520391
32
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/36
Next page
Grond/water-
warmtepomp voor
binnenopstelling
SI 6TU
SI 8TU
SI 11TU
SI 14TU
SI 18 TU
Montage- en
gebruiksaanwijzing
Nederlands
Bestelnr.: 452235.66.05 FD 9205
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-1
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
Inhoudsopgave
1 Direct lezen a.u.b........................................................................................................................ NL-2
1.1 Belangrijke aanwijzingen ......................................................................................................................NL-2
1.2 Doelmatig gebruik.................................................................................................................................NL-2
1.3 Wettelijke voorschriften en regels.........................................................................................................NL-2
1.4 Energiebesparend gebruik van de warmtepomp ..................................................................................NL-2
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp ................................................................................. NL-3
2.1 Toepassingsgebied...............................................................................................................................NL-3
2.2 Werkwijze .............................................................................................................................................NL-3
3 Basisapparaat............................................................................................................................. NL-3
4 Accessoires ................................................................................................................................ NL-4
4.1 Glycolwaterverdeler ..............................................................................................................................NL-4
4.2 Afstandsbediening ................................................................................................................................NL-4
4.3 Gebouwbeheersysteem........................................................................................................................NL-4
5 Transport..................................................................................................................................... NL-4
6 Plaatsing ..................................................................................................................................... NL-5
6.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-5
6.2 Geluidsemissies....................................................................................................................................NL-5
7 Montage....................................................................................................................................... NL-5
7.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-5
7.2 Aansluiting verwarmingskant ................................................................................................................NL-5
7.3 Aansluiting aan de kant van de warmtebron.........................................................................................NL-6
7.4 Temperatuurvoeler ...............................................................................................................................NL-6
7.5 Elektrische aansluiting ..........................................................................................................................NL-7
8 Inbedrijfstelling........................................................................................................................... NL-8
8.1 Algemene aanwijzingen........................................................................................................................NL-8
8.2 Voorbereiding .......................................................................................................................................NL-8
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling ................................................................................................................NL-9
9 Onderhoud / reiniging................................................................................................................ NL-9
9.1 Onderhoud............................................................................................................................................NL-9
9.2 Reiniging verwarmingskant...................................................................................................................NL-9
9.3 Reiniging aan de kant van de warmtebron ...........................................................................................NL-9
10 Storingen / storingsdiagnose.................................................................................................. NL-10
11 Buitenbedrijfstelling / verwijdering ........................................................................................ NL-10
12 Toestelinformatie ..................................................................................................................... NL-11
Bijlage ................................................................................................................................................... A-I
Afmetingen ....................................................................................................................................................A-II
Diagrammen ................................................................................................................................................ A-IV
Elektrische schema's................................................................................................................................... A-X
Hydraulisch basisschema....................................................................................................................... A-XVII
Conformiteitsverklaring .......................................................................................................................... A-XIX
NL-2 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
1 Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig opgeleid personeel worden gecontroleerd en
vastgelegd.
OPGELET!
Bij een externe besturing van de warmtepomp resp. de circulatiepomp
moet in een additionele debietschakelaar worden voorzien, die het
inschakelen van de compressor bij afwezige volume debiet voorkomt.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten oplichten!
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
OPGELET!
De maximale testdruk bedraagt verwarmings- en glycolwaterzijdig 6,0
bar(ü). Deze waarde mag niet worden overschreden.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25 % uit een vorstbeveiliging op
monoethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het
vullen worden gemengd.
OPGELET!
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het
opstarten van de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende
aanwijzing wordt in de warmtepompmanager weergegeven (bedrading
aanpassen).
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager worden uitgevoerd.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Doelmatig gebruik
Dit apparaat is uitsluitend voor het door de fabrikant beoogde
gebruiksdoeleinde vrijgegeven. Elk ander of verderreikend
gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd. Hiertoe wordt
ook de inachtneming van de desbetreffende
productdocumentatie gerekend. Het is niet toegestaan het
apparaat te veranderen of om te bouwen.
1.3 Wettelijke voorschriften en
regels
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2k) van de EG-
richtlijn 2006/42/EC (richtlijn voor machines) voor huiselijk
gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen van de EG-
richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn). De pomp is
daarmee ook bestemd voor gebruik door leken voor het
verwarmen van winkels, kantoren en andere soortgelijke
werkomgevingen, evenals voor het verwarmen van
landbouwbedrijven, hotels, pensions en dergelijke of voor het
verwarmen van andere wooninrichtingen.
De warmtepomp voldoet aan alle relevante DIN-/VDE-
voorschriften en EG-richtlijnen. Deze vindt u in de CE-verklaring
in de bijlage.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet volgens de
geldige VDE-, EN- en IEC-normen en volgens het Algemeen
Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.) worden
uitgevoerd. Bovendien moeten de aansluitingsvoorwaarden van
de energiebedrijven in acht worden genomen.
De warmtepomp moet overeenkomstig de betreffende
voorschriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie
geïntegreerd worden.
Personen, in het bijzonder kinderen, die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn het toestel op een veilige
manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of
instructies van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig opgeleid personeel worden gecontroleerd en
vastgelegd.
1.4 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie en de
warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke watervertrektemperatuur worden
gericht. Daarom dienen alle aangesloten energieverbruikers
voor een lage vertrektemperatuur geschikt te zijn. Een 1 K
hogere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het
energieverbruik met ca. 2,5 %. Een lagetemperatuurverwarming
met vertrektemperaturen tussen 30 °C en 50 °C is voor een
energiebesparende werking prima geschikt.
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-3
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
2 Gebruiksdoeleinde van
de warmtepomp
2.1 Toepassingsgebied
De grond/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het
verwarmen van verwarmingswater. Deze kan in aanwezige of
nieuw te plaatsen verwarmingsinstallaties gebruikt worden. Als
warmtedrager in de warmtebronsysteem wordt glycolwater
gebruikt. Als warmtebron kunnen aardsonden, aardcollectoren of
soortgelijke installaties worden gebruikt.
2.2 Werkwijze
De bodem slaat de warmte van de zon, de wind en de regen op.
