8. Onderhoud
Zet voor begin van onderhoudswerkzaamheden
steeds de motor van het gereedschap af en trek de
bougiestekker eraf.
8.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. Behuizing van de draadspoel onder de beide
vastzetclips (fig. L2, pos. 1) samendrukken (fig.
L1) en het deksel van de draadspoel verwijderen
(fig. L2, pos. 2).
2. Draadspoel uit de behuizing van de draadspoel
verwijderen (fig. L3). Let er goed op dat u de veer
en de sluitringen niet verliest.
3. Verwijder de eventueel nog voorhanden zijnde
snijdraad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samenleggen
en de onstane lus vasthaken in de uitsparing van
de draadverdeelplaat. (Fig. L4)
5. Draad onder spanning tegen de richting van de
wijzers van de klok in opwinden. De
draadverdeelplaat scheidt daarbij de beide
helften van de nylondraad. (Fig. L5)
6. De laatste 15 cm van de beide draadeinden in de
tegenoverliggende draadhouders van de
draadspoel vasthaken. (Fig. L6)
7. De beide draadeinden doorheen de metalen
ogen in de behuizing van de draadspoel leiden
(fig. L3).
8. Draadspoel de behuizing van de draadspoel in
drukken. Vergewis u er zich van de juiste positie
van de veer en de sluitringen. (Fig. L3)
9. Draadspoeldeksel de behuizing van de
draadspoel op drukken. Zorg ervoor dat de beide
bevestigingsclips (fig. L2/1) van de behuizing van
de draadspoel in de overeenkomstige
uitsparingen (fig. L2/2) van het draadspoeldeksel
vastklikken.
10. Trek flink met een ruk aan de beide draadeinden
om die uit de draadhouders van de draadspoel
los te maken.
11. Overtollige draad op ca. 13 cm inkorten.
Daardoor zal de motor bij het starten en
opwarmen minder zwaar worden belast.
12. Draadspoel hermonteren (zie punt 5.4).
Wordt de volledige draadspoel vervangen, slaat u
de punten 3-6 over.
8.2 Onderhoud van de luchtfilter (fig. J1-J3)
Als luchtfilters vervuild zijn, gaat het motorvermogen
achteruit omdat te weinig lucht naar de carburator
wordt toegevoerd.
De filter dient daarom regelmatig te worden
gecontroleerd. De luchtfilter dient om de 25
bedrijfsuren te worden gecontroleerd en, indien
nodig, schoongemaakt. Bij zeer stoffige lucht dient
de luchtfilter vaker te worden gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel (fig. J1-J2).
2. Ontneem het filterelement (fig. J3).
3. Maak het filterelement door uitkloppen of
uitblazen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Let op! Luchtfilter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken. Luchtfilter met
perslucht of door uitkloppen reinigen.
8.3 Onderhoud van de bougie (fig. K1-K2)
Vonkafstand van de bougie = 0,6 mm. Haal de
bougie met een kracht van 12-15 Nm aan.
Controleer de bougie voor het eerst na 10
bedrijfsuren op vervuiling en reinig haar, indien
nodig, m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de
bougie om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Trek er de bougiestekker (fig. K1) met een
draaiende beweging af.
2. Verwijder de bougie (fig. K2) m.b.v. de bijgaande
bougiesleutel.
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
8.4 Slijpen van het mes van de beschermkap
Het mes van de beschermkap (fig. F6, pos. A) kan
mettertijd bot worden. Mocht u dit vaststellen, draait
u de 2 schroeven los waarmee het mes van de
beschermkap op de beschermkap is bevestigd. Zet
het mes in een bankschroef vast. Slijp het mes met
een platte vijl en let er goed op dat u de hoek van de
snijkant behoudt. Vijl enkel in één richting.
8.5 Carburator afstellingen
Let op! Afstellingen van de carburator mogen
slechts door de geautoriseerde klantenservice
worden uitgevoerd.
Voor alle werkzaamheden op de carburator dient
eerst de luchtfilterafdekking te worden gedemonteerd
zoals getoond in fig. J1-J2.
Afstellen van de gastrekkabel:
Mocht het maximumtoerental van het gereedschap
mettertijd niet meer worden behaalt en alle andere
oorzaken volgens hoofdstuk 10 ”verhelpen van
fouten” uitgesloten zijn, kan het nodig zijn de
gastrekkabel bij te regelen.
Controleer daarvoor eerst of de carburator bij
volledig ingedrukte gashendel helemaal opengaat.
Dit is het geval als de schuif van de carburator (fig.
M1, pos. 1) bij volledig ingedrukte gashendel tegen
de aanslag (fig. M1, pos. 2) ligt. Fig. M1 toont de
correcte afstelling. Mocht de schuif van de carburator
de aanslag niet raken is een bijregeling nodig.
32
NL