520426
4
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/32
Next page
Water/water-warmtepomp
voor installatie binnen
WI 9 TE
WI 14 TE
WI 18 TE
WI 22 TE
WI 27 TE
Montage- en
gebruiksaanwijzing
Bestelnr.: 452232.66.11 FD 8806
www.dimplex.de NL-1
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Direct lezen a.u.b........................................................................................................................ NL-2
1.1 Belangrijke aanwijzingen ......................................................................................................................NL-2
1.2 Wettelijke voorschriften en richtlijnen ...................................................................................................NL-2
1.3 Energiebesparend gebruik van de warmtepomp ..................................................................................NL-2
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp ................................................................................. NL-3
2.1 Toepassingsgebied...............................................................................................................................NL-3
2.2 Werkwijze .............................................................................................................................................NL-3
3 Basisapparaat............................................................................................................................. NL-3
4 Transport..................................................................................................................................... NL-4
5 Plaatsing ..................................................................................................................................... NL-4
5.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-4
5.2 Geluidsemissies....................................................................................................................................NL-4
6 Montage....................................................................................................................................... NL-5
6.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-5
6.2 Aansluiting aan verwarming..................................................................................................................NL-5
6.3 Aansluiting aan warmtebron .................................................................................................................NL-5
6.4 Elektrische aansluiting ..........................................................................................................................NL-5
7 Inbedrijfstelling........................................................................................................................... NL-6
7.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-6
7.2 Voorbereiding .......................................................................................................................................NL-6
7.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling ................................................................................................................NL-6
8 Onderhoud / reiniging................................................................................................................ NL-6
8.1 Onderhoud............................................................................................................................................NL-6
8.2 Reiniging verwarmingsgedeelte............................................................................................................NL-6
8.3 Warmtebronzijdige reiniging .................................................................................................................NL-6
8.4 Eisen aan de waterkwaliteit ..................................................................................................................NL-7
9 Storingen / storingsdiagnose.................................................................................................... NL-7
10 Buitenbedrijfstelling / verwijdering .......................................................................................... NL-7
11 Toestelinformatie ....................................................................................................................... NL-8
12 Voorwaarden Fabrieksgarantie................................................................................................. NL-9
Bijvoegsel ............................................................................................................................................. A-I
NL-2
Nederlands
1
1 Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten oplichten!
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabel op het rechtsdraaiende veld
(bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en maakt
veel lawaai).
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (b.v.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige serviceafdeling uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Wettelijke voorschriften en
richtlijnen
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan
alle overeenkomstige EG-richtlijnen (zie CE-conformiteitsverkla-
ring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de
overeenkomstige EN- en IEC-normen evenals de nationale richt-
lijnen te worden nageleefd. Bovendien moeten de aansluitvoor-
waarden van de energievoorzieningsbedrijven in acht genomen
worden.
De warmtepomp moet overeenkomstig de betreffende voor-
schriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie geïnte-
greerd worden.
Personen, meer bepaald kinderen, die wegens hun fysieke, zin-
tuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn, het toestel op een veilige ma-
nier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of in-
structies vanwege een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
1.3 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie en de
warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke vertrektemperatuur van het water wor-
den gericht. Daarom dienen alle aangesloten energieverbruikers
voor een lage vertrektemperatuur geschikt te zijn. Een 1 K ho-
gere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het energiever-
bruik met ca. 2,5%. Een lagetemperatuurverwarming met ver-
trektemperaturen tussen 30 °C en 50 °C is voor een
energiebesparende werking prima geschikt.
www.dimplex.de NL-3
Nederlands
3
2 Gebruiksdoeleinde van
de warmtepomp
2.1 Toepassingsgebied
De water/water-warmtepomp kan in aanwezige of nieuw te plaat-
sen verwarmingsinstallaties gebruikt worden. Als warmtedrager
wordt water gebruikt. Dit kan uit bronnen of dergelijke installaties
worden aangevoerd.
Om het risico op corrosie van de verdamper uit te sluiten, moet
het bronwater overeenkomstig DIN 50930 worden getest op de
waarschijnlijkheid van corrosie van de metalen grondstoffen.
Desbetreffende details vindt u in het projecterings- en installatie-
handboek voor verwarmingswarmtepompen.
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
2.2 Werkwijze
Een bronpomp transporteert het water naar de verdamper van
de warmtepomp. Daar wordt warmte aan het koelmiddel in de
koelkringloop afgestaan.
Het koelmiddel wordt door de elektrisch aangedreven compres-
sor aangezogen, gecomprimeerd en naar een hoger tempera-
tuurniveau „gepompt”. Het bij dit proces toegevoerde elektrische
aandrijfvermogen gaat niet verloren, maar wordt grotendeels ook
aan het koelmiddel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier
wederom zijn warmte-energie aan het verwarmingswater af.
Afhankelijk van het bedrijfspunt kan het verwarmingswater zo tot
60 °C verwarmd worden.
3 Basisapparaat
Het basisapparaat bestaat uit een aansluitklare warmtepomp
voor installatie binnen met behuizing, schakelpaneel en geïnte-
greerde regelaar. In de koelkringloop is het koelmiddel R407C
gedaan. Het koelmiddel is CFK-vrij, breekt geen ozon af en is
niet brandbaar.