Deze aardwarmte wordt in de aardcollector, de aardsonde e.d.
door het glycolwater bij een lage temperatuur opgenomen. Een
circulatiepomp transporteert dan het "verwarmde" glycolwater
naar de verdamper van de warmtepomp. Daar wordt deze
warmte aan het koelmiddel in de koelkringloop afgestaan.
Daarbij koelt het glycolwater weer af, zodat dit in het
glycolwatercircuit weer warmte-energie kan opnemen.
Het koelmiddel wordt door de elektrisch aangedreven
compressor aangezogen, gecomprimeerd en naar een hoger
temperatuurniveau "gepompt". De bij dit proces toegevoerde
elektrische energie gaat niet verloren, maar wordt grotendeels
aan het koelmiddel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier
wederom zijn warmte-energie aan het verwarmingswater af.
Afhankelijk van het bedrijfspunt kan het verwarmingswater zo tot
62 °C verwarmd worden.
3 Basisapparaat
Het basisapparaat bestaat uit een aansluitklare warmtepomp
voor installatie binnen met een plaatstalen behuizing,
schakelkastje en geïntegreerde warmtepompmanager. De
koelkringloop is "hermetisch gesloten" en bevat het in het Kyoto-
protocol aangegeven gefluorideerde koelmiddel R410A met een
GWP-waarde van 1975. Het is CFK-vrij, breekt geen ozon af en
is niet brandbaar.
Op het schakelpaneel zijn alle voor de werking van de
warmtepomp noodzakelijke componenten aangebracht. Een
voeler voor de buitentemperatuur met bevestigingsmateriaal
evenals een filter worden met de warmtepomp bijgeleverd. De
spanningstoevoer voor de ballast- en stuurstroom moet ter
plaatse worden aangelegd.
De voeding van de ter plaatse aan te brengen glycolwaterpomp
moet op het schakelpaneel worden aangesloten. Indien vereist,
moet deze van een motorbeveiliging resp. beveiliging worden
voorzien.
De collector met de glycolwaterverdeler moet ter plaatse worden
aangebracht.
1) Condensor
2) Schakelpaneel
3) Verdamper
4) Compressor
5) Filterdroger
6) Economizer
7) Expansieventiel
NL-4 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
4 Accessoires
4.1 Glycolwaterverdeler
De glycolwaterverdeler verenigt de collectorlussen van het
warmtebronsysteem tot één hoofdleiding, die op de warmtepomp
aangesloten wordt. Door middel van de geïntegreerde
kogelkranen kunnen om te ontluchten afzonderlijke
glycolwatercircuits worden afgesloten.
4.2 Afstandsbediening
Voor meer comfort is een afstandsbedienings-eenheid als
speciaal toebehoren verkrijgbaar. Bediening en menunavigatie
zijn identiek met die van de warmtepompmanager. Aansluiting
met een 6-aderige telefoonsnoer (speciaal toebehoren) met
westerncontacten.
OPMERKING
Bij verwarmingsregelaars met een afneembaar bedieningspaneel kan het
direct als afstandsbedienings-eenheid toegepast worden.
4.3 Gebouwbeheersysteem
De warmtepompmanager kan door aanvulling van de
betreffende interfacekaart op een netwerk van een
gebouwbeheersysteem aangesloten worden. Voor de precieze
aansluiting en de parametrering van de interface moet de
aanvullende montagehandleiding van de interfacekaart in acht
genomen worden.
Voor de warmtepompmanager zijn de volgende
netwerkverbindingen mogelijk:
Modbus
EIB, KNX
Ethernet
OPGELET!
Bij een externe besturing van de warmtepomp resp. de circulatiepomp
moet in een additionele debietschakelaar worden voorzien, die het
inschakelen van de compressor bij afwezige volume debiet voorkomt.
5 Transport
Voor transport over een effen ondergrond is een hefwagen
geschikt. Indien de warmtepomp over een ongelijke ondergrond
of over trappen wordt vervoerd, dan kan dat met draagriemen
worden gedaan. Deze kunnen direct onder de transportpallet
geschoven worden.
OPGELET!
De warmtepomp is niet aan de transportpallet bevestigd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
Om het apparaat zonder pallet op te lichten, moeten de zijdelings
in het frame aangebrachte boorgaten worden gebruikt. De
zijdelingse afdekplaat moet daarbij worden verwijderd. Een
gewone buis kan daarbij als draaghulp dienen.
OPGELET!
Het apparaat niet aan de boorgaten in de afdekplaten oplichten!
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-5
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
6 Plaatsing
6.1 Algemene aanwijzingen
Het apparaat dient uitsluitend in niet vochtige binnenruimtes op
een effen, glad en horizontaal oppervlak te worden geplaatst.
Daarbij moet het frame rondom dicht bij de grond liggen om een
passende geluidsisolatie te garanderen. Indien voetjes worden
gebruikt, moet de warmtepomp waterpas worden uitgelijnd. In dit
geval is het mogelijk dat het aangegeven geluidsniveau tot
maximaal 3 dB(A) hoger ligt en additionele geluidsisolerende
maatregelen noodzakelijk worden.
De warmtepomp moet zo zijn opgesteld, dat service aan het
apparaat probleemloos kan worden uitgevoerd. Dit is
gewaarborgd, indien er een afstand van ca. 1 m voor en naast de
warmtepomp gerespecteerd wordt.
In de plaatsingsruimte mogen in geen enkel seizoen vorst of
hogere temperaturen dan 35°C voorkomen.
6.2 Geluidsemissies
Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp
zeer stil. Geluidsoverbrenging naar het fundament resp. het
verwarmingssysteem wordt door interne
ontkoppelingsmaatregelen in hoge mate voorkomen.
7Montage
7.1 Algemeen
Aan de warmtepomp kunnen de volgende aansluitingen tot stand
gebracht worden::
Vertrek/terugloop glycolwaterinstallatie
Vertrek/terugloop verwarming
Temperatuurvoeler
Stroomvoorziening
7.2 Aansluiting verwarmingskant
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
Voordat de warmtepomp aan de kant van het verwarmingswater
aangesloten wordt, moet de verwarmingsinstallatie
doorgespoeld worden, om mogelijk vuil, resten van
isolatiemateriaal etc. te verwijderen. Wanneer de condensor
door resten en vervuiling verstopt raakt, kan dit tot uitval van de
warmtepomp leiden.
Na installatie van de verwarmingskant dient de
verwarmingsinstallatie te worden gevuld, te worden ontlucht en
onderdrukt te worden
OPGELET!
De maximale testdruk bedraagt verwarmings- en glycolwaterzijdig 6,0
bar(ü).
Deze waarde mag niet worden overschreden.
Bij het vullen van de installatie moet op het volgende worden
gelet:
onbehandeld vul- en suppletiewater moet
drinkwaterkwaliteit hebben
(kleurloos, helder, zonder afzettingen)
het vul- en suppletiewater moet zijn voorgefilterd
(poriënwijdte max. 5µm)
Kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties kan niet
volledig worden voorkomen, maar is bij installaties met
vertrektemperaturen onder 60 °C verwaarloosbaar gering.
Bij warmtepompen voor gemiddelde en voor hoge temperatuur
kunnen ook temperaturen boven 60 °C worden bereikt.
Daarom moeten voor het vul- en aanvullendwater volgens VDI
2035 blad 1 de volgende richtcijfers aangehouden worden:
Totaal verwarmings-
vermogen in [kW]
Totaal aardalkaliën
in mol/m³ resp.
mmol/l
Totale
hardheid in °dH
tot 200
2,0 11,2
200 tot 600
1,5 8,4
> 600 < 0,02 < 0,11
NL-6 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
Min. debiet verwarmingswater
Het minimale debiet verwarmingswater van de warmtepomp
dient in elke bedrijfstoestand van de verwarmingsinstallatie
gegarandeerd te zijn. Deze kan b.v. door installatie van een
dubbele differentiedrukloze verdeler of van een overloopventiel
worden bereikt. De instelling van een overloopventiel wordt in het
hoofdstuk inbedrijfstelling uitgelegd.
OPMERKING
Het gebruik van een overloopventiel is alleen bij vloer- of
wandverwarming en een max. debiet verwarmingswater van 1,3 m³/h aan
te bevelen. Bij niet in acht nemen kunnen er storingen in de installatie
ontstaan.
Vorstbeveiliging bij kans op vorst
Indien de warmtepompmanager en de verwarmings-
circulatiepompen bedrijfsklaar zijn, werkt de vorstbeveiliging van
de warmtepompmanager. Bij buitenbedrijfstelling van de
warmtepomp of bij stroomuitval moet de installatie worden
geleegd. Bij warmtepompsystemen waarbij stroomuitval niet
herkend kan worden (vakantiehuis), moet de verwarmingskring
met een geschikte vorstbeveiliging worden gebruikt.
7.3 Aansluiting aan de kant van de
warmtebron
De aansluiting dient als volgt te worden uitgevoerd:
De glycolwaterleiding op het vertrek en de terugloop warmtebron
van de warmtepomp aansluiten. Daarbij moet het hydraulische
basisschema in acht genomen worden.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
Bovendien moet een afscheider van microluchtbellen in het
warmtebronsysteem worden ingebouwd.
Het glycolwater moet vóór het vullen van de installatie worden
vervaardigd. De concentratie glycolwater moet minimaal 25 %
zijn. Hierdoor is een vorstvrijheid tot -14 °C gewaarborgd.
Er mogen uitsluitend antivriesmiddelen op monoethyleenglycol-
of propyleenglycolbasis worden gebruikt.
Het warmtebronsysteem moet worden ontlucht en op dichtheid
worden gecontroleerd.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25 % uit een vorstbeveiliging op
monoethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het
vullen worden gemengd.
OPMERKING
Indien nodig, kan het gebruiksgebied tot een inlaattemperatuur
glycolwater van -10 °C worden uitgebreid. In dit geval moet de minimale
concentratie glycolwater op 30% worden aangepast.
(bevriezingstemperatuur -17 °C)
OPGELET!
De maximale testdruk bedraagt verwarmings- en glycolwaterzijdig 6,0
bar(ü). Deze waarde mag niet worden overschreden.
7.4 Temperatuurvoeler
De volgende temperatuurvoelers zijn reeds ingebouwd resp.
moeten aanvullend worden gemonteerd.
Buitentemperatuur (R1) bijgesloten
Teruglooptemperatuur verwarmingskring (R2) ingebouwd
Teruglooptemperatuur primaire kring (R24) ingebouwd
Vertrektemperatuur verwarmingskring (R9) ingebouwd
Vertrektemperatuur primaire kring (R6) ingebouwd
7.4.1 Voelerkarakteristieken
De aan de warmtepompmanager aan te sluiten
temperatuurvoelers moeten overeenkomen met de in Afb. 7.1 op
pag. 6 getoonde voelerkarakteristieken. De enige uitzondering
geldt voor de buitentemperatuurvoeler die zich in de
leveromvang de warmtepomp bevindt (zie Afb. 7.2 op pag. 6)
Afb. 7.1:Voelerkarakteristiek NTC 10
Afb. 7.2:Voelerkarakteristiek Norm-NTC-2 volgens DIN 44574
buitentemperatuurvoeler
Temperatuur in °C
-20 -15 -10 -5 0 5 10
Norm-NTC-2 in kΩ 14,6 11,4 8,9 7,1 5,6 4,5 3,7
NTC-10 in kΩ 67,7 53,4 42,3 33,9 27,3 22,1 18,0
15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
2,9 2,4 2,0 1,7 1,4 1,1 1,0 0,8 0,7 0,6
14,9 12,1 10,0 8,4 7,0 5,9 5,0 4,2 3,6 3,1








