Controleer de bougie voor het eerst na 10
bedrijfsuren op vervuiling en reinig haar, indien
nodig, m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de
bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Trek er de bougiestekker (fig. 13) met een
draaiende beweging af.
2. Verwijder de bougie (fig. 14) m.b.v. de bijgaande
bougiesleutel.
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.2.3 Onderhoud van de transmissie (fig. 15)
De transmissie dient jaarlijks voor seizoenbegin via
de smeernippel (fig. 15, pos. A) te worden gesmeerd.
Steek daarvoor een in de handel verkrijgbare
vetspuit de smeernippel op en pers ca. 3 slagen in
de handel verkrijgbaar machinevet de transmissie in.
Bij bovenmatig gebruik moet de transmissie vaker
worden bijgesmeerd.
7.2.4 Carburator afstellingen
Let op! Afstellingen van de carburator mogen
slechts door de geautoriseerde klantenservice
worden uitgevoerd.
Voor alle werkzaamheden op de carburator dient
eerst de luchtfilterafdekking te worden gedemonteerd
zoals getoond in fig. 9-10.
Afstellen van de gastrekkabel:
Mocht het maximumtoerental van het gereedschap
mettertijd niet meer worden behaalt en alle andere
oorzaken volgens hoofdstuk 9 ”verhelpen van fouten”
uitgesloten zijn, kan het nodig zijn de gastrekkabel bij
te regelen.
Controleer daarvoor eerst of de carburator bij
volledig ingedrukte gashendel helemaal opengaat.
Dit is het geval als de schuif van de carburator (fig.
16, pos. 1) bij volledig ingedrukte gashendel tegen
de aanslag (fig. 16, pos. 2) ligt. Fig. 16 toont de
correcte afstelling. Mocht de schuif van de carburator
de aanslag niet raken is een bijregeling nodig.
Om de gastrekkabel bij te regelen zijn volgende
stappen vereist:
Draai de contramoer (fig. 16, pos. 3) met enkele
slagen los.
Draai er de afstelschroef (fig. 16, pos. 4) uit tot
de schuif van de carburator bij volledig
ingedrukte gashendel, zoals in fig. 16 getoond,
tegen de aanslag ligt.
Haal de contramoer terug aan.
Afstellen van het stationaire toerental:
Let op! Het stationaire toerental bij warme motor
afstellen.
Mocht de motor van het gereedschap bij niet
ingedrukte gashendel afslaan en alle andere
oorzaken volgens hoofdstuk 9 ”verhelpen van fouten”
uitgesloten zijn, dient het stationaire toerental te
worden bijgeregeld. Draai te dien einde de
afstelschroef voor het stationaire toerental (fig. 16,
pos. 5) met de wijzers van de klok mee tot de motor
zonder te haperen stationair blijft draaien.
Mocht het stationaire toerental te hoog zijn zodat de
snijmessen niet stilstaan, dient u het stationaire
toerental door draaien van de desbetreffende
afstelschroef (fig. 16, pos. 5) te verlagen tot de
snijmessen stil blijven staan.
7.3 Opbergen
Let op! Een fout bij het naleven van deze stappen
kan leiden tot vorming van aankoekingen aan de
binnenwand van de carburator zodat de motor
mogelijk moeilijker start of een permanente schade
aan de motor wordt berokkend.
1. Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit.
2. Laat de brandstof uit de tank af (gebruik
daarvoor een in de bouwmarkt verkrijgbaar
plastic hevelpompje voor benzine).
3. Na het aflaten van de brandstof start u de motor.
4. Laat de motor stationair draaien tot hij stopt.
Daardoor wordt de carburator van de resterende
brandstof ontdaan.
5. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
6. Verwijder de bougie (zie punt 7.2.2).
7. Giet een koffielepel tweetaktmotorolie de
verbrandingskamer in. Trek enkele keren
voorzichtig de starterkoord eruit teneinde de
binnenste onderdelen met de olie te
bevochtigen. Draai de bougie er terug in.
8. Maak de behuizing van de motor aan de
buitenkant schoon.
9. Berg het gereedschap op een koude droge
plaats buiten het bereik van ontstekingsbronnen
en van brandbare stoffen.
Meststoffen en andere chemische tuinproducten
bevatten vaak stoffen die het corroderen van metaal
bespoedigen. Berg het gereedschap niet boven op of
in de buurt van meststoffen of andere chemicaliën.
Heringebruikneming
1. Verwijder de bougie.
2. Haal de starterkoord meermaals door om de
verbrandingskamer van resterende olie te
ontdoen.
3. Maak de contacten van de bougie schoon of
draai er een nieuwe bougie in.
4. Vul de tank. Zie hoofdstuk brandstof en olie.
5. Voer de stappen 1 tot 7 onder punt “koude motor
NL
28