In het schakelpaneel zijn alle voor de werking van de warmte-
pomp noodzakelijke componenten aangebracht. Een voeler voor
de buitentemperatuur met bevestigingsmateriaal evenals een fil-
ter worden met de warmtepomp bijgeleverd. De spanningstoe-
voer voor de ballast- en stuurstroom moet ter plaatse worden
aangelegd.
De voeding van de ter plaatse aan te brengen bronpomp moet
op het schakelpaneel worden aangesloten. Daarbij moet worden
gecontroleerd of de fabrieksmatig ingebouwde motorcontactor
voor de ter plaatse ingebouwde pomp toereikend is.
1) Verdamper
2) Schakelpaneel
3) Condensor
4) Compressor

NL-4
Nederlands
4
4 Transport
Voor transport over een effen ondergrond is een hefwagen ge-
schikt. Indien de warmtepomp over een ongelijke ondergrond of
over trappen moet worden vervoerd, dan kan dat met draagrie-
men worden gedaan. Deze kunnen direct onder de transportpal-
let geschoven worden.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
Om het apparaat zonder pallet op te lichten, moeten de zijdelings
in het frame aangebrachte boorgaten worden gebruikt. De zijde-
lingse afdekplaten moeten daarbij worden verwijderd. Een ge-
wone buis kan daarbij als draaghulp dienen.
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten oplichten!
5 Plaatsing
5.1 Algemene aanwijzingen
Het apparaat dient uitsluitend in droge binnenruimtes op een ef-
fen, glad en horizontaal oppervlak te worden geplaatst. Daarbij
moet het frame rondom dicht bij de grond liggen om een pas-
sende geluidsisolatie te garanderen. Is dat niet het geval, kun-
nen extra geluiddempende maatregelen noodzakelijk zijn.
De warmtepomp moet zo zijn opgesteld, dat service aan het ap-
paraat probleemloos kan worden uitgevoerd. Dit is gewaarborgd,
indien er een afstand van ca. 1 m voor en naast de warmtepomp
gerespecteerd wordt.
5.2 Geluidsemissies
Dankzij de geluidsisolatie werkt de warmtepomp zeer stil. Om
overdracht van trillingen op het fundament te voorkomen, moet
er een geschikte, dempende rubber mat onder het hoofdframe
van de warmtepomp worden gelegd.
Om de overdracht van geluid naar het verwarmingssysteem te
voorkomen, is het raadzaam de warmtepomp met stukken slang
aan het verwarmingssysteem te koppelen.
www.dimplex.de NL-5
Nederlands
6.4
6 Montage
6.1 Algemeen
De warmtepomp is voorzien van de volgende aansluitingen:
Vertrek/terugloop broninstallatie
Vertrek/terugloop verwarming
Stroomvoorziening
6.2 Aansluiting aan verwarming
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
Voor het warmwaterzijdige aansluiten van de warmtepomp dient
de verwarmingsinstallatie doorgespoeld te worden, om mogelijk
vuil, resten van isolatiemateriaal etc. te verwijderen. Wanneer de
condensor door resten en vervuiling verstopt raakt, kan dit tot uit-
val van de warmtepomp leiden.
Na installatie van de verwarming dient het verwarmingssysteem
te worden gevuld, ontlucht en onder druk te worden gezet.
Minimum waterdebiet
Het minimum waterdebiet van de warmtepomp dient in elke be-
drijfsmodus van de verwarmingsinstallatie gegarandeerd te zijn.
Deze kan b.v. door installatie van een differentiedrukloze verde-
ler of van een overstroomventiel worden bereikt. De instelling
van een overstroomventiel wordt in het hoofdstuk Inbedrijfstelling
verklaard.
Vorstbeveiliging bij kans op vorst
Indien de regelaars en verwarmings-circulatiepompen bedrijfs-
klaar zijn, werkt de vorstbeveiliging van de regelaar. Bij buitenbe-
drijfstelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet de in-
stallatie worden geleegd. Bij warmtepompsystemen waarbij
stroomuitval niet herkend kan worden (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring met een geschikte vorstbeveiliging worden ge-
bruikt.
6.3 Aansluiting aan warmtebron
De aansluiting dient als volgt te worden uitgevoerd:
De bronleidingen op het vertrek en de terugloop van de warmte-
pomp aansluiten.
OPGELET!
Het bronwater moet aan de vereiste waterkwaliteit voldoen.
Daarbij moet het hydraulische basisschema in acht genomen
worden.
6.4 Elektrische aansluiting
Op de warmtepomp moeten de volgende elektrische aansluitin-
gen worden verricht.
Aansluiting van de stuurleiding op het schakelpaneel van de
warmtepomp via de klemmen X1: L/N/PE.
Aansluiting van de vermogenkabel op het schakelpaneel
van de warmtepomp via de klemmen X5: L1/L2/L3/PE.
Aansluiting van de vermogenkabel voor de bronpomp op het
schakelpaneel van de warmtepomp via de klemmen X5:
L11/L21/L31/PE.