 
$XHQWHPSHUDWXU>&@
:LGHUVWDQGVZHUW>N2KP@








$XHQWHPSHUDWXU>&@
:LGHUVWDQGVZHUW>N2KP@
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-7
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
7.4.2 Montage van de
buitentemperatuurvoeler
De temperatuurvoeler moet zo aangebracht worden dat alle
weersinvloeden geregistreerd worden en de meetwaarde niet
vervalst wordt.
bevestiging aan de buitenwand van een verwarmde
woonruimte en indien mogelijk aan de noordelijke/
noordwestelijke zijde
niet in "beschutte plek" (bijv. in een muurnis of onder het
balkon) monteren
niet in de buurt van ramen, deuren, ontluchtingsopeningen,
buitenlampen of warmtepompen aanbrengen
in geen enkel seizoen aan direct zonlicht blootstellen
Voelerleiding: Lengte max. 40 m; aderdiameter min. 0,75 mm²;
buitendiameter van de kabels 4-8 mm.
7.4.3 Montage van de aanlegvoeler
De montage van de aanlegvoeler is alleen noodzakelijk, indien
deze onderdeel is van de leveromvang van de warmtepomp,
maar niet ingebouwd zijn.
De aanlegvoeler kan als buisaanlegvoeler gemonteerd of in de
dompelhuls van de compactverdeler geplaatst worden.
Montage als buisinstallatievoeler
Ontdoe de verwarmingsbuis van lak, roest en tondel
Bestrijk het gereinigde oppervlak met warmtegeleidende
pasta (dun aanbrengen)
Maak de voeler met de slangklem vast (trek goed vast, een
losse voeler leidt tot foutieve werking) en zorg voor
thermische isolatie
7.4.4 Verdeelsysteem warm water
De compactverdeler en dubbele differentiedrukloze verdeler
fungeren als interface tussen de warmtepomp, verwarmings-
verdeelsysteem, buffertank en evt. ook de warmwaterboiler. In
plaats van vele individuele componenten wordt hier een compact
systeem gebruikt om de installatie te vereenvoudigen. Meer
informatie vindt u in de betreffende montagehandleiding.
Compactverdeler
De terugloopvoeler kan in de warmtepomp blijven of moet in de
dompelhuls worden geplaatst. De resterende ruimte tussen
voeler en dompelhuls moet volledig met warmtegeleidende
pasta opgevuld zijn.
Dubbele differentiedrukloze verdeler
De terugloopvoeler moet in de dompelhuls van de dubbel
differentiedrukloze verdeler ingebouwd worden, om door de
verwarmingskringpomp van de producent- en verbruikerkring
doorstroomd te worden.
7.5 Elektrische aansluiting
7.5.1 Algemeen
Bij de inbedrijfstelling dienen zowel de nationale alsook de
betreffende VDE-veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder
VDE 0100 en de technische aansluitvoorwaarden van het
energiebedrijf en de netbeheerders te worden nageleefd.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie van de
warmtepomp mag de warmtepompmanager niet uitgeschakeld
worden, en moet er stroming door de warmtepomp plaatsvinden.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord.
Daarom is er afhankelijk van de interne weerstand van een
meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten zijn,
een spanning meetbaar die echter lager is dan de netspanning.
Op de regelaar-klemmen N1-J1 tot N1-J11; N1-J19; N1-J20; N1-
J23; N1-J24 en de klemmenstrook X3; X5.1 is lage spanning
aanwezig. Wanneer er door bedradingsfouten aan deze
klemmen netspanning aangelegd wordt, vernietigt dit de
warmtepompmanager.
6ODQJNOHP
2SSHUYODNWHYRHOHU
:DUPWHLVROHULQJ
NL-8 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
7.5.2 Elektrische aansluitwerkzaamheden
1) De 4-aderige kabel voor het vermogensdeel van de
warmtepomp wordt van de stroommeter van de
warmtepomp via de beveiliging van de
energiebedrijfsblokkering (indien vereist) in de warmtepomp
geleid.
Aansluiting van de voedingskabel op het schakelpaneel van
de warmtepomp via de klemmen X1: L1/L2/L3/PE.
De spanningsvoorziening voor de warmtepomp moet
worden voorzien van een alpolige afschakeling met ten
minste 3 mm contactopeningsafstand (bijv. een
veiligheidsschakelaar van het energiebedrijf) en een
alpolige vermogensschakelaar met één uitschakeling voor
alle buitenkabels (uitschakelstroom en karakteristiek
volgens toestelinformatie).
OPGELET!
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het
opstarten van de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende
aanwijzing wordt in de warmtepompmanager weergegeven (bedrading
aanpassen).
2) De 3-aderige voedingsleiding voor de warmtepompmanager
(verwarmingsregelaar N1) wordt in de warmtepomp
geleid.
Aansluiting van de stuurlijn op het schakelpaneel van de
warmtepomp via de klemmen X2: L/N/PE.
Het stroomverbruik van de warmtepomp vindt u bij de
productinformatie of op het typeplaatje.
De kabel (L/N/PE~230V, 50Hz) voor de WPM moet onder
permanente spanning zijn en moet om deze reden voor de
energiebedrijfsblokkering afgetakt resp. op de
huishoudingsstroom aangesloten worden, omdat anders
gedurende de energiebedrijfsblokkering belangrijke
beveiligingsfuncties buiten werking zijn.
3) De energiebedrijfsblokkering (K22) met 3 hoofdcontacten
(1/3/5 // 2/4/6) en een hulpcontact (NO-contact 13/14) moet
op de capaciteit van de warmtepomp passen en ter plaatse
geïnstalleerd worden.
Het NO-contact van de energiebedrijfsblokkering (13/14)
wordt van de klemmenstrook X3/G naar de inplugstekker
X3/A1 doorgelust. LET OP! Lage spanning!
4) De veiligheidsschakelaar (K20) voor het dompelweerstand
(E10) moet voor monoenergetische installaties (2de WE) bij
de capaciteit van het verwarmingselement passen en ter
plaatse geïnstalleerd worden. De besturing (230VAC) vindt
plaats vanuit de warmtepompmanager via de klemmen X2/
N en X2/K20.
5) De veiligheidsschakelaar (K21) voor de flensverwarming
(E9) in de warmwaterboiler moet bij de capaciteit van de
radiator passen en ter plaatse geïnstalleerd worden. De
besturing (230VAC) vindt plaats vanuit de
warmtepompmanager via de klemmen X2/N en X2/K21.
6) De veiligheidsschakelaars uit punten 3;4;5 worden in die
stroomdistributie geïntegreerd. De voedingskabels voor de
radiatoren moeten volgens DIN VDE 0100
gedimensioneerd zijn en beveiligd worden.
7) Alle geïnstalleerde leidingen moeten als duurzaam en
