15
NL
BEDIENINGSELEMENTEN
4.7 H
ENDEL OM DE MESSEN EN DE REM VAN DE MESSEN IN TE SCHAKELEN
Modellen met een koppelingshendel
De hendel (4.7.1) heeft twee standen die op de sticker staan aangegeven:
«A» = Messenontkoppeld
«B» = Messeningeschakeld
– Als de messen ingeschakeld worden zonder dat de voorgeschreven veiligheidsomstandig-
heden in acht zijn genomen, slaat de motor af en kan niet meer worden aangezet (
☛ 5.2).
– De positie “Ingeschakelde messen” wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat
brandt.
– Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele
seconden het draaien van de messen stopt.
Modellen met een elektromagnetische koppeling
De drukknop (4.7.2) schakelt de messen in door middel van electromagnetische wrijving:
«A» Uitgetrokken = Messen uitgeschakeld
«B» Getrokken = Messen ingeschakeld
– Het inschakelen van de messen zonder het in acht nemen van de voorgeschreven veilig-
heidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan van de motor die niet meer kan worden aangezet
(☛ 5.2).
– De positie “Ingeschakelde messen” wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat
brandt.
– Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele
seconden het draaien van de messen stopt.
4.8 G
RASHOOGTE REGELAAR
Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7», die op de desbetreffende sticker staan aangege-
ven en overeenkomen met dezelfde aantal maaihoogtes tussen 3 en 9 cm.
– Om van de ene naar de ander stand over te gaan dient er op de ontgrendelknop aan het einde
van de hendel gedrukt te worden.
4.9 H
ENDEL VOOR HET KANTELEN VAN DE OPVANGZAK
Modellen met manuele start
Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de
uittrekbare hendel uitgevoerd (4.9.1).
Modellen met elektrische start
Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de
➤
➤
➤
➤