Aansluiting van de bronpomp (ter plaatse) op het schakelpa-
neel van de warmtepomp via klem X1: PE en pompbeveili-
ging K5: 2/4/6.
Bij het aansluiten van de bronpomp-vermogenkabel moet zijn
gewaarborgd, dat de spanningsvoorziening voor deze klemmen
niet door een afstandsschakelaar kan worden uitgeschakeld om
de uitschakelvertraging van de bronpomp te waarborgen.
Alle voor de werking van de warmtepomp noodzakelijke elektri-
sche componenten bevinden zich op het schakelpaneel.
Exacte aanwijzingen over de aansluiting en het functioneren van
de warmtepompregelaar (b.v. bijgesloten buitenwandvoeler)
vindt u in de bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de regelaar.
Een alpolige afschakeling met minimaal 3 mm contactopenings-
afstand (b.v. EVB-veiligheidsschakelaar of veiligheidscontact)
evenals een 3-polige vermogensschakelaar met één uitschake-
ling voor alle buitenkabels moeten worden aangebracht. De be-
nodigde kabeldoorsnede moet conform het verbruik van de
warmtepomp, de technische aansluitvoorwaarden van de betref-
fende elektriciteitsmaatschappij en de geldende voorschriften
worden bepaald. Het verbruik van de warmtepomp vindt u bij de
productinformatie of op het typeplaatje. De aansluitklemmen zijn
voor een kabeldoorsnede van max. 10 mm
2
ontworpen.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabel op het rechtsdraaiende veld
(bij een foutief draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en maakt
veel lawaai).
NL-6
Nederlands
7
7 Inbedrijfstelling
7.1 Algemeen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze
door een door de fabriek bevoegde serviceafdeling uitgevoerd te
worden. Onder bepaalde voorwaarden is daarmee een verlen-
ging van de garantie verbonden (verg. garantievergoeding).
7.2 Voorbereiding
Vóór de inbedrijfstelling dienen de volgende punten gecontro-
leerd te worden:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd
te zijn (zie hoofdstuk 6).
Het warmtebronsysteem en de verwarmingskring moeten
gevuld en gecontroleerd zijn.
In de bronwater- en verwarmingskring moeten alle kranen,
die de correcte stroom zouden kunnen belemmeren, zijn ge-
opend.
De warmtepompregelaar moet volgens de bijbehorende ge-
bruiksaanwijzing op het verwarmingssysteem zijn afges-
temd.
7.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de warmte-
pompregelaar.
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar worden uitgevoerd.
Indien het minimum waterdebiet door middel van een over-
stroomventiel beveiligd wordt, moet deze op het verwarmings-
systeem worden afgestemd. Een verkeerde instelling kan tot fou-
tieve werking en een verhoogde elektrische energiebehoefte
leiden. Om het overstroomventiel goed in te stellen, adviseren wij
als volgt te handelen:
Sluit alle verwarmingskringen, die ook bij een werkende installa-
tie afhankelijk van het gebruik gesloten kunnen zijn, zodat het
waterdebiet in deze bedrijfsstand zo ongunstig mogelijk is. Dit
zijn doorgaans de verwarmingskringen in de ruimten aan de
zuid- en westkant. Er moet minimaal één verwarmingskring geo-
pend blijven (b.v. bad).
Het overstroomventiel moet zo ver worden geopend, dat bij de
actuele warmtebrontemperatuur het in de onderstaande tabel
aangegeven maximale temperatuurverschil tussen verwar-
mingsvertrek en -terugloop ontstaat. Het temperatuurverschil
moet zo dicht mogelijk bij de warmtepomp worden gemeten. Bij
mono-energetische installaties moet het verwarmingselement
gedeactiveerd worden.
Storingen bij een werkende installatie worden op de warmtepom-
pregelaar weergegeven en kunnen, zoals in de gebruiksaanwij-
zing van de warmtepompregelaar beschreven is, worden verhol-
pen.
8 Onderhoud / reiniging
8.1 Onderhoud
De warmtepomp werkt onderhoudsvrij. Om bedrijfsstoringen
door opeenhoping van vuil in de warmtewisselaars te voorko-
men, moet ervoor gezorgd worden, dat er geen vuil in het warm-
tebronsysteem en de verwarmingsinstallatie terecht kan komen.
Indien er zich toch dergelijke bedrijfsstoringen voordoen, moet
de installatie worden gereinigd, zoals hieronder beschreven
wordt.
8.2 Reiniging
verwarmingsgedeelte
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kunnen er oxida-
tieproducten (roest) door zuurstof in de warmwaterkringloop ont-
staan. De roest komt via ventielen, circulatiepompen of kunststof
buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom dient er -
met name bij de buizen van de vloerverwarming - op een diffusie-
dichte installatie gelet te worden.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (b.v.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het
warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is, dat het vermogen van de con-
densor in de warmtepomp vermindert, moet een installateur de
installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te reini-
gen met een fosforzuur van 5% of, indien er vaker moet worden
gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op kamertempera-
tuur zijn. Het is raadzaam, de warmtewisselaar tegen de normale
doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de kring-
loop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij aan,
het spoelapparaat direct op het vertrek en de terugloop van de
condensor aan te sluiten. Daarna moet er met geschikte, neutra-
liserende middelen nogmaals grondig gespoeld worden, zodat
beschadigingen door eventueel in het systeem achtergebleven
resten van een reinigingsmiddel worden voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de desbetref-
fende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het reinigingsmid-
del worden overlegd!
