NL
50
MENGEN VAN DE BRANDSTOF
Giet tweetaktolie in een gepast brandstofvat en pas
dan de benzine zodat de bijgegoten benzine zich
met de olie kan vermengen. Schud het vat om de
beide stoffen goed met elkaar te mengen.
WAARSCHUWING : Bij achterwege gelaten
smering komt de motorgarantie te vervallen. Benzine
en olie dienen met een verhouding van 40 tot 1 te
worden gemengd.
• BRANDSTOFMENGTABEL
BENZINE Speciale tweetaktolie
5 liter 125 ml (cc)
Mengmethode 40 delen benzine op 1 deel olie
1 ml = 1 cc
• AANBEVOLEN BRANDSTOFFEN
Sommige gebruikelijke soorten benzine worden
gemengd met stoffen waaraan zuurstof is
toegevoegd zoals alcohol of met ethermengsel om
de bepalingen ter preventie van luchtvervuiling te
kunnen opvolgen. De motor draait goed op elke
benzine voor auto’s, met inbegrip van benzine
waaraan zuurstof is toegevoegd.
GEBRUIKSAANWIJZING
• Schouderriem
WAARSCHUWING: Gebruik tijdens het werk altijd
de schouderriem. Maak de riem aan het toestel vast
zodra u de motor hebt gestart en de motor stationair
draait. Zet de motor af voordat u de schouderriem
afneemt.
1. Schuif de schouderriem over uw linker schouder.
2. Haak de sluithaak (A) vast aan het oog (B) (fig.
6a en 6b).
3. Pas de lengte van de schouderriem aan zodat de
transmissiekop evenwijdig met de grond staat.
Teneinde de optimale lengte van de
schouderriem te bepalen, maakt u vervolgens
enkele slingerbewegingen zonder de motor te
starten.
Aanwijzing: Verwijder de schouderriem van het
toestel alvorens de motor te starten.
• STARTEN VAN DE KOUDE MOTOR
ATTENTIE ! Om de motor tijdens het starten en
opwarmen zo weinig mogelijk te belasten snijdt u de
overtollige snijdraad op 13 cm terug (fig. 7a).
1. Breng de contactschakelaar naar de stand “RUN
(l)“ (fig. 7b).
2. Zet de gasknop vast: druk de “lock off”-
schakelaar (A) omlaag. Vervolgens drukt u
meteen de gasknop (B) in en schuift u de
arreteerschakelaar (C) naar beneden. De
gasknop klikt op vol gas vast (fig. 7b).
3. Het toestel is voorzien van een choke die naar 3
standen kan worden gebracht: CHOKE “ “,
START “ “ en RUN “ “. Breng de Choke-hendel
naar de stand CHOKE “ “ (fig. 7i).
4. Spuit brandstof de carburator in om te starten.
Druk tien keer op de aantipper (A) (fig. 7e).
5. Trek er de starterkoord een kort stukje uit tot u
weerstand voelt (ca. 10 cm) (fig. 7f). Om een
flinke ontstekingsvonk te krijgen is een snelle
ononderbroken trekbeweging van de koord nodig.
Haal de startkoord viermaal snel en flink door.
6. Breng de choke-hendel naar de stand START „ “
(fig. 7h).
7. Haal de startkoord viermaal opnieuw door terwijl
de gasknop zich op vol gas bevindt.
8. Als de motor aanslaat, blijft u 10 seconden op
START “ “.
9. Breng de choke naar de stand RUN „ “ (fig. 7d).
10. Als de motor niet aanslaat, herhaalt u de stappen
1 t/m. 8
ATTENTIE ! Slaat de motor ook na meerdere
pogingen niet aan, lees het hoofdstuk “Fouten
verhelpen aan de motor”.
ATTENTIE! Haal de startkoord steeds recht
door. Wordt de koord met een hoek doorgehaald,
ontstaat wrijving aan het oog. Door deze wrijving
wordt de koord open geschuurd en de koord verslijt
sneller. Hou steeds de startergreep vast wanneer de
koord weer naar binnen wordt getrokken. Laat de
koord nooit terugspringen vanuit de doorgehaalde
toestand. Daardoor zou de koord uitrafelen of
doorslijten en zou ook de starterinstallatie worden
beschadigd.
• STARTEN VAN DE WARME MOTOR
1. Plaats het toestel op een hard effen vlak.
2. Breng de contactschakelaar naar de stand “RUN
(l)“ (fig. 7b).
3. Breng de choke naar de START „ “ positie (fig.
7h).
4. Pak de gasknop vast en druk er de trekker
HELEMAAL door.
5. Trek flink en snel aan de starterkoord tot de
motor aanslaat. Trek echter niet meer dan zes
keer. Hou de gasknop HELEMAAL ingedrukt tot
de motor rustig draait.
6. Breng de choke naar de stand RUN “ “ en haal de
starterkoord nog vijf keer door als de motor niet
wil aanslaan. Mocht de motor desondanks niet
starten, is hij waarschijnlijk vol gepompt met