34
4. Plaatsing van de koelkast
Voordat u de koelkast aansluit, dient u met de volgende
punten rekening te houden:
ZORG DAT DE KOELKAST WATERPAS STAAT
BIJ GEBRUIK WORDEN DE LEIDINGEN AAN DE
ACHTERKANT WARM
DE KOELKAST WERKT ZONDER COMPRESSOR
EN MAAKT DAAROM GEEN GELUID
NA DRIE UUR TREEDT WAARNEEMBARE
KOELING OP
Tijdens het koelproces geeft de koelkast via de
condensor (bovenste gedeelte van de
achterplaat) warmte af aan de omgeving. Hoe beter de
ventilatie van de condensor, hoe efficiënter de koeling.
Een andere voorwaarde voor een efficiënt gebruik is
dat de koelkast op een vlakke ondergrond moet
staan. Om te kunnen zien of de koelkast waterpas
staat, kunt u het beste een glas water op de koelkast
plaatsen.
Stel de koelkast niet bloot aan directe warmtestraling
(zonlicht, radiator, dicht bij een oven, enz.)
Plaats de koelkast niet op een dik tapijt!
4.1. Installatie
Deze modellen zijn ontworpen voor vrijstaand gebruik;
de warme delen van het koelaggregaat worden door
een kap afgeschermd. Het vloerframe met
ventilatierooster zorgt voor voldoende ventilatie.
5. Ingebruikname van de koelkast
Steek de stekker in het stopcontact en/of schakel het
stopcontact in (indien nodig). Afhankelijk van de
omgevingstemperatuur zullen de koelribben na
ongeveer één à twee uur koud te worden.
5.1.Eerste inbedrijfstelling
Sluit de koelkast aan op een geaard stopcontact.
De miniCool start automatisch met een zelftest. Het
LED lampje knippert meerdere malen en blijft
daarna constant branden als de deur open staat.
Na enkele uren bereikt de miniCool de juiste
koeltemperatuur.
5.2. Temperatuurinstelling
De normale positie is de middelste stand van de
thermostaatregelaar (afbeeld. 3). Afhankelijk van
inhoud en plaats kan echter een andere stand nodig
zijn. U draait de thermostaatknop in de richting van het
groter wordende symbool: meer koeling. Draaien in de
richting van het kleiner wordende symbool betekent
minder koeling. Controleer of de temperatuur juist is,
maar pas enige tijd nadat u de stand hebt gewijzigd.
Afbeelding 3.
6. Thermometer(Afbeelding 4)
Let op de bijgeleverde toelichtingen behorend bij de
thermometer. De thermometer kan met behulp van
een ingebouwde standaard verticaal neergezet
worden of aan de koelkastdeur vastgemaakt
worden. Let er in elk geval op dat de sensorkabel
tijdens het openen en sluiten van de deur niet klem
raakt en ook niet uitgerekt wordt.
De temperatuursensor bevindt zich links boven i.b.v.
de verdamper in de koelkast.
De thermometer geeft de actuele, maximale en
minimale temperatuur in de koelkast aan.
Na het eerste inschakelen van de koelkast (na ca.
vier uur) moet u de thermometer op "Reset" zetten,
omdat anders de omgevingstemperatuur buiten de
koelkast als maximumtemperatuur opgeslagen
wordt.
Mocht het display een minimumtemperatuur van
minder dan +2 °C of zelfs een temperatuur onder
nul weergeven, dan heeft er waarschijnlijk een
stroomuitval plaats gevonden. In dit geval wordt de
koelkast door de elektronische thermostaat opnieuw
opgestart en koelt hem 45 minuten lang zonder
temperatuurcontrole af. Zet de thermometer na een
à twee uur op "reset", wanneer een normale
temperatuur van +2 tot +8 °C weergegeven wordt
om ervoor te zorgen dat de preparaten niet
bevriezen of in kwaliteit achteruit gaan.
Bij een opslag van een grotere hoeveelheid aan
preparaten bestaat er minder kans op bevriezing,
mocht het apparaat voor korte tijd onderkoelen.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade aan de
vaccins, wanneer deze tengevolge van een
kortstondige stroomuitval bevriezen.
Voor een constante temperatuur tussen de 2 °C
und 8 °C is het van belang de thermometer op
reset" te zetten.
De aangegeven temperatuur kan voor korte duur
stijgen, wanneer de koelkastdeur geopend wordt of
extra preparaten opgeslagen worden.
Voor het functioneren van de temperatuurweergave
moet de transportbeveiliging van de batterij
verwijderd worden.
Afbeelding 4.