8.3 Warmtebronzijdige reiniging
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet een filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen. In het begin moet de filterzeef van het filter met re-
latief korte tussenpozen worden gereinigd. Indien de verontreini-
ging zichtbaar minder is, kan de tussentijd navenant worden ver-
lengd.
Warmtebron-
temperatuur
Max. temperatuurverschil
tussen verwarmingsvertrek en -
terugloop
van tot
7° C 12° C 10 K
13° C 18° C 11 K
19° C 25° C 12 K
www.dimplex.de NL-7
Nederlands
10
8.4 Eisen aan de waterkwaliteit
Om sedimentatie van het warmtepompsysteem te voorkomen,
mag het grondwater geen bezinkbare stoffen bevatten en moe-
ten de grenswaarden voor wat betreft IJZER (< 0,2 mg/l) en
MANGAAN (< 0,1 mg/l) in acht worden genomen.
Het gebruik van oppervlaktewater of zouthoudend water is niet
toegestaan. Eerste aanwijzingen over een mogelijk gebruik van
het grondwater kunnen bij de lokale watervoorzieningsbedrijven
worden opgevraagd. Wateranalyses worden door watertechni-
sche laboratoria gemaakt.
Een wateranalyse voor wat betreft corrosie van de verdamper is
niet noodzakelijk, wanneer de grondwatertemperatuur jaarlijks
gemiddeld niet boven de 13 °C ligt. In dat geval moeten alleen de
grenswaarden voor ijzer en mangaan worden aangehouden (se-
dimentatie).
9 Storingen / storings-
diagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een storing optreedt, wordt dit op het dis-
play van de warmtepompmanager weergegeven. Zie hiertoe de
pagina Storingen en Storingsdiagnose in de gebruiksaanwijzing
van de warmtepompregelaar.
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
de bevoegde serviceafdeling.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige serviceafdeling uitgevoerd te worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
10 Buitenbedrijfstelling /
verwijdering
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en alle kleppen afgesloten te zijn. Milieurelevante
eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en afvoer van afvalstoffen
en componenten volgens gebruikelijke normen dienen te worden
nageleefd. Dit geldt in het bijzonder voor het vakkundig verwijde-
ren van het koelmiddel en de koelolie.
NL-8
Nederlands
11
11 Toestelinformatie
1 Technische en commerciële benaming
WI 9TE WI 14TE WI 18TE WI 22TE WI 27TE
2 Bouwvorm
2.1 Beschermingsgraad volgens EN 60 529 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP20
2.2 Plaats van opstelling Binnen Binnen Binnen Binnen Binnen
3 Vermogengegevens
3.1 Temperatuur-gebruiksgrenzen:
Warmwater-vertrektemperatuur °C tot 58 tot 58 tot 58 tot 58 tot 58
Koud water (warmtebron) °C +7 tot +25 +7 tot +25 +7 tot +25 +7 tot +25 +7 tot +25
3.2 Temperatuurverschil warm water bij W10 / W35 K 9,55,08,85,09,25,09,65,09,45,0
3.3 Verwarmingsvermogen/
vermogencoëfficiënt bij W7 / W55
1
kW / ---
1. Deze gegevens staan voor de afmeting en het rendement van de installatie in overeenstemming met EN 255 en EN 14511. Voor economische en energetische beschouwingen
moet met het bivalentiepunt en de regeling rekening gehouden worden. Hierbij betekent b.v. W10 / W55: warmtebrontemperatuur 10 °C en temperatuur warmwatertoevoer 55 °C.
