26
Let op! De generator is voorzien van een
beveiliging tegen overbelasting.
Die schakelt het stopcontact (6) uit. Het stopcontact
(6) kan opnieuw in gebruik worden genomen door op
de knop (3) van de beveiliging tegen overbelasting te
drukken.
Let op! Mocht dit geval zich voordoen, verminder
dan het elektrische vermogen dat u aan de
generator onttrekt of verwijder aangesloten
defecte toestellen.
7. Reiniging, onderhoud, opbergen en
bestellen van wisselstukken
Zet vóór alle reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden de motor af en trek de
bougiesleutel van de bougie af.
Let op: Zet het toestel meteen af en wendt u zich
tot uw servicestation:
앬 als er zich ongewone trillingen of geluiden
voordoen,
앬 als de motor blijkbaar overbelast is of als u het
overslaan van de ontsteking vaststelt,
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
7.2 Luchtfilter (fig. 5/6)
De luchtfilter moet om de 30 bedrijfsuren worden
gereinigd.
앬 Verwijder het deksel van de luchtfilter (fig. 5)
앬 Verwijder het filterelement (fig. 6)
앬 Reinig het filterelement met zeepsop, spoel het
vervolgens met helder water door en laat het
goed drogen voordat u het opnieuw installeert.
앬 De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.3. Bougie (fig. 7)
Controleer de bougie voor het eerst na 10
bedrijfsuren op vervuiling en reinig hem, indien
nodig, m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de
bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
앬 Trek de bougiestekker met een draaiende bewe
ging eraf.
앬 Verwijder de bougie met behulp van de
bijgaande bougiesleutel.
앬 De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.4 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
7.5 Opbergen
Let op! Een fout bij het naleven van deze stappen
kan leiden tot vorming van aankoekingen aan de
binnenwand van de carburator zodat de motor
mogelijk moeilijker start of een permanente schade
aan de motor wordt berokkend.
1. Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit.
2. Laat de brandstof uit de tank af (gebruik
daarvoor een in de bouwmarkt verkrijgbaar
plastic hevelpompje voor benzine).
3. Na het aflaten van de brandstof start u de motor.
4. Laat de motor stationair draaien tot hij stopt.
Daardoor wordt de carburator van de resterende
brandstof ontdaan.
5. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
6. Verwijder de bougie (zie punt 7.3).
7. Giet een koffielepel tweetaktmotorolie de
verbrandingskamer in. Trek enkele keren
voorzichtig de starterkoord eruit teneinde de
binnenste onderdelen met de olie te
bevochtigen. Draai de bougie er terug in.
8. Maak de behuizing van de motor aan de
buitenkant schoon.
9. Berg het gereedschap op een koude droge
plaats buiten het bereik van ontstekingsbronnen
en van brandbare stoffen.
Meststoffen en andere chemische tuinproducten
bevatten vaak stoffen die het corroderen van metaal
bespoedigen. Berg het gereedschap niet boven op of
in de buurt van meststoffen of andere chemicaliën.
Heringebruikneming
1. Verwijder de bougie.
2. Haal de starterkoord meermaals door om de
verbrandingskamer van resterende olie te
ontdoen.
3. Maak de contacten van de bougie schoon of
draai er een nieuwe bougie in.
4. Vul de tank.
NL