55
Format (Opmaak)
Met toets 2 geeft u de submenu's Lettergrootte, Opmaak wissen, Spiegel,
Labellengte, Uitlijnen, Onderstrepen, Kaders en Stijl weer. Deze opmaakkenmerken
worden verderop in deze handleiding beschreven.
Insert (Invoegen)
Met de toets 8 kunt u symbolen of opgeslagen tekst op een label invoegen.
Deze functies worden verderop in deze handleiding beschreven.
Settings (Instellingen)
Met de toets I kunt u de menukeuzen voor de taal, eenheden, labelbreedte
en het contrast weergeven. Deze functies worden verderop in deze handleiding
beschreven.
Hoofdlettermodus
Met de toets Z zet u de hoofdletterfunctie aan en uit. Wanneer de
hoofdlettermodus is ingeschakeld, wordt de hoofdletterindicator op het display
weergegeven en zijn alle letters die u invoert hoofdletters. De standaardinstelling
is hoofdlettermodus aan. Wanneer de hoofdlettermodus uitstaat, zijn alle letters
die u invoert kleine letters.
Num Lock
Met de toets S kunt u toegang verkrijgen tot de cijfers op de bovenste rij
lettertoetsen. Als de Num Lock-modus is ingeschakeld, wordt de Num Lock-
indicator op het display weergegeven en verschijnen de cijfers 0 tot en met 9 als u
de overeenkomstige lettertoetsen indrukt. Num Lock is standaard uitgeschakeld.
Backspace
Met de toets 0 verwijdert u het teken links van de cursor.
LM220P-BEL.indd 55 12-07-2007 17:04:55