6,9 /
2,5
12,2 /
2,5
14,9 /
3,0
19,0 /
3,2
24,6 /
3,2
bij W10 / W50
1
kW / ---
7,7 /
3,2
13,4 /
3,6
16,3 /
3,7
20,8 /
3,8
26,4 /
3,8
bij W10 / W45
1
kW / ---
7,6 /
3,5
13,2 /
3,8
16,1 /
4,0
20,5 /
4,0
26,0 /
4,1
bij W10 / W35
1
kW / ---
8,3 /
5,1
8,2 /
4,9
13,6 /
5,2
13,5 /
5,0
17,1 /
5,3
16,9 /
5,2
21,5 /
5,5
21,3 /
5,3
26,4 /
5,1
26,1 /
4,9
3.4 Geluidsniveau dB(A) 53 55 55 58 59
3.5 Verwarmingswaterdebiet bij intern drukverschil m³/h / Pa
0,75 /
7000
1,4 /
24000
1,3 /
7000
2,3 /
22000
1,6 /
2600
2,8 /
7600
2,0 /
8000
3,7 /
24300
2,4 /
12500
4,5 /
36000
3.6 Koudwaterdebiet bij intern drukverschil
(warmtebron) m³/h / Pa
2,0 /
6200
1,9 /
5600
3,3 /
19000
3,2 /
13000
4,0 /
12000
3,6 /
9500
5,0 /
20000
4,8 /
17900
7,0 /
16000
6,7 /
14900
3.7 Koelmiddel; totaal vulgewicht type / kg R407C / 1,7 R407C / 1,6 R407C / 3,5 R407C / 3,2 R407C / 4,5
4 Afmetingen, aansluitingen en gewicht
4.1 Afmetingen van het apparaat zonder aansluitingen
2
H x B x L mm
2. Let erop, dat de benodigde ruimte voor buisaansluiting, bediening en onderhoud groter is.
1445 x 650 x
575
1445 x 650 x
575
1445 x 650 x
575
1445 x 650 x
575
1445 x 650 x
575
4.2 Toestelaansluitingen voor verwarming inch
1¼" buiten-
draad
1¼" buiten-
draad
1¼" buiten-
draad
1¼" buiten-
draad
1¼" buiten-
draad
4.3 Toestelaansluitingen voor warmtebron inch
1¼" buiten-
draad
1¼" buiten-
draad
1½" buiten-
draad
1½" buiten-
draad
1½" buiten-
draad
4.4 Gewicht transporteenheid/-eenheden incl. verpakking kg 156 168 187 189 259
5 Elektrische aansluiting
5.1 Nominale spanning; beveiliging V / A 400 / 16 400 / 16 400 / 16 400 / 20 400 / 20
5.2 Nominaal ingangsvermogen
1
W10 W35 kW
1,62 1,68 2,64 2,72 3,21 3,27 3,93 4,02 5,15 5,29
5.3 Startstroom m. softstart-systeem A
30 (zonder
softstart-sys-
teem)
26 28 27 29
5.4 Nominale stroom W10 W35 / cos ϕ A / ---
2,9 /
0,8
3,03 /
0,8
4,8 /
0,8
4,91 /
0,8
5,8 /
0,8
5,90 /
0,8
7,0 /
0,8
7,25 /
0,8
9,4 /
0,8
9,54 /
0,8
6 Voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften
3
3. Zie CE-conformiteitsverklaring
3 3 3 3
7 Andere eigenschappen van de uitvoering
7.1 Water in toestel tegen vorst beschermd
4
4. De verwarmings-circulatiepomp en de regelaar van de warmtepomp dienen altijd bedrijfsklaar te zijn.
ja ja ja ja ja
7.2 Vermogensniveaus 11111
7.3 Regelaar intern / extern intern intern intern intern intern
www.dimplex.de NL-9
Nederlands
12
12 Voorwaarden Fabrieks-
garantie
Dimplex producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldig-
heid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een
defect optreedt. Uw installateur zal dit op verzoek herstellen,
zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van
het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onder-
staande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn
99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende
rechten blijven onverlet. Deze fabrieksgarantie laat ook de rech-
ten onverlet die de consument/eindgebruiker krachtens de wet
heeft ten opzichte van zijn leverancier. Ook de garantieverplich-
tingen van de installateur naar de eindgebruiker blijven onaange-
tast. Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande
voorwaarden:
1) Gebreken en/of storingen dienen te worden gemeld bij de
verkoper/ installateur.
2) Onder inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 17
worden gebreken aan het product die zich openbaren bin-
nen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eind-
gebruiker kosteloos verholpen. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot
12 maanden.
3) Voor producten die het .Kwaliteitskeurmerk voor warmte-
pompen. hebben verworven, worden in het 3e tot en met 5e
jaar onderdelen gratis ter beschikking gesteld, indien ver-
vanging noodzakelijk blijkt. De vervangingsonderdelen voor
onderhoud en reparatie blijven tenminste 10 jaar na aan-
koop leverbaar.
4) De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos
wordt teruggebracht in de werkingstoestand die het behoort
te hebben voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
5) Het gebrek moet direct na constatering gemeld worden om
mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaan-
spraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden
na vaststelling is gemeld.
6) Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met
aankoop- en/of leveringsdatum te worden overgelegd. Bij
ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te wor-
den overgelegd.
7) De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van
de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid
van het product onbeduidend zijn.
8) De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
9) De garantie heeft geen betrekking op gebreken door trans-
portschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ont-
staan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd ge-
bruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de
montage-instructies en gebruiksaanwijzingen.
10) Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd ver-
oorzaakt door reparatie of ingrepen door derden die niet be-
voegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voor-
zien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel
zijn en daardoor een defect veroorzaken.
11) Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen
te worden overhandigd aan of gezonden naar de verkoper.
Reparatie ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde producten.
12) Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd,
opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in-
en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, wor-
den de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in
rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in-
of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
13) Indien binnen de garantieperiode de reparatie van hetzelfde
defect herhaaldelijk mislukt of de reparatiekosten dispropor-
tioneel in vergelijk met vervanging zijn, wordt in overleg met
de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In
geval van vervanging behouden we ons het recht voor om
een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken ge-
bruiksperiode.
