12
Installatie
Afb. 12
Ook bij een hoge omgevingstemperatuur
kan de koeleenheid alleen goed werken bij
voldoende luchttoevoer en -afvoer.
Een juiste installatie van het apparaat is van
doorslaggevend belang voor het goed functio-
neren, omdat er aan de achterkant van de
koelkast altijd warmte wordt gegenereerd die
naar buiten moet kunnen ontsnappen.
4.3.1 Ventilatie van de koelkast
4.3 Ventilatie
De ventilatie voor de koelkast wordt verzorgd
door twee openingen in de caravanwand.
Verse lucht komt onderaan binnen en wordt
opgewarmd weer afgevoerd door het boven-
ste ventilatierooster (schoorsteeneffect). Het
bovenste ventilatierooster moet zo hoog
mogelijk boven de condensor worden aan-
gebracht ( Afb. 13) . Het onderste ventila-
tierooster moet gelijk zijn met de vloer van
de nis (Afb. 16), zodat onverbrand gas (dat
zwaarder is dan lucht) direct naar de buiten-
lucht kan wegstromen. De gasbrander moet
zich boven de rand (1) bevinden.
Als dit niet mogelijk is, moet door de fabri-
kant van het voertuig een ventilatieopening
in de bodem van de nis aangebracht wor-
den, zodat er geen onverbrand gas ter
hoogte van de vloer hangen blijft.
Afb. 11
1
Opening in de vloer
De koelkast moet tochtvrij in een nis worden
ingebouwd. De vloer van de nis moet vlak zijn,
zodat de koelkast gemakkelijk in de goede
positie kan worden geschoven. De vloer moet
sterk genoeg zijn om het gewicht van de koel-
kast te dragen.
4.2 De inbouwnis
4.2.1 Plaatsing in de nis
Duw de koelkast in de nis totdat de voorkant
van de koelkast gelijk is met die van de nis.
Laat een ruimte van 20 mm over tussen de
achterwand van de nis en de koelkast!
Zorg ervoor dat de koelkast waterpas in de
nis is geïnstalleerd.