelijk weg
van de batterij aansluiten om het ontsteken van
mogelijk vrijkomend knalgas te voorkomen.
3. Breng voor hulp bij het starten de schakelaar (fig.
1, pos. 1) naar de stand „ON“.
4. Contact inschakelen, ca. 2 min. wachten. NIET
STARTEN !
5. U kunt nu proberen de motor bij aangesloten
NL