14) Reparatie onder garantie heeft geen verlenging van de ga-
rantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn
tot gevolg.
15) Op reparaties geven wij een garantie van 6 maanden, uitslu-
itend op hetzelfde gebrek.
16) Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding
van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten
voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
17) In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aan-
koopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk
anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte
en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het
buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het
product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning,
frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandig-
heden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebrui-
ker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Nood-
zakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garan-
tie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
NL-10
Nederlands
12
www.dimplex.de A-I
Bijvoegsel
Bijvoegsel
1 Afmetingen.................................................................................................................................... A-II
2 Diagrammen................................................................................................................................. A-III
2.1 Curves WI 9TE ...................................................................................................................................... A-III
2.2 Curves WI 14TE ....................................................................................................................................A-IV
2.3 Curves WI 18TE .....................................................................................................................................A-V
2.4 Curves WI 22TE ....................................................................................................................................A-VI
2.5 Curves WI 27TE ...................................................................................................................................A-VII
3 Elektrische schema's ................................................................................................................ A-VIII
3.1 Sturing WI 9TE - WI 22TE ...................................................................................................................A-VIII
3.2 Vermogen WI 9TE - WI 22TE ................................................................................................................A-IX
3.3 Klemmenaansluitschema WI 9TE - WI 22TE .........................................................................................A-X
3.4 Legende WI 9TE - WI 22TE...................................................................................................................A-XI
3.5 Sturing WI 27TE ...................................................................................................................................A-XII
3.6 Vermogen WI 27TE .............................................................................................................................A-XIII
3.7 Klemmenaansluitschema WI 27TE..................................................................................................... A-XIV
3.8 Legende WI 27TE................................................................................................................................ A-XV
4 Hydraulisch basisschema ........................................................................................................A-XVI
4.1 Schematische afbeelding.................................................................................................................... A-XVI
4.2 Legende............................................................................................................................................. A-XVII
5 Conformiteitsverklaring..........................................................................................................A-XVIII
A-II
Bijvoegsel
1
1 Afmetingen
9HUZDUPLQJWHUXJORRS
,QJDQJLQZDUPWHSRPS
:DUPWHEURQYHUWUHN
8LWJDQJXLWZDUPWHSRPS
$DQVOXLWLQJHQDDQYHUZDUPLQJ
:,7( EXLWHQGUDDG
$DQVOXLWLQJHQZDUPWHEURQ
:,7( EXLWHQGUDDG
ZDWHUILOWHUPHWEXLWHQGUDDG
:,&6 EXLWHQGUDDGZDWHUILOWHUPHWEXLWHQGUDDG
:DUPWHEURQWHUXJORRS
,QJDQJLQZDUPWHSRPS
9HUZDUPLQJYHUWUHN
8LWJDQJXLWZDUPWHSRPS
PHWJHPRQWHHUGZDWHUILOWHU
YRRU:,7(
FD
FD