stevige bedrading uitgevoerd zijn.
8) De verwarmings-circulatiepomp (M13) wordt op de
klemmen X2/N en X2/M13 aangesloten.
9) De warmwateropvoerpomp (M18) wordt op de klemmen X2/
N en X2/M18 aangesloten.
10) De bodem resp.bronnenpomp (M11) wordt aan de klemmen
X2/N en X2/M11 en PE aangesloten.
11) Bij de warmtepompen is de terugloopvoeler geïntegreerd en
wordt via de stuurlijn naar de warmtepompmanager geleid.
Alleen bij gebruik van een dubbel differentiedrukloze verde-
ler moet de terugloopvoeler in de dompelhuls in de verdeler
ingebouwd worden. Dan worden de enkele aders op de
klemmen X3/GND en X3/R2.1 vastgeklemd. De brug A-R2
die bij levering tussen X3/B2 en X3/1 zit, moet vervolgens
naar de klemmen X3/1 en X3/2 verplaatst worden.
12) De buitenvoeler (R1) wordt aan de klemmen X3/GND en
N1-X3/R1 vastgeklemd.
13) De warmwatervoeler (R3) is bijgevoegd bij de
warmwaterboiler en wordt aan de klemmen X3/GND en N1-
X3/R3 vastgeklemd.
8 Inbedrijfstelling
8.1 Algemene aanwijzingen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze
door een door de fabriek bevoegde service uitgevoerd te
worden. Onder bepaalde voorwaarden is daarmee een
verlenging van de waarborg verbonden (verg. garantie).
8.2 Voorbereiding
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling dienen de volgende punten
gecontroleerd te worden:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd
te zijn zoals beschreven in hoofdstuk 7.
Het warmtebronsysteem en de verwarmingskring moeten
gevuld en gecontroleerd zijn.
Het filter moet in de glycolwaterinlaat van de warmtepomp
zijn ingebouwd.
In de glycolwater- en verwarmingskring moeten alle kranen,
die de correcte stroom zouden kunnen belemmeren, zijn
geopend.
De warmtepompmanager moet volgens de bijbehorende
gebruiksaanwijzing op het verwarmingssysteem zijn
afgestemd.
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-9
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
8.3 Werkwijze bij inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de
warmtepompmanager.
OPGELET!
De inbedrijfstelling van de warmtepomp moet volgens de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager worden uitgevoerd.
Indien het minimum waterdebiet door middel van een
overloopventiel beveiligd wordt, moet deze op het
verwarmingssysteem worden afgestemd. Een verkeerde
instelling kan tot foutieve werking en een verhoogde elektrische
energiebehoefte leiden. Om het overloopventiel goed in te
stellen, adviseren wij als volgt te handelen:
Sluit alle verwarmingskringen, die ook bij een werkende
installatie afhankelijk van het gebruik gesloten kunnen zijn, zodat
het waterdebiet in deze bedrijfsstand zo ongunstig mogelijk is.
Dit zijn doorgaans de verwarmingskring in de ruimten aan de
zuid- en westkant. Er moet minimaal één verwarmingskring
geopend blijven (bv. badkamer).
Het overloopventiel moet zo ver worden geopend, dat bij de
actuele warmtebrontemperatuur het in de onderstaande tabel
aangegeven maximale temperatuurverschil tussen
verwarmingsvertrek en -terugloop ontstaat. Het
temperatuurverschil moet zo dicht mogelijk bij de warmtepomp
worden gemeten. Bij monoenergetische installaties moet het
verwarmingselement tijdens de inbedrijfstelling gedeactiveerd
worden.
9 Onderhoud / reiniging
9.1 Onderhoud
Om bedrijfsstoringen door opeenhoping van vuil in de
warmtewisselaars te voorkomen, moet ervoor gezorgd worden,
dat er geen vuil in het warmtebron- en verwarmingsinstallatie
terecht kan komen. Indien er zich toch dergelijke
bedrijfsstoringen voordoen, moet de installatie worden gereinigd,
zoals hieronder beschreven wordt.
9.2 Reiniging verwarmingskant
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in de
verwarmingswaterkringloop oxidatieproducten (roest)
veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatiepompen of
kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom
dient er – met name bij de buizen van de vloerverwarming – op
een diffusiedichte installatie te worden gelet.
OPMERKING
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het
warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de
condensor in de warmtepomp belemmert, moet een installateur
de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te
reinigen met een fosforzuur van 5% of, indien er vaker moet
worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op
kamertemperatuur zijn. Het is raadzaam de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan, het spoelapparaat direct op het vertrek en de terugloop van
de condensor aan te sluiten. Daarna moet er met geschikte,
neutraliserende middelen nogmaals grondig gespoeld worden,
zodat beschadigingen door eventueel in het systeem
achtergebleven resten van een reinigingsmiddel worden
voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3 Reiniging aan de kant van de
warmtebron
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter
worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de filterzeef van de filter
worden gereinigd. Verdere controles moeten afhankelijk van de
mate van vervuiling worden bepaald. Is er geen vervuiling meer
zichtbaar, dan kan de zeef van de filter worden gedemonteerd,
om het drukverlies te reduceren.
Warmtebron-
temperatuur
max. temperatuurverschil
tussen vertrek en terugloop ver-
warming
van tot
-5 °C 0 °C 10 K
1 °C 5 °C 11 K
6 °C 9 °C 12 K
10 °C 14 °C 13 K
15 °C 20 °C 14 K
21 °C 25 °C 15 K
NL-10 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
10 Storingen /
storingsdiagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een storing optreedt, wordt dit op het
display van de warmtepompmanager weergegeven. Zie hiertoe
de pagina Storingen en Storingsdiagnose in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
de bevoegde service.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
11 Buitenbedrijfstelling /
verwijdering
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en alle kleppen afgesloten te zijn. De warmtepomp
moet door vakpersoneel worden uitgebouwd. Milieurelevante
eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en afvoer van afvalstoffen
en componenten volgens de gebruikelijke normen dienen te
worden nageleefd. Dit geldt in het bijzonder voor het vakkundig
verwijderen van het koelmiddel en de koelolie.
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 NL-11
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
12 Toestelinformatie
1 Type- en verkoopbenaming
SI 6TU SI 8TU SI 11TU
2 Bouwvorm
2.1 Uitvoering Universeel Universeel Universeel
2.2 Regelaar Intern Intern Intern
2.3 Warmtehoeveelheidmeting geïntegreerd geïntegreerd geïntegreerd
2.4 Montageplaats / beschermingsgraad volgens EN 60 529 Binnen / IP 21 Binnen / IP 21 Binnen / IP 21
2.5 Vermogensniveaus 111
3 Gebruiksgrens
3.1 Verwarmingswater-vertrek
1
°C
1. Indien nodig, kan het gebruiksgebied tot een inlaattemperatuur glycolwater van -10 °C worden uitgebreid. In dit geval moet de minimale concentratie glycolwater op 30% worden
aangepast. (Bevriezingstemperatuur -17 C°). Bij een inlaattemperatuur glycolwater van -10 °C tot -5 C°, vertrektemperatuur van 55 °C tot 62 °C stijgend.
20 tot 62 ± 2 20 tot 62 ± 2 20 tot 62 ± 2
3.2 Glycolwater (warmtebron verwarmen) °C
Antivriesmiddel
Minimale concentratie glycolwater (-13 °C bevriezingstemperatuur)
1
-5
1
tot +25
2
mono-ethyleenglycol
25 %
1
2. Gebruik is mogelijk tot een maximale inlaattemperatuur glycolwater van +35 °C. Bij een inlaattemperatuur glycolwater van +25 °C tot +35 °C, vertrektemperatuur van 62 °C tot 55
°C dalend.
4 Prestaties / doorstroom
3
3. Deze gegevens beschrijven de afmetingen en het prestatievermogen van de installatie volgens EN14511. Voor economische en energetische berekeningen moet met de factoren
bivalentiepunt en regeling rekening gehouden worden. Hierbij betekent bijv. B0W55: Temperatuur warmtebronnen 0 °C en verwarmingswater-vertrektemperatuur 55 °C.
Aanwijzingen voor het onderhoud, de inbedrijfstelling en werking vindt u in de betreffende gedeeltes van de montage- en gebruiksaanwijzing.
4.1 Debiet verwarmingswater / interne drukdifferentie
maximaal
(EN14511) m³/h / Pa
minimaal m³/h / Pa
1,05 / 5300
0,55 / 1500
1,4 / 7700
0,7 / 1900
1,9 / 10500
0,9 / 2400
4.2 Warmtevermogen / vermogenscoëfficiënt EN 14511 EN 14511 EN 14511
bij B-5 / W45 kW / --- 5,0 / 3,1 6,5 / 3,2 9,1 / 3,2
bij B0 / W55 kW / --- 5,5 / 2,8 7,2 / 2,8 10,0 / 2,9
bij B0 / W45 kW / --- 5,8 / 3,6 7,5 / 3,6 10,4 / 3,7
bij B0 / W35 kW / --- 6,1 / 4,7 8,1 / 4,8 10,9 / 4,9
4.3 Geluidsvermogen conform EN 12102
4
dB(A)
4. De aangegeven geluidswaarde geldt zonder de optionele verkrijgbare voetjes. Bij gebruik van de voetjes kan het niveau tot aan 3db(A) verhogen.
46 46 47
4.4 Geluidsdrukniveau op 1 m afstand
4
5
dB(A)
5. Het aangegeven geluidsdrukniveau komt overeen met het bedrijfsgeluid van de warmtepomp in de verwarmingsmodus bij 35 °C vertrektemperatuur.
Het aangegeven geluidsdrukniveau vormt het niveau in het vrije veld. Afhankelijk van de montageplaats kan de meetwaarde tot max. 16 dB(A) afwijken.
34 34 35
4.5 Stroming van glycolwater bij interne drukdifferentie
(warmtebron) m³/h / Pa
1,45 / 8700 1,9 / 11000 2,6 / 14000
5 Afmetingen; aansluitingen en gewicht
5.1 Afmetingen toestel zonder aansluitingen
6
h x b x l cm
6. Let erop dat de benodigde ruimte voor buisaansluiting, bediening en onderhoud groter is.
845 x 650 x 565 845 x 650 x 565 845 x 650 x 565
5.2 Toestelaansluitingen voor verwarming inch
G 1 1/4“ AG
7
7. vlakafdichting
5.3 Toestelaansluitingen voor warmtebron inch
G 1 1/4“ AG
7
5.4 Gewicht transporteenheid/-eenheden incl. Verpakking kg 119 128 134
5.5 Koelmiddel; totaal vulgewicht type / kg R410A / 2,5 R410A / 2,9 R410A / 3,3
5.6 Smeermiddel; totale capaciteit type / liter Polyolester (POE) / 0,7 Polyolester (POE) / 1,2 Polyolester (POE) / 1,2
6 Elektrische aansluiting
6.1 Nominale spanning; beveiliging V / A 3~ / PE 400V (50Hz) / C10A
6.2 Stuurspanning; beveiliging V / A 1~ / N / PE 230V (50Hz) / C13A
6.3 Nominaal elektriciteitsverbruik B0 / W35
3
/ max. opname kW
1,30 / 2,6 1,67 / 3,2 2,22 / 4,3
6.4 Aanloopstroom m. softstarter A 28 (zonder softstarter) 17 20
6.5 Nominale stroom B0 / W35 / cos ϕ A / --- 2,35 / 0,8 3,01 / 0,8 4,01 / 0,8
7 Voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften
8
8. zie CE-conformiteitsverklaring
8 8
8 Ander kenmerk van uitvoering
8.1 Water in toestel tegen vorst beschermd
9
9. De verwarmings-circulatiepomp en de regelaar van de warmtepomp dienen altijd bedrijfsklaar te zijn.
ja ja ja
8.2 max. werkoverdruk (warmtebron/koelplaat) 3,0 3,0 3,0
NL-12 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Nederlands
SI 6TU - SI 18TU
1 Type- en verkoopbenaming
SI 14TU SI 18TU
2 Bouwvorm
2.1 Uitvoering Universeel Universeel
2.2 Regelaar Intern Intern
2.3 Warmtehoeveelheidmeting geïntegreerd geïntegreerd
2.4 Montageplaats / beschermingsgraad volgens EN 60 529 Binnen / IP 21 Binnen / IP 21
2.5 Vermogensniveaus 1 1
3 Gebruiksgrens
3.1 Verwarmingswater-vertrek
1
°C
1. Indien nodig, kan het gebruiksgebied tot een inlaattemperatuur glycolwater van -10 °C worden uitgebreid. In dit geval moet de minimale concentratie glycolwater op 30% worden
aangepast. (Bevriezingstemperatuur -17 C°). Bij een inlaattemperatuur glycolwater van -10 °C tot -5 C°, vertrektemperatuur van 55 °C tot 62 °C stijgend.
20 tot 62 ± 2 20 tot 62 ± 2
3.2 Glycolwater (warmtebron verwarmen) °C
Antivriesmiddel
Minimale concentratie glycolwater (-13 °C bevriezingstemperatuur)
1
-5
1
tot +25
2
mono-ethyleenglycol
25 %
1
2. Gebruik is mogelijk tot een maximale inlaattemperatuur glycolwater van +35 °C. Bij een inlaattemperatuur glycolwater van +25 °C tot +35 °C, vertrektemperatuur van 62 °C tot 55
°C dalend.
-5
1
tot +25
2
mono-ethyleenglycol
25 %
1
4 Prestaties / doorstroom
3
3. Deze gegevens beschrijven de afmetingen en het prestatievermogen van de installatie volgens EN14511. Voor economische en energetische berekeningen moet met de factoren
bivalentiepunt en regelaar rekening gehouden worden. Hierbij betekent bijv. B0W55: Temperatuur warmtebronnen 0 °C en verwarmingswater-vertrektemperatuur 55 °C.
