9
EEN PROBLEEM?
Aarzel niet om ons te bellen op onze hotline op 0825 560 650.
Onze technici zullen u graag helpen met de optimale instelling van uw systeem.
6. Problemen / Oplossingen
Als u een probleem hebt na het installeren van het systeem, lees dan de volgende informatie :
1. Deuren en muren kunnen het bereik van de melder beperken tot minder dan 25 meter
2. Alarmcentrale
a) Zorg ervoor dat de batterijen zijn opgeladen en goed geïnstalleerd zijn in de daarvoor
bestemde houder.
b) Zorg ervoor dat uw persoonlijke code correct is geprogrammeerd.
3. PIR-melders
a) Zorg ervoor dat de batterij goed is geïnstalleerd
b) Zorg ervoor dat de PIR binnen 25 meter van de alarmcentrale is. Als het in de nabijheid is van
een metalen aardaansluiting, dan moet de centrale verplaats worden naar een andere locatie.
c) Zet de alarmcentrale aan, wacht 30 seconden en test de PIR-melder (wacht 2 minuten
voordat u voor de melder beweegt om de test uit te voeren)
4. Deuren- of ramenmelders
a) Zorg ervoor dat de batterij goed is geïnstalleerd
b) Zorg ervoor dat de afstand tussen elk element niet meer is dan 10mm
c) Zorg ervoor dat de melder maximaal 25 meter van de alarmcentrale is. Als het in de nabijheid
is van een metalen aardaansluiting, dan moet de centrale verplaats worden naar een andere
locatie.
d) Activeer het alarmsysteem zonder de inloopvertraging en open een van de beveiligde deuren
en ramen. De rode LED op de detector moet 1-2 seconden oplichten en de alarmcentrale
moet geactiveerd worden. Deactiveer de alarmcentrale.
BELANGRIJKE TIPS
1. Geen van de onderdelen van het systeem laten vallen
2. De PIR-melder niet in de buurt van een verwarmingstoestel of andere warmtebron installeren.
3. Installeer het systeem waar het niet aan direct onlicht wordt blootgesteld.
4. Gebruik geen oplaadbare batterijen in de componenten.
5. De systeemcomponenten moeten binnenshuis worden geplaatst.
6. Het is aanbevolen alkalinebatterijen te gebruiken voor een optimale werking van het systeem.
7. De PIR-melders kunnen dieren zoals honden en katten detecteren, dus uw huisdieren mogen niet
door de ruimte kunnen lopen waar het alarm is geactiveerd.
8. Bewaar deze instructies op een plaats waar u ze gemakkelijk kunt vinden als dat nodig is.
9. Het systeem regelmatig controleren om een goede werking te garanderen.
10. Vervang de batterijen een keer per jaar of wanneer dat nodig is. Gebruik altijd alkalinebatterijen
met een lange levensduur.
11. Gebruikte of defecte batterijen weggooien in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving
om recycling mogelijk te maken.
12. Zorg ervoor dat er geen open vuur zoals kaarsen e.d. in de buurt komen van het systeem.
13. Het systeem mag niet worden blootgesteld aan vocht of spattend water, en mag niet in de buurt
van voorwerpen gevuld met water, zoals bloemvazen, worden geplaatst.
14. OPGELET: Vervang de batterijen alleen door batterijen die worden aanbevolen door de
fabrikant of batterijen van gelijkwaardige kwaliteit.
19. OPGELET: Batterijen kunnen exploderen als ze niet goed worden geïnstalleerd