Bij gebruik in gesloten vertrekken emissie van
houtstof, die schadelijk is voor de gezondheid.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
5. Technische gegevens
Wisselstroommotor 230 V ~ 50 Hz
Vermogen 1200 Watt
Bedrijfsmodus S1
Stationair toerental n
0
5000 t/min
Hardmetaalzaagblad ø 210 x ø 30 x ^2,5 mm
Aantal tanden 24
Gewicht 8,8 kg
Draaigebied -45° / 0° / +45°
Versteksnede 0° tot 45° naar links
Zaagbreedte bij 90° max. 120 mm x 60 mm
Zaagbreedte bij 45° max. 80 mm x 65 mm
Zaagbreedte bij 2 x 45°
(dubbele versteksneden) max. 80 mm x 35 mm
Geluidsemissiewaarden
Het geluid van deze zaag wordt gemeten volgens
DIN EN ISO 3744; 11/95, E DIN EN 31201; 6/93,
ISO 7960 bijlage A; 2/95. Het toestel kan aan de
werkplaats 85 dB (A) overschrijden. In dit geval
zijn geluidswerende maatregelen voor de
gebruiker noodzakelijk (gehoorbeschermer
dragen).
Gebruik Onbelast draaien
Geluidsdrukniveau L
pA
104,4 dB(A) 94,2 dB(A)
Geluidsvermogen L
WA
111,4 dB(A) 107,2 dB(A)
”De waarden vermeld in de tabel zijn emissie-
waarden en moeten daarmee niet meteen veilige
bedieningsplaatswaarden voorstellen. Hoewel er een
correlatie bestaat tussen emissie- en immisiepeilen,
kan er niet zeker uit worden afgeleid of al dan niet
bijkomende voorzorgsmaatregelen vereist zijn.
Factoren die het aan de bedieningsplaats
voorhanden zijnde immissiepeil kunnen beïnvloeden,
bevatten de duur van de inwerkingen, het
karakteristieke van de werkruimte, andere
geluidsbronnen etc., b. v. het aantal machines en
andere nabije werkzaamheden. De betrouwbare
bedieningsplaatswaarden kunnen eveneens van
land tot land verschillen.
Deze toelichting dient om de gebruiker in staat de
stellen het in gevaar brengen en het risico beter te
kunnen beoordelen”.
6. Vóór ingebruikneming
De machine moet worden opgesteld zodat ze
stevig staat, dwz. ze moet op een werkbank , op
een universeel onderstel of dgl. worden
vastgeschroefd.
Vóór ingebruikneming moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen
letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
Voordat U de in-/uitschakelaar indrukt dient U
zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en beweegbare
onderdelen gemakkelijk draaien.
Controleer vóór het aansluiten van de machine
of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
6.1 Zaag opbouwen: (Fig. 12)
De bijkomende standbeugel (32) aan de
achterkant van de machine vastschroeven!
6.2 Zaag instellen (fig. 1/2)
Om de draaitafel (8) anders af te stellen de
vastzetgreep (10) met ca. 2 slagen losdraaien
teneinde de draaitafel (8) te ontgrendelen.
De draaitafel (8) heeft grendelstanden bij 0°, 15°,
22,5°, 30° en 45°. Zodra de draaitafel (8) is
vastgeklikt moet de stand door vastdraaien van
de vastzetgreep (10) extra worden gefixeerd.
Indien andere schuine standen gewenst zijn
moet de draaitafel (8) alleen via de vastzetgreep
(10) worden gefixeerd.
De zaag wordt in de onderste werkstand
ontgrendeld door de kop (4) van de machine
lichtjes omlaag te drukken en tegelijk de
borgbout (16) de motorhouder uit te trekken.
Kop (4) van de machine omhoogzwenken.
De machinekop (4) kan door het losdraaien van
de vastzetschroef (12) naar links op max.
NL
22