37
3. Schoonmaak
Maak regelmatig en telkens wanneer nodig de
koelkast grondig schoon. Verwijder de rekken die,
net als de binnenwanden en de deur, met een warme
oplossing van sodiumbicarbonaat kunnen worden
afgewassen. Ga er nog eens over met een in warm water
uitgespoelde vod. Was de plastic onderdelen nooit in te
heet water en stel ze niet bloot aan droge hitte. De
buitenwanden moeten regelmatig worden
schoongemaakt met een propere, vochtige vod.
GEBRUIK NOOIT STERKE CHEMICALIËN OF
BIJTENDE SCHOONMAAKMIDDELEN OP DE
ONDERDELEN VAN DE KOELKAST.
4. Plaatsing van het toestel
Voordat u de koelkast in werking stelt, graag even uw
aandacht voor onderstaande punten:
ZORG ERVOOR DAT DE KOELKAST WATERPAS
STAAT.
HET ROOSTER ACHTERAAN WORDT WARM
TIJDENS HET GEBRUIK.
DE KOELKAST HEEFT GEEN 'MOTOR' EN
FUNCTIONEERT NAGENOEG GERUISLOOS.
REKEN MINSTENS 3 UUR VOOR HET EERSTE
KOELINGSEFFECT.
Tijdens het koelen geeft de condensator van het
toestel warmte af (onder het bovenste gedeelte
van de zijwand), waardoor de omringende lucht
opwarmt. Hoe beter de condensator is verlucht, hoe
efficiënter de koeling.
Voor een goede werking moet het toestel op een
vlakke ondergrond staan. Dit kan u het best nagaan
door een glas water bovenop de koelkast te plaatsen.
Het toestel niet rechtstreeks blootstellen aan een
warmtebron (zonlicht, radiator, naast een oven, enz.)
4.1. Installatie-aanwijzingen
De koelkast is uitgerust met een elektrisch verwarmde
absorberende koelingseenheid, die nagenoeg
geruisloos functioneert. De koelkast kan als dusdanig
worden geďnstalleerd of ingebouwd, waarbij, voor
een doeltreffende werking en een maximale
koelingsefficiëntie, rekening moet worden gehouden
met onderstaande voorwaarden:
BELANGRIJK:
Volg de onderstaande installatie-instructies. De
garantie geldt alleen voor toestellen
diegeďnstalleerd zijn volgens de beschrijving.
1. De koelkast moet in beide richtingen
horizontaal uitgericht zijn.
2. De afstand tussen koelkast en wand moet 20
mm bedragen.
3. De ventilatie moet uitgevoerd zijn zoals getoond
in de alternatieven A, B, C of D.(Afb.2-3)
4. Het ventilatiekanaal moet tenminste de
volgende afmetingen hebben: 105mm x de
breedte van de koelkast.
5. Alleen de volledige koeleenheid mag in het
ventilatiekanaal blootgesteld zijn aan de
ventilatielucht.
6. Lucht die door het ventilatiekanaal stroomt
mag niet voorverwarmd zijn door een
verwarmingsbron.
7. Eventueel gebruikte ventilatieroosters moeten
openingen van tenminste 200 cm
2
˛ hebben.
De koelkast kan vastgezet worden op de
bodemplaat van het meubel met behulp van het
bevestigingsplaatje en het gebruik van schroeven
met de juiste lengte (Afbeelding. 4)
Afbeelding 4.
Afbeelding 2.
Afbeelding 3.
NL