1.
KNOP AAN / STAND-BY
Druk op de knop (7) om het apparaat in te schakelen of in stand-by te
zetten. LET OP:
Bij het inschakelen geeft het apparaat en pieptoon weer en schakelt automatisch in stand-by.
2.
FUNCTIEKNOP
Na het inschakelen van het apparaat drukt
u op deze knop om achtereenvolgens te
kiezen voor koelen, ventileren of
ontvochten.
2. Koelen
- druk op de knop ‘6‘ tot het
controlelampje dat overeenkomt met
koelen aan gaat.
- druk op de knoppen ‘2‘ of ‘3‘ om
de gewenste temperatuur in te stellen.
- druk op de knop om de gewenste
ventilatiesnelheid in te stellen (laag of
hoog).
2.2 Ventileren
- druk op de knop ‘6‘ tot het controlelampje
dat overeenkomt met ventileren aan gaat.
- druk op de knop om de gewenste
ventilatiesnelheid in te stellen (laag of
hoog). LET
OP:
Ø de temperatuur kan niet geselecteerd
worden,
Ø onder bepaalde omstandigheden kan de
antivriesbeveiliging verhinderen dat de
gewenste snelheid geselecteerd kan
worden.
2.2 Ontvochten
- druk op de knop ‘6‘ tot het
controlelampje dat overeenkomt met
ontvochten aan gaat.
LET OP:
Ø de temperatuur kan niet geselecteerd
worden
Ø alleen de lage snelheid is beschikbaar:
deze wordt automatisch geselecteerd.
3.
SLAPEN ( )
Deze modus is alleen beschikbaar via de
afstandsbediening.
Na het inschakelen drukt u op de
knop van de afstandsbediening
voor het in- of uitschakelen van de
functie