23
NL
5.2 Diepteaanslag (fig. 3, pos. 7)
De diepteaanslag (7) wordt door de vastzetschroef
(a) op de extra handgreep (6) vastgehouden dankzij
een kleminrichting.
Draai de vastzetschroef (a) los en zet er de
diepteaanslag (7) in.
Breng de diepteaanslag (7) op het zelfde niveau
t.o.v. de boor.
Trek de diepteaanslag (7) met de gewenste
boordiepte terug.
Haal de vastzetschroef (a) terug aan.
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (7) het
werkstuk raakt.
5.3 Gereedschap inzetten (fig. 4)
Gereedschap vóór het inzetten schoonmaken en
lichtjes invetten met boorvet.
Vergrendelhuls (2) terugtrekken en vasthouden.
Stofvrij gereedschap al draaiend de
gereedschapshouder in tot tegen de aanslag
schuiven. Het gereedschap wordt automatisch
vergrendeld.
Vergrendeling controleren door aan het
gereedschap te trekken.
5.4 Gereedschap verwijderen (fig. 5)
Vergrendelhuls (2) terugtrekken, vasthouden en
gereedschap uitnemen.
5.5 Stofopnamekap (fig. 6)
Voor werkzaamheden met de boorhamer direct
boven uw hoofd schuift u de stofopnamekap (a) over
de boor.
6. Ingebruikneming
Let op!
Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen
mag de machine alleen aan de beide handgrepen
(6/8) worden vastgehouden! Zo niet kan bij het
aanboren van kabels een elektrische schok dreigen!
6.1 In-/uitschakelen (fig. 1)
Inschakelen:
bedrijfsschakelaar (4) indrukken
Uitschakelen:
bedrijfsschakelaar (4) loslaten.
6.2 Klopfunctie stop (fig. 7)
Voor het zacht aanboren is de boorhamer voorzien
van een schakelaar voor het uitschakelen van de
klopfunctie.
Draaischakelaar voor klopfunctie stop (5) naar
positie (B) draaien om de klopfunctie uit te
schakelen.
Om de klopfunctie terug in te schakelen dient u
de schakelhefboom voor klopfunctie stop (5)
opnieuw terug naar positie (A) te draaien.
6.3 Draaistop (fig. 8/9)
Voor werkzaamheden met de beitel kan de
draaifunctie van de boorhamer worden
uitgeschakeld.
Daarvoor de knop (C) op de draaischakelaar (3)
indrukken en tegelijkertijd de draaischakelaar (3)
naar de positie (A) draaien (zie fig. 8).
Om de draaifunctie terug in te schakelen dient de
knop (C) op de draaischakelaar (3) te worden
ingedrukt en tegelijkertijd de draaischakelaar (3)
naar de positie (B) te worden gedraaid (zie fig.
9).
Let op!
Er wordt op gewezen dat de boorhamer niet kan
werken met tegelijkertijd ingeschakelde klop- en
draaistop.
Let op!
Voor het hamerboren is er slechts een geringe
aandrukkracht nodig. Door een te hoge
aandrukkracht wordt de motor onnodig belast. Boor
regelmatig controleren. Een botte boor bijslijpen of
vervangen.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.