Aanwijzingen voor het onderhoud, de inbedrijfstelling en werking vindt u in de betreffende gedeeltes van de montage- en gebruiksaanwijzing.
4.1 Debiet verwarmingswater / interne drukdifferentie
maximaal
(EN14511) m³/h / Pa
minimaal m³/h / Pa
2,4 / 10700
1,2 / 2700
3,0 / 18000
1,5 / 4500
4.2 Warmtevermogen / vermogenscoëfficiënt EN 14511 EN 14511
bij B-5 / W45 kW / --- 11,5 / 3,3 14,9 / 3,2
bij B0 / W55 kW / --- 12,8 / 3,0 16,5 / 2,9
bij B0 / W45 kW / --- 13,3 / 3,8 17,0 / 3,6
bij B0 / W35 kW / --- 13,9 / 5,0 17,5 / 4,7
4.3 Geluidsvermogen conform EN 12102
4
dB(A)
4. De aangegeven geluidswaarde geldt zonder de optionele verkrijgbare voetjes. Bij gebruik van de voetjes kan het niveau tot aan 3db(A) verhogen.
47 50
4.4 Geluidsdrukniveau op 1 m afstand
4
5
dB(A)
5. Het aangegeven geluidsdrukniveau komt overeen met het bedrijfsgeluid van de warmtepomp in de verwarmingsmodus bij 35 °C vertrektemperatuur.
Het aangegeven geluidsdrukniveau vormt het niveau in het vrije veld. Afhankelijk van de montageplaats kan de meetwaarde tot max. 16 dB(A) afwijken.
35 38
4.5 Stroming van glycolwater bij interne drukdifferentie
(warmtebron) m³/h / Pa
3,4 / 14000 4,3 / 21500
5 Afmetingen; aansluitingen en gewicht
5.1 Afmetingen toestel zonder aansluitingen
6
h x b x l cm
6. Let erop dat de benodigde ruimte voor buisaansluiting, bediening en onderhoud groter is.
845 x 650 x 565 845 x 650 x 665
5.2 Toestelaansluitingen voor verwarming inch
G 1 1/4“ AG
7
7. vlakafdichting
G 1 1/4“ AG
7
5.3 Toestelaansluitingen voor warmtebron inch
G 1 1/4“ AG
7
G 1 1/2“ AG
7
5.4 Gewicht transporteenheid/-eenheden incl. Verpakking kg 140 163
5.5 Koelmiddel; totaal vulgewicht type / kg R410A / 4,4 R410A / 5,2
5.6 Smeermiddel; totale capaciteit type / liter Polyolester (POE) / 1,2 Polyolester (POE) / 1,9
6 Elektrische aansluiting
6.1 Nominale spanning; beveiliging V / A 3~ / PE 400V (50Hz) / C13A 3~ / PE 400V (50Hz) / C16A
6.2 Stuurspanning; beveiliging V / A 1~ / N / PE 230V (50Hz) / C13A 1~ / N / PE 230V (50Hz) / C13A
6.3 Nominaal elektriciteitsverbruik B0 / W35
3
/ max. opname kW
2,78 / 5,4 3,72 / 7,2
6.4 Aanloopstroom m. softstarter A 23 28
6.5 Nominale stroom B0 / W35 / cos ϕ A / --- 5,02 / 0,8 6,71 / 0,8
7 Voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften
8
8. zie CE-conformiteitsverklaring
8
8 Ander kenmerk van uitvoering
8.1 Water in toestel tegen vorst beschermd
9
9. De verwarmings-circulatiepomp en de regelaar van de warmtepomp dienen altijd bedrijfsklaar te zijn.
ja ja
8.2 max. werkoverdruk (warmtebron/koelplaat) 3,0 3,0
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-I
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
Bijlage
1 Afmetingen.................................................................................................................................... A-II
1.1 Afmetingen SI 6TU - SI 14TU ................................................................................................................. A-II
1.2 Afmetingen SI 18TU .............................................................................................................................. A-III
2 Diagrammen................................................................................................................................. A-IV
2.1 Curves SI 6TU .......................................................................................................................................A-IV
2.2 Curves SI 8TU ........................................................................................................................................A-V
2.3 Curves SI 11TU .....................................................................................................................................A-VI
2.4 Curves SI 14TU ....................................................................................................................................A-VII
2.5 Curves SI 18TU ...................................................................................................................................A-VIII
2.6 Gebruiksgrenzendiagram SI 6TU-SI 18TU............................................................................................A-IX
3 Elektrische schema's ................................................................................................................... A-X
3.1 Sturing ....................................................................................................................................................A-X
3.2 Sturing ...................................................................................................................................................A-XI
3.3 Vermogen .............................................................................................................................................A-XII
3.4 Aansluitschema ...................................................................................................................................A-XIII
3.5 Aansluitschema .................................................................................................................................. A-XIV
3.6 Legende............................................................................................................................................... A-XV
4 Hydraulisch basisschema .......................................................................................................A-XVII
4.1 Monovalent warmtepompsysteem met een verwarmingskring en warmwaterbereiding ................... A-XVII
4.2 Legende............................................................................................................................................ A-XVIII
5 Conformiteitsverklaring ...........................................................................................................A-XIX
A-II 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
1 Afmetingen
1.1 Afmetingen SI 6TU - SI 14TU