www.dimplex.de A-III
Bijvoegsel
2.1
2 Diagrammen
2.1 Curves WI 9TE
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@ :DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUEUXLNLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
.RXGZDWHUGHELHW
P
K
A-IV
Bijvoegsel
2.2
2.2 Curves WI 14TE
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@ :DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUEUXLNLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
.RXGZDWHUGHELHW
P
K
www.dimplex.de A-V
Bijvoegsel
2.3
2.3 Curves WI 18TE
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@ :DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUEUXLNLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
.RXGZDWHUGHELHW
P
K
A-VI
Bijvoegsel
2.4
2.4 Curves WI 22TE
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@ :DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUEUXLNLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
.RXGZDWHUGHELHW
P
K
www.dimplex.de A-VII
Bijvoegsel
2.5
2.5 Curves WI 27TE
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@ :DWHUDIYRHUWHPSHUDWXXULQ>&@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUEUXLNLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
.RXGZDWHUGHELHWLQ>PñK@
9HUPRJHQFRsIILFLsQW&23LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
.RXGZDWHULQODDWWHPSHUDWXXU
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
&RQGHQVRU
9HUGDPSHU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW
P
K
.RXGZDWHUGHELHW
P
K
A-VIII
Bijvoegsel
3
3 Elektrische schema's
3.1 Sturing WI 9TE - WI 22TE
1HW
/3(9$&+]
SRO
SRO
VWRGHELHW
VWR0
VWR0
www.dimplex.de A-IX
Bijvoegsel
3.2
3.2 Vermogen WI 9TE - WI 22TE
YRHGLQJEURQSRPSGLUHFW
%HGUDGLQJELMDIOHYHULQJ
YRHGLQJFRPSUHVVRU
YLD(9%YHLOLJKHLGVVFKDNHODDU
%HGUDGLQJYHUDQGHUHQ
LQLQVWDOODWLHV]RQGHU(9%EORNNHULQJ
NDQGHGLUHFWHYRHGLQJ
YRRUGHEURQSRPSYHUYDOOHQ
QLHWLQ:,7(
$
:,7(±:,7(
$ :,7(
)DEULNDQW
3RPSW\SH 1RPLQDOHVWURRP
1HW
/3(9$&+]
1HW
/3(9$&+]
A-X
Bijvoegsel
3.3
3.3 Klemmenaansluitschema WI 9TE - WI 22TE
0HQJNUDDQKRRIGNULQJ
RI
9HUZDUPLQJVHOHPHQW
&RQWDFWRSHQ EORNNHULQJZDUPWHSRPS
'HIXQFWLHYDQ(NDQJHVHOHFWHHUGZRUGHQ
GHEORNNHULQJVLQJDQJ
&RQWDFWRSHQ EORNNHULQJZDUPWHSRPS
%UXJ$GHVJHZHQVWYHUZLMGHUHQ
1HW
/3(9$&+]
1HW
9$&+]
SRO
SRO
www.dimplex.de A-XI
Bijvoegsel
3.4
3.4 Legende WI 9TE - WI 22TE
A1 Draadbrug, moet worden geplaatst, wanneer er
geen afsluitcontactor nodig is
A2 Draadbrug, moet bij gebruik van de 2e blokkeringsin-
gang worden verwijderd
B3* Thermostaat warm water
B4* Thermostaat zwembadwater
E9* Elektr. dompelverwarmingselement warm water
E10* 2de Warmtebron (ketel of elekt. verwarmingselement)
F2 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J12 en
J13 4,0 ATr
F3 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J15 - J18
4,0 ATr
F4 Pressostaat hoge druk
F5 Lagedruk-pressostaat (vanaf WI 22TE is F5 een
begrenzer met handmatige terugstelling)
F10 Debietschakelaar
F15 Overbelastingsrelais voor M11 / het overbelastings-
relais is bestemd voor de bij het glycolwaterpakket
horende pomp
H5* Lampje storingsaanduiding op afstand
J1...J18 Klemsteekverbinder voor N1
K1 Veiligheidsschakelaar compressor
K5 Veiligheidsschakelaar primaire pomp
K11* Elektron. relais storingsaanduiding op afstand (op
relaismodule)
K12* Elektron. relais voor circulatiepomp zwembadwater
(op relaismodule)
K20* Veiligheidsschakelaar voor E10
K21* Veiligheidsschakelaar voor E9
K22* Contactor afsluiting elektriciteitsmaatschappij
K23* SPR hulprelais
M1 Compressor
M11* Primaire pomp
M13* Verwarmings-circulatiepomp
M15* 2de Verwarmingskring-circulatiepomp
M16* Bijkomende circulatiepomp
M18* Warmwater-circulatiepomp
M19* Zwembadwater-circulatiepomp
M21* Mengkraan hoofdkring
M22* Mengkraan 2de verwarmingskring
N1 Warmtepompregelaar
N7 Softstartbesturing (niet in WI 9TE apparaten)
N11* Relaismodule
N14 Besturingspaneel
R1 Buitentemperatuurvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler (alternatief voor warmwaterthermo-
staat)
R5 Voeler voor 2de verwarmingskring
R6 Voeler ter beveiliging tegen bevriezen
R7 Codeerweerstand 49k9
T1 Veiligheidsscheidingstransformator 230/24V AC-
28VA
X1 Klemmenblok netbesturing L/N/PE-230V AC-
50 Hz/zekeringen/ N- en PE-verdeler
X2 Klemmenblok 24V AC-verdeler
X3 Klemmenblok GND-verdeler voor sensoren
X5 Klemmenblok vermogenstoevoer 3L/PE-400V AC-
50 Hz
Afkortingen:
EVB Ingang afsluiting elektriciteitsmaatschappij
SPR Extra blokkeringsingang
MA* Mengkraan OPEN - 1e verwarmingskring
MZ Mengkraan DICHT - 1e verwarmingskring
* Componenten dienen extern beschikbaar te worden
