NEDERLANDS
131
MONTAGE EN INSTALLATIE (Klantendienst)
Altijd de plaatselijke en nationale normen raadplegen voor alles wat niet expliciet in deze fiche is aangegeven. In Italië
de norm UNI 10683/2005 raadplegen alsook eventuele lokaal geldende eisen. Bij installatie in appartementsgebouwen,
vooraf de toestemming vragen aan de syndicus.
CONTROLEREN VAN DE COMPATIBILITEIT MET ANDERE SYSTEMEN
De kachel MAG NIET worden geïnstalleerd in dezelfde ruimte waar zich ook afzuiginstallaties en verwarmingstoestellen
van het type B bevinden.
CONTROLEREN VAN ELEKTRISCHE AANSLUITING (PLAATS DE STEKKER OP EEN
BEREIKBARE PLAATS)
De kachel is voorzien van een elektrisch snoer dat moet worden aangesloten op een stopcontact van 230V 50 Hz, bij
voorkeur met een thermische stroomonderbreker. Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de goede werking van
de kachel in het gedrang brengen (een aangepaste differentieelschakelaar voorzien, indien deze niet reeds aanwezig is).
De elektrische installatie moet conform de normen zijn; de goede staat van de aarding van de stroomkring moet met
name verzekerd zijn. De diameter van het elektrische snoer moet aangepast zijn aan het vermogen van de kachel.
Edilkamin acht zich niet verantwoordelijk voor storingen in de functionering als gevolg van een slecht functionerend aar-
decircuit.
PLAATSING EN VEILIGHEIDSAFSTANDEN VOOR BRANDBESTRIJDING
Opdat de kachel correct zou werken, dient deze waterpas op de vloer te worden geplaatst.
Controleer de draagkracht van de vloer.
De kachel moet worden geïnstalleerd met inachtneming van de volgende veiligheidsvoorwaarden:
- aan de zijkanten en aan de achterkant een minimale afstand van 40 cm in acht nemen t.a.v. ontvlambaar materiaal.
- geen licht ontvlambaar materiaal voor de kachel plaatsen, op een afstand kleiner dan 80 cm
Indien de hierboven vermelde afstanden niet kunnen worden gerespecteerd, moeten absoluut technische middelen en
metselwerk worden voorzien om brandgevaar te voorkomen.
Indien deze in contact komt met een houten muur of een ander ontvlambaar materiaal, de rookafvoerpijp warmteafslui-
tend isoleren.
LUCHTINLAAT
Achteraan de kachel moet absoluut een luchtinlaatopening naar buiten toe worden voorzien, met een oppervlakte van
minstens 80 cm², waardoor er zeker genoeg lucht naar de kachel wordt gevoerd voor de verbranding.
AFVOER VAN DE ROOK
Het afvoersysteem moet specifiek zijn voor de kachel (het is verboden de rook af te voeren langs een schoorsteen
die ook door andere toestellen wordt gebruikt).
De rook wordt afgevoerd via de pijp van 8 cm diameter op de achterkant van de kachel.
De rook uit de kachel moet naar buiten worden afgevoerd via geschikte verstoppingsvrije stalen pijpen. De pijp moet
hermetisch afgedicht zijn. Voor het dichten en eventueel isoleren van de pijpen, moeten materialen wor den gebruikt,
die bestand zijn tegen ten minste 300°C (silicone of kit voor hoge temperaturen).
Het enige horizontale deel mag tot 2 m lang zijn en er mogen maximaal twee bochten van 90° in voorkomen.
Indien de afvoer niet naar een schoorsteen wordt geleid, dienen verticaal segment en een winddicht uiteinde geïnstalle-
erd (referentie UNI 10683/2005). De verticale pijp kan intern of extern zijn. Indien het rookkanaal zich buiten bevindt,
moet het adequaat warmteafsluitend zijn geïsoleerd.
Indien het rookkanaal uitkomt in een schoorsteen, moet deze zijn gekeurd voor vaste brandstoffen en, indien de diame-
ter ervan groter is dan 150 mm, moet het worden verstevigd door er een buis in te voeren en de afvoer luchtdicht te
maken ten opzichte van het metselwerk.
Alle onderdelen van het rookkanaal moeten kunnen worden geïnspecteerd. Indien de pijp vastgemonteerd is, moet deze
voorzien zijn van inspectieopeningen voor de reiniging.
Voor de installatie zijn aangepaste leidingen en buizen van Edilkamin (optie) bij uw verdeler verkrijgbaar.
De aanbevolen installaties zijn weergegeven op de afbeeldingen op de volgende pagina.
sk tecnica soleil-polaris-tania multilingua_fra ristampa febbraio 2010.qxp 24/02/2010 9.13 Pagina 132