11
Veiligheidsinstructies
2.8 Veiligheidsinstructies voor het
bewaren van levensmiddelen
Geen enkele koelkast kan de kwaliteit van
levensmiddelen verbeteren, ten hoogste
kan de kwaliteit van de levensmiddelen op
het tijdpunt van opslag gedurende een
korte periode behouden blijven.
Let op de volgende speciale omstandighe-
den bij het bewaren van levensmiddelen in
een koelkast die in een voertuig is inge-
bouwd:
Onder deze speciale omstandigheden is de
benodigde temperatuur voor snel bederfelijke
producten niet gewaarborgd.
Tot de snel bederfelijke levensmiddelen beho-
ren alle producten met een aangegeven ver-
valdatum en een bewaartemperatuur van ten
hoogste +4 °C of lager, in het bijzonder vlees,
gevogelte, vis, worst, kant-en-klaarmaaltijden.
Omgevingsfactoren hebben invloed op de
prestaties van het aggregaat. Kies indien de
omgevingstemperatuur tussen +15 en +25 °C
ligt de middelste stand (vgl.
Instellen van de
koelruimtetemperatuur
). Het aggregaat werkt
in het optimale prestatiebereik.
De werking van de Dometic koelkasten berust
op het absorptieprincipe. Een absorptiesys-
teem reageert traag op veranderingen van de
thermostaatregelaar, op uitstromende kou bij
het opengaan van de deur of op het opbergen
van de eetwaren. De apparaten voldoen aan
de eisen van de klimaatklasse SN volgens
EN/ISO 7371 bij een temperatuurbereik van
+10 °C tot 32 °C omgevingstemperatuur.
Monteer de winterafdekkingen, wanneer u
bij lage buitentemperaturen verlies van het
koelvermogen constateert (vgl
. Bedrijf bij
lage buitentemperaturen
). Bij een omge-
vingstemperatuur van boven de +32°C
gedurende een langere periode adviseren
wij de Dometic ventilator (artikel-nr. 241
2985 - 01) te installeren.
n Verandering van weersomstandigheden,
b.v. temperatuurveranderingen.
n Hoge binnentemperatuur wanneer het voer-
tuig afgesloten wordt geparkeerd en bloot-
gesteld is aan directe zonnestraling (tempe-
ratuur tot 50 °C mogelijk).
n De koelkast is achter een raam ingebouwd,
en er is sprake van directe zonnestraling.
n Te vroeg opbergen van de eet- en drinkwa-
ren nadat het apparaat net is ingeschakeld.
n Gebruik van de koelkast op de energiebron
12V-DC tijdens het rijden.
n Schommelingen in de voeding op de
opstelplaats bij gebruik van de energiesoort
230 V~.
i
Schema
V~
0
5
10
15
230
210 190
°C
interior
Bewaren van levensmiddelen:
n Rauwe en gekookte eetwaren apart verpak-
ken (b.v. in dozen, aluminiumfolie enz.).
n De buitenverpakking van de portieverpak-
kingen alleen er afdoen, als alle belangrijke
gegevens zoals b.v. houdbaarheidsdatum
ook op de portieverpakkingen staan.
n Let op de instructies over de houdbaar-
heidsdatum op de buitenverpakking van de
producten.
n Gekoelde producten niet te lang buiten de
koelkast laten staan.
n Levensmiddelen met de kortste houdbaar-
heidsdatum vooraan zetten.
n Restjes weer inpakken en zo snel mogelijk
opmaken.
n Handen voor en na aanraking van levens-
middelen wassen.
n De binnenruimte van de koelkast regelma-
tig schoonmaken.
Let op punt
Reiniging
van deze gebruik-
saanwijzing.
Afb. 1