34
NL
6.4.4 Een zekering vervangen
De machine is uitgerust met een
aantal zekeringen (1) met verschil-
lend vermogen en met de volgende
functies en kenmerken:
– Zekering van 10 A = bescher-
ming van de algemene stroom-
circuits en het vermogen van de
elektronische kaart; het in wer-
king treden van deze zekering
veroorzaakt de stilstand van de
machine. Tevens gaan alle lamp-
jes uit op het dashboard.
– Zekering van 25 A = bescher-
ming van het laadcircuit; wan-
neer deze zekering in werking
treedt, verliest de accu geleidelijk
aan zijn lading en ontstaan pro-
blemen bij het starten.
Het vermogen van de zekering is
aangegeven op de zekering zelf.
Een doorge-
brande zekering dient altijd ver-
vangen te worden door eenzelfde
type met hetzelfde vermogen
Als de oorzaak van het in werking treden niet gevonden kan worden dient er contact
opgenomen te worden met uw Verkoper.
BELANGRIJK
ONDERHOUD