F
D




7RHYRHUVWURRPOHLGLQJHQ
9HUWUHNYHUZDUPLQJ
8LWJDQJXLWZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
7HUXJORRSYHUZDUPLQJ
,QJDQJLQZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
:DUPWHEURQ
LQJDQJLQZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
:DUPWHEURQ
8LWJDQJXLWZS
ó³EXLWHQGUDDG
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-III
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
1.2 Afmetingen SI 18TU



F
D




7RHYRHUVWURRPOHLGLQJHQ
:DUPWHEURQ
LQJDQJLQZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
:DUPWHEURQ
8LWJDQJXLWZS
ó³EXLWHQGUDDG
7HUXJORRSYHUZDUPLQJ
,QJDQJLQZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
9HUWUHNYHUZDUPLQJ
8LWJDQJXLWZDUPWHSRPS
ó³EXLWHQGUDDG
A-IV 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2 Diagrammen
2.1 Curves SI 6TU





























    





     
7HPSHUDWXXUZDWHUXLWODDWLQ>&@
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUEUXLNLQ>N:@LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUPRJHQVFRsIILFLsQWLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
YHUGDPSHU
FRQGHQVRU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUHELHW PñK
*O\FROZDWHUGHELHW PñK
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-V
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2.2 Curves SI 8TU
A-VI 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2.3 Curves SI 11TU





























   





       
7HPSHUDWXXUZDWHUXLWODDWLQ>&@
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUEUXLNLQ>N:@LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUPRJHQVFRsIILFLsQWLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
YHUGDPSHU
FRQGHQVRU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW PñK
*O\FROZDWHUGHELHW PñK
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-VII
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2.4 Curves SI 14TU



































     






        
7HPSHUDWXXUZDWHUXLWODDWLQ>&@
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUEUXLNLQ>N:@LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUPRJHQVFRsIILFLsQWLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
YHUGDPSHU
FRQGHQVRU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW PñK
*O\FROZDWHUGHELHW PñK
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
A-VIII 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2.5 Curves SI 18TU































      




         
7HPSHUDWXXUZDWHUXLWODDWLQ>&@
9HUZDUPLQJVYHUPRJHQLQ>N:@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUEUXLNLQ>N:@LQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
'UXNYHUOLHVLQ>3D@
*O\FROZDWHUGHELHWLQ>PñK@
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
9HUPRJHQVFRsIILFLsQWLQFODDQGHHOSRPSYHUPRJHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHWLQ>PñK@
YHUGDPSHU
FRQGHQVRU
9RRUZDDUGHQ
9HUZDUPLQJVZDWHUGHELHW PñK
*O\FROZDWHUGHELHW PñK
,QODDWWHPSHUDWXXUJO\FROZDWHULQ>&@
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-IX
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
2.6 Gebruiksgrenzendiagram SI 6TU-SI 18TU













9HUZDUPLQJVZDWHUWHPSHUDWXXU>&@
,QODDWWHPSHUDWXXUZDUPWHEURQ >&@
:DWHUXLWODDW  .
A-X 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3 Elektrische schema's
3.1 Sturing
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XI
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3.2 Sturing
1
;*
1-*
,'+
,'
,'&
,'
,'+
-
<
<
%
%&
%
%&
,'&
-
,'
,'
(
(
*1'
-
12
&
1&
12
-
&
1&
12
12
12
&
-
&
;*1'
5
;*1'
;*
)
)
;
5;
9%DW
*
*
12
&20
95HI
*1'
6
6
6
3RZHU6XSSO\
',
',
6
*1'
7[5[
1
S
5
5
G
;3(
;3(
;1
;1
;1
;3(
;1
(9FRQQHFWLRQ
$QDORJ'LJLWDO,QSXW
5HOD\
1HWZRUN
VHULDOFDUGILHOGFDUG
*1'
;*1'
0
0
;
)
7
-
1
;
$
;
;*1'
;


