17
NL
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
5.1 Verwisselen van zaagblad (fig. 2)
Telkens voordat u met de machine begint te werken
alsook vóór het verwisselen van zaagblad de
multizaag uitzetten en de netstekker uit het
stopcontact trekken.
Draai de ring (a) aan de zaagbladhouder (6) zoals
getoond in fig. 2 tot u het zaagblad (b) de sleuf van
de zaagbladhouder (6) in kunt schuiven.
Laat dan de ring (a) weer los; de ring (a) zou moeten
terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand.
Mocht dit niet het geval zijn, probeer dan de ring (a)
met de hand naar zijn oorspronkelijke stand te
draaien.
Controleer of het zaagblad nu vastzit in de houder
door aan het zaagblad te trekken.
5.2 Verstellen van de zaagschoen (fig. 3)
Let op!
Trek de netstekker uit het stopcontact.
Om de zaagschoen te verstellen zet u de hefboom
(7) los zodat de zaagschoen kan worden
verschoven. Stel de gewenste afstand af en trek de
hefboom (7) opnieuw vast.
Controleer of de zaagschoen goed vast zit!
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 1)
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar indrukken
Uitzetten:
AAN/UIT-schakelaar loslaten
6.2 Vastzetknop (fig. 1, pos. 2)
Met de vastzetknop (2) kan de AAN-/UIT-schakelaar
(1) tijdens het gebruik van de zaag worden
vergrendeld. Voor het uitschakelen de AAN-/UIT-
schakelaar (1) kort indrukken.
6.3 Elektronische regeling van het aantal slagen
Via het afstelwiel (8) kunt u het nodige aantal slagen
van het zaagblad instellen.
De algemene regels voor de snijsnelheid bij
verspanende bewerkingen zijn ook hier van
toepassing.
6.4 Gebruik als wipzaag (fig. 4)
Hou de multizaag tegen het te snijden materiaal
zoals in fig. 4 getoond. Zet de multizaag aan en
schuif de multizaag tegen het te snijden materiaal.
De snijsnelheid is aan het materiaal aan te passen.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien.
Let op! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.