Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 60745.
Geluidsdrukniveau L
pA
71,8 dB (A)
Onzekerheid K
pA
3 dB
Geluidsvermogen L
WA
82,8 dB (A)
Onzekerheid K
WA
3 dB
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden bepaald volgens EN 60745.
Trillingsemissiewaarde a
h
≤ 2,5 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
ƽ Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische gereedschap
veranderen en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
6. Vóór inbedrijfstelling
6.1. Ontnemen van de accessoires (fig. 4)
Voordat u de accessoires kunt ontnemen dient u de
beide transportbeveiligingen te verwijderen. Trek te
dien einde telkens de transportbeveiliging (a) uit de
geleiding. Kantel daarna de accessoirehouders (b)
naar voren.
6.2 Inzetten van de diverse gereedschappen
(fig. 3)
ƽ De aandrijfeenheid uitschakelen en de netstekker
uit het stopcontact verwijderen alvorens de
gereedschappen in te zetten (en telkens voordat u
van gereedschap verwisselt).
1. Druk de arrêteerbout (4) in en draai de
spantanghouder tot de bout vastklikt.
2. Draai dan de spantanghoudermoer (3) los.
3. Het gewenste gereedschap de spanhuls in zetten
tot tegen de aanslag en de spantanghoudermoer
(3) aanhalen.
6.3. Montage van de flexibele as (fig. 3 / 5)
Schroef de afdekking (5) vooraan aan het
gereedschap af.
Draai dan de spantanghoudermoer (3) los.
Steek de binnenste as (a) van de flexibele as de
spantanghouder (3) in.
Haal de spantanghoudermoer (3) aan.
Schroef dan de ring (b) op de multislijper vast.
6.4 Gebruik van de standaard (fig. 6)
Ȝ Maak de standaard vast op een werkbank.
Ȝ De standaard is qua hoogte verstelbaar en kan
worden versteld zoals getoond in fig. 6.
Ȝ De multislijper kan dan op de standaard worden
vastgehaakt.
7. Inbedrijfstelling
Ȝ Vergewis u zich ervan dat de aandrijfeenheid
uitgeschakeld is.
Ȝ Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kentplaatje van het nettoestel overeenkomt met
de voorhanden zijnde netspanning. Steek dan de
stekker van het nettoestel in het stopcontact.
7.1. AAN/UIT-schakelaar (fig. 3)
Schakel de aandrijfeenheid in met de netschakelaar
(1).
7.2. Toerenregelaar (fig. 3)
Het gewenste toerental kunt u aan de regelaar (2)
instellen.
Het juiste toerental is afhankelijk van het ingezette
gereedschap alsook van het te bewerken materiaal.
7.3 Aanwijzingen omtrent het afstellen van het
toerental
Ȝ Kleine frezen/slijppennen : hoog toerental
Ȝ Grote frezen/slijppennen : laag toerental
Ȝ Fijn afwerken/graveren : aandrijfeenheid houden
zoals een balpen.
Ȝ Grof bewerken : aandrijfeenheid houden zoals
een hamersteel.
7.4 Werkinstructies
Ȝ Oefen enkel matige druk uit op het te bewerken
stuk teneinde dit met constant toerental te
kunnen bewerken.
Ȝ Sterke druk versnelt niet het werkproces maar
leidt tot afremmen of stilstand van de
aandrijfeenheid en bijgevolg tot overbelasting van
de motor.
Ȝ Kleine werkstukken moeten voor uw eigen
veiligheid worden geborgd d.m.v. een sergeant of
een bankschroef.
NL
22