Er zijn 6 display indicatoren. Wanneer één of
meer van deze indicatoren oplichten, geeft dit
aan dat deze indicatoren in gebruik zijn:
CAPS: Karakters verschijnen als hoofdletters.
De label wordt onderstreept geprint of
in een bepaald kader
STYLE De label wordt in een bepaalde
gekozen tekststijl geprint.
B De label wordt in groot lettertype (Big
Font) geprint.
Nummers in plaats van karakters
worden geselecteerd.
SHIFT De ‘shifted’ nummers of functies
kunnen nu worden gebruikt.
Als u een combinatie van vormgevingsopties
gebruikt die het apparaat niet kan produ-
ceren, zal er een foutmelding verschijnen. Zie
foutmeldingslijst in Problemen oplossen.
Selecteren van de tekstgrootte
Wanneer u de SIZE (+ A) toets
indrukt, verschijnt het menu met letter-
groottes, met vier opties:
smal (compact)
normaal
breed (uitgebreid)
B groot lettertype (goed zichtbare labels
die de volledige printhoogte gebruiken)
U kunt het Smalle, Normale en Brede letter-
type in labels met 2 regels gebruiken. De
karakters worden dan gereduceerd tot de
helft van hun normale hoogte.
Verplaats de cursor naar de gewenste grootte
met de Q en R toetsen, en druk op om
deze te selecteren.
Selecteren van de tekststijl
Wanneer u STYLE (+ C) indrukt ver-
schijnt het stijl menu, met zes opties:
Normaal
OOppeenn
Schaduw
Schaduw
Cursief
U kunt deze verschillende tekststijlen niet
combineren of gebruiken met de grote letter-
type (Big Font)-functie.
Verplaats de cursor naar de gewenste stijl
met de Q en R toetsen, en druk op om
deze te selecteren.