afb. 41
De motorfiets aanzetten
Opmerkingen
Om een al warme motor aan te zetten, volgt u de
procedure voor “Hoge omgevingstemperatuur”.
Opgelet
Zorg ervoor dat u de bedieningsorganen kent die u
nodig hebt tijdens het rijden (pag. 10).
Normale omgevingstemperatuur
(tussen 10 °C/50 °F en 35 °C/95 °F):
1) De startschakelaar op ON zetten (afb. 41). Controleren
of het groene lampje neutraal N en het rode lampje
op het instrumentenpaneel branden.
Belangrijk
Het oliedruklampje moet enkele seconden nadat de
motor is aangeslagen, weer uit gaan (pag. 11).
Opgelet
De zijstandaard moet ingeklapt zijn (ruststand,
horizontaal), omdat anders de veiligheidssensor het
starten onmogelijk maakt.
Opmerkingen
Men kan de motor aanzetten als de standaard
uitgeklapt is en de motor in zijn vrij staat, of als de
koppelingshendel is ingedrukt en de motor in versnelling
staat (in dit geval moet de standaard ingeklapt zijn).