gesteld, resp. zijn als accessoire verkrijgbaar
A-XII
Bijvoegsel
3.5
3.5 Sturing WI 27TE
1HW
9$&+]
VWRGHELHW
VWR0
VWR0
SRO
SRO
www.dimplex.de A-XIII
Bijvoegsel
3.6
3.6 Vermogen WI 27TE
YRHGLQJEURQSRPSGLUHFW
1HW
/3(9$&+]
1HW
/3(9$&+]
YRHGLQJFRPSUHVVRU
YLD(9%YHLOLJKHLGVVFKDNHODDU
%HGUDGLQJELMDIOHYHULQJ
%HGUDGLQJYHUDQGHUHQ
LQLQVWDOODWLHV]RQGHU(9%EORNNHULQJ
NDQGHGLUHFWHYRHGLQJ
YRRUGHEURQSRPSYHUYDOOHQ
)DEULNDQW*UXQGIRV
3RPSW\SH 1RPLQDOHVWURRP
A-XIV
Bijvoegsel
3.7
3.7 Klemmenaansluitschema WI 27TE
RI
9HUZDUPLQJVHOHPHQW
[
1HW
/3(9$&+]
1HW
9$&+]
SRO
SRO
&RQWDFWRSHQ EORNNHULQJZDUPWHSRPS
'HIXQFWLHYDQ(NDQJHVHOHFWHHUGZRUGHQ
GHEORNNHULQJVLQJDQJ
&RQWDFWRSHQ EORNNHULQJZDUPWHSRPS
%UXJ$GHVJHZHQVWYHUZLMGHUHQ
www.dimplex.de A-XV
Bijvoegsel
3.8
3.8 Legende WI 27TE
A1 Draadbrug, moet worden geplaatst, wanneer er
geen afsluitcontactor nodig is
A2 Draadbrug, moet bij gebruik van de 2de blokke-
ringsingang worden verwijderd
B1 Pressostaat flexibele aanpassing van het vermo-
gen bij WW-bereiding
B3* Thermostaat warm water
B4* Thermostaat zwembadwater
E9* Elektr. dompelverwarmingselement warm water
E10* 2de warmtebron
F2 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J12 en
J13 4,0 ATr
F3 Lastzekering voor N1-relaisuitgangen op J15 - J18
4,0 ATr
F4 Pressostaat hoge druk
F5 Lagedruk-pressostaat - begrenzer met handmatige
terugstelling
F10 Debietschakelaar
F12 Thermorelais N7
F14 Elektronische motorcontactor compressor 1
H5* Lampje storingsaanduiding op afstand
J1...J18 Klemsteekverbinder voor N1
K1 Veiligheidsschakelaar voor M1
K1.1 Veiligheidsschakelaar aantrekstroombegrenzing
van M1
K1.2 Tijdrelais vertr. K1
K5 Veiligheidsschakelaar voor M11
K11* Elektron. relais voor H5
K12* Elektron. relais voor M19
K20* Veiligheidsschakelaar voor E10
K21* Veiligheidsschakelaar voor E9
K22* Contactor afsluiting elektriciteitsmaatschappij
K23* SPR hulprelais
M1 Compressor
M11* Primaire pomp
M13* Verwarmings-circulatiepomp
M15* 2de Verwarmingskring-circulatiepomp
M16* Bijkomende circulatiepomp
M18* Warmwater-circulatiepomp
M19* Zwembadwater-circulatiepomp
M21* Mengkraan hoofdkring
M22* Mengkraan 2de verwarmingskring
N1 Warmtepompregelaar
N7 Softstartplatine
N11* Relaismodule
N14 Besturingspaneel
Q1 Veiligheidsschakelaar bronpomp
Q2 Veiligheidsschakelaar compressor
R1 Buitentemperatuurvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3* Warmwatervoeler (alternatief voor warmwaterther-
mostaat)
R5 Voeler voor 2de verwarmingskring
R6 Voeler ter beveiliging tegen bevriezen
R7 Codeerweerstand 49k9
R9 Vertrekvoeler
T1 Veiligheidsscheidingstransformator 230/24V AC-
28VA
X1 Klemmenblok netbesturing L/N/PE-230V AC-
50 Hz/zekeringen/ N- en PE-verdeler
X2 Klemmenblok 24V AC-verdeler
X3 Klemmenblok GND-verdeler voor sensoren
X5 Klemmenblok vermogenstoevoer 3L/PE-400V AC-
50 Hz
Y4 Magneetventiel - aanpassing van het vermogen bij
WW-bereiding
Afkortingen:
EVB Ingang afsluiting elektriciteitsmaatschappij
SPR Extra blokkeringsingang
MA* Mengkraan OPEN - 1e verwarmingskring
MZ Mengkraan DICHT - 1e verwarmingskring
* Componenten dienen extern beschikbaar te wor-
den gesteld, resp. zijn als accessoire verkrijgbaar
A-XVI
Bijvoegsel
4
4 Hydraulisch basisschema
4.1 Schematische afbeelding
www.dimplex.de A-XVII
Bijvoegsel
4.2
4.2 Legende
Afsluitventiel
Afsluitventiel met lediging
Overstroomventiel
Veiligheidsklep
Circulatiepomp
Expansievat
Door ruimtetemperatuur gestuurd ventiel
Terugslagklep
Afsluitventiel met terugslagklep
Warmteverbruiker
Filter
Temperatuurvoeler
Flexibele aansluitslang
Warmtepomp
Bufferopslagvat
Warmtepompregelaar
Stroomdistributie
Waterverwarmer
Stroomrichting grondwater
Zuigbron
Absorptieput
M11 Broncirculatiepomp
M13 Verwarmings-circulatiepomp
M18 Warmwater-circulatiepomp
R1 Buitenwandvoeler
R2 Terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler
R9 Vertrekvoeler
KW Koud water
WW Warm water
A-XVIII
Bijvoegsel
5
5 Conformiteitsverklaring
www.dimplex.de A-XIX
Bijvoegsel
5
Glen Dimplex Deutschland GmbH
Geschäftsbereich Dimplex
Am Goldenen Feld 18
D-95326 Kulmbach
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
+49 (0) 9221 709 565
www.dimplex.de
4


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Dimplex WI 14 TE at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Dimplex WI 14 TE in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,37 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Dimplex WI 14 TE

Dimplex WI 14 TE Usermanual and installation guide - English, German, French - 64 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info