51
NL
9. Foutopsporing
Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen
De motor start niet of hij start maar
blijft niet draaien.
Foutief verloop van de start. Volg de instructies in deze
handleiding op.
Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Bougie vol roet. Bougie schoonmaken / afstellen of
vervangen.
Brandstoffilter verstopt geraakt. Vervang de brandstoffilter.
De motor start maar draait niet met
vol vermogen.
Verkeerde stand van de hendel
aan de choke.
Breng de hendel naar de stand
(BETRIEB (bedrijf)).
Vervuilde luchtfilter Filter verwijderen, schoonmaken
en terug op zijn plaats zetten.
Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Motor draait onregelmatig Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Geen vermogen bij belastimg Fout ingestelde bougie. Bougie schoonmaken / afstellen of
vervangen. Bovenmatig veel rook.
Motor draait onrustiger. Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Bovenmatig veel rook. Verkeerde brandstofmengeling. Gebruik de juiste
brandstofmengeling (verhouding
50 tot 1)
Geen vermogen bij belasting Ketting bot
Ketting zit los
Ketting scherpen of nieuwe ketting
monteren
Ketting spannen
Motor slaat af Benzine tank leeg.
Brandstoffilter in de tank fout
gepositioneerd
Benzinetank vullen.
Benzinetank helemaal vullen of
brandstoffilter in de benzinetank
anders positioneren
Onvoldoende kettingsmering
(zwaard en ketting worden warm)
Kettingolietank leeg.
Oliedoorlaatopeningen verstopt
geraakt
Kettingolietank vullen.
Olieuitlaatopening in het zwaard
schoonmaken (fig. 2, pos. A).
Gleuf van het zwaard
schoonmaken.