Keuze 3 – Hoe groot moeten de stappen tussen de serienummers zijn?
6. De + of – die u geselecteerd heeft blijft in de display getoond worden, het nummer
0001 zal hierachter weergegeven worden. De eerste 0 zal gaan knipperen. U kunt
nu het interval selecteren waarmee het serienummer verhoogd of verlaagd moet
worden na elke geprinte stempel. Stel het interval in door te scrollen met de UP en
DOWN toetsen (A2) en toets ENTER (A3) na elk ingesteld cijfer.
Bij voorbeeld; als u wilt dat het serienummer 1, 2, 3, 4 telt, kiest u + bij stap 5 en1
bij stap 6. Als u wilt dat het serienummer 10.000, 9.990, 9.980 telt, selecteert u
10.000 als startnummer bij stap 2, dan - bij stap 5 en 10 bij stap 6.
Keuze 4 –Voorloopnullen of niet?
7. Uw serienummer verschijnt op het scherm voorafgegaan door het symbool #.
U kunt nu kiezen tussen twee opties door de UP en DOWN toets (A2) te gebruiken:
de ene optie toont voorloopnullen (#0001), de andere optie niet (# 1).
Maak uw keuze en bevestig door ENTER (A3) te toetsen.
Keuze 5 – Wilt u hetzelfde serienummer meer dan één keer afdrukken?
Het kan tenslotte voorkomen dat u hetzelfde serienummer op meerdere kopiëen van
een document wilt printen. In de DYMO StampManager kunt u instellen hoe vaak
een serienummer afgedrukt moet worden voordat het nummer naar de volgende
waarde verspringt.
8. De letter ‘N’ zal nu zichtbaar zijn aan de linkerzijde van de display, gevolgd door het
nummer ‘01’. Het linker cijfer zal knipperen. Scroll met de UP en Down toetsen (A2)
om de waarde te wijzigen en bevestig met ENTER (A4).
Volg dezelfde stappen om het rechter cijfer te wijzigen.
Bijvoorbeeld, als u drie keer hetzelfde serienummer wilt printen moet het nummer
volgend op ‘N’ ingesteld worden op ‘03’.
Printen van combinaties met datum, tijd en serienummer
Scroll met de UP of DOWN toetsen (A2) totdat een serie van symbolen op de display ver-
schijnt. Dit zal waarschijnlijk lijken op onderstaande regel:
↵ 3 ↵ #
Dit scherm gebruikt symbolen om duidelijk te maken welke combinaties u kunt selecteren
voor het maken van uw stempel.
De symbolen betekenen:
datum
3 tijd
# serienummer
↵ zorgt voor een nieuwe regel op uw stempel tussen twee van bovenstaande
elementen
/ print een / tussen twee van de bovenstaande elementen
als u twee elementen in een stempel heeft opgenomen, geeft dit symbool aan dat
de volgende elementen NIET geprint moeten worden.
De volgorde
↵ 3 ↵ # die op de display getoond wordt betekent dat de datum, de
tijd en het serienummer op drie verschillende regels geprint worden. De verschillende ele-
menten zullen geprint worden zoals u ze eerder in de StampManager heeft ingesteld.
45
Printen van standaard stempels
Met de StampManager kunt u verscheidene standaard stempels printen. Dit deel van de
handleiding zal gaan over de verschillende stempels die u kunt printen en de verschillende
opmaken die u hierbij kunt toepassen. De stempels maken het mogelijk om te printen:
• De tijd
• De datum
• Een serienummer
• Elke combinatie van deze drie
U kunt deze standaard stempels printen met verschillende opmaken, inclusief klein, groot,
vet, omkaderd, onderstreept. U kunt de stempels ook printen met 9 verschillende vormen
van uitlijning (combinaties van links/midden/rechts en boven/midden/onder).
Lees Wijziging van de opmaak voor meer details.
Printen van tijd
1. Scroll met de UP of DOWN toetsen (A2) totdat de tijd weergegeven wordt op de
display.
2. U kunt nu de tijd printen door op de PRINT toets (A4) te drukken.
Printen van datum
1. Scroll met de UP of DOWN toetsen (A2) totdat de datum verschijnt op de display.
2. U kunt nu de datum printen door op de PRINT toets (A4) te drukken.
Printen van serienummer
De StampManager kan een serienummer tot 5-digit nummers printen. U kunt dit instellen
om het aantal stempels wat u gemaakt heeft bij te houden.
1. Scroll met de UP of DOWN toetsen (A2) tot het serienummer op de display verschijnt.
2. U kunt nu het serienummer printen door op de PRINT toets (A4) te drukken.
Instellen van het serienummer
Voor de werkwijze van het serienummer heeft u 5 verschillende keuzemogelijkheden.
1. Wanneer het serienummer op de display verschijnt, toets ENTER (A3).
Keuze 1 – Stel het startnummer in
2. Het eerste cijfer van het serienummer zal gaan knipperen. Scroll met de UP of
DOWN toetsen (A2) en toets ENTER (A3) om het cijfer te selecteren.
3. Herhaal deze stap voor de overige 4 cijfers.
4. Toets ENTER (A3).
Keuze 2 – Oplopend of aflopend nummeren?
5. De display zal een plus (+) of (-) tonen aan de linkerzijde van het serienummer. U
kunt tussen beide opties switchen door de UP en DOWN toetsen (A2) te gebruiken.
+ betekent dat het serienummer na elke geprinte stempel zal toenemen, - bete-
kent dat het serienummer na elke geprinte stempel zal afnemen. Selecteer + of –
en toets ENTER (A3) om uw keuze te bevestigen.
44