.
(
A-XII 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3.3 Vermogen
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XIII
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3.4 Aansluitschema
A-XIV 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3.5 Aansluitschema
1
;*
1-*
,'+
,'
,'&
,'
,'+
-
<
<
%
%&
%
%&
,'&
-
,'
,'
(
(
*1'
-
12
&
1&
12
-
&
1&
12
12
12
&
-
&
5
G
;*1'
G
5
5
;*1'
;*
)
)
;
5;
.
9%DW
*
*
12
&20
95HI
*1'
6
6
6
3RZHU6XSSO\
',
',
6
*1'
7[5[
1
S
5
5
G
>+@
;3(
>0@
;3(
;1
>0@
;1
;1
;3(
;1
(9FRQQHFWLRQ
$QDORJ'LJLWDO,QSXW
5HOD\
1HWZRUN
VHULDOFDUGILHOGFDUG
*1'
;*1'
0
0
9!
)
;
)
7
-
;
7
7
7
*1'
1-
W/$1
7
*1'
>0@
>0@
1
;
1
$
*1'
5[7[
5[7[
1
;
;*1'
;


.
(
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XV
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
3.6 Legende
A1 Brug energiebedrijfsblokkering, moet worden geplaatst indien
er geen EVB-veiligheidsschakelaar van het energiebedrijf
voorhanden is (contact open = energiebedrijfsblokkering
A2 Brug blokkering: moet worden verwijderd, wanneer de ingang
wordt gebruikt (ingang open = WP geblokkeerd)
A11 Brug zonne-energie: bij gebruik van een zonne-energiemodule
moet de brug worden verwijderd en moeten de contactpunten
met de zonne-energiemodule worden verbonden.
A - R2 Brug terugloopvoeler: - moet worden verplaatst, wanneer een
dubbel differentiedrukloze verdeler en een "omkeerventiel voor
de verwarmingskring" wordt gebruikt.
Nieuwe contactpunten: X3 / 1 en X3 / 2
B2* Pressostaat lage druk primaire kring
B3* Thermostaat warmwater
B4* Thermostaat zwembadwater
E1 oliebakverwarming
E9* Dompelweerstand warm water)
E10* 2de warmtebron
F2 Zekering voor inplugstekkers J12; J13 en J21
5x20 / 4,0 AT
F3 Zekering voor inplugstekkers J15 tot J18 en J22
5x20 / 4,0 AT
F4 Pressostaat hoge druk
F5 Pressostaat lage druk
F7 Heetgasthermostaat
F10.1* Doorstroomschakelaar primaire kring
F10.2* Doorstroomschakelaar secundaire kring
F12 Storingsmeldcontact N7
[H5]* Lampje afstandsindicatie storing
field card Interface naar N23
J1 Spanningsvoorziening
J2-3 Analoge ingangen
J4 Analoge uitgangen
J5 Digitale ingangen
J6 Analoge uitgangen
J7-8 Digitale ingangen
J9 vrij
J10 Bedieningspaneel
J11 vrij
J12-J18 230 V AC - uitgangen
J19 Digitale ingangen
J20 Analoge uitgangen; analoge ingangen,
digitale ingangen
J21-22 Digitale uitgangen
J23 Busverbinding naar modules
J24 Spanningsvoorziening voor componenten
K1 Bescherming M1
K20* Beveiliging E10
K21* Beveiliging E9
K22* Veiligheidsschakelaar energiebedrijf
K23* Hulprelais voor blokkeringsingang
K31.1* Aanvraag circulatie warm water
M1 compressor
M7 Actuator voor expansieventiel
M11* Primaire circulatiepomp
M13* Verwarmingscirculatiepomp
M15* Verwarmingscirculatiepomp 2de verwarmingskring
M16* Additionele circulatiepomp
M18* Warmwaterlaadpomp
[M19]* Zwembadwatercirculatiepomp
M21* Meng hoofdkring of 3de verwarmingskring
M22* Menger 2e verwarmingskring
[M24]* Circulatiepomp warm water
N1 Regeleenheid
N7 Softstartbediening M1
N14 Bedieningspaneel
N17* pCOe-Module
N20 Warmtevolumeteller
N23 Besturing elektronisch expansieventiel E*V connectie
( 1 = groen; 2 = geel; 3 = bruin; 4 = wit)
N24* Smart RTC
R1* Buitenvoeler
R2 Terugloopvoeler verwarmingskring
R2.1* Terugloopvoeler verwarmingskring in
dubbel differentiedrukloze verdeler
R3* Warmwatervoeler
R5* Voeler voor 2de verwarmingskring
R6 Vertrekvoeler primaire kringloop
R7 Codeerweerstand
R9 Vertrekvoeler verwarmingskring
R13* Voeler hernieuwbaar, ruimtevoeler,
voeler 3e verwarmingskring
R24 Terugloopvoeler primaire kring
R25 Druksensor koelkringloop - lage druk pO
R26 Druksensor koelkringloop - hoge druk pc
R27 Zuiggasvoeler
A-XVI 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
T1 Veiligheidstransformator 230 / 24 V AC -
T2 Veiligheidstransformator 230 / 24 V AC - N23
X1 Klemmenstrook voeding vermogen
X2 Klemmenstrook spanning = 230 V AC
X3 Klemmenstrook extra lage spanning < 25 V AC
X5.1 Busverdeelklem o.a. voor N24
* Componenten moeten ter plekke aangesloten / beschikbaar
gesteld worden
[ ] Flexibele bedrading - zie voorconfiguratie
(wijziging uitsluitend door service!)
–––––– in de fabriek bedraad
- - - - - - moet indien nodig door de klant worden aangesloten
OPGELET!
Op de inplugstekkers N1-J1 tot J11, J19, J20; J23, J24 en
klemmenstroken X3, X5.1 staat lage spanning. Hier mag
in geen geval een hogere spanning aangelegd worden.
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XVII
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
4 Hydraulisch basisschema
4.1 Monovalent warmtepompsysteem met een verwarmingskring en
warmwaterbereiding
5
7
0
(
5
7
5
7
0
;.
;5
;5
;0
;0
;0
0
;5
''9
::0
7&
0;0

1
A-XVIII 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
4.2 Legende
Terugslagklep
Afsluiter
Filter
Circulatiepomp
Expansievat
Kamertemperatuur gestuurd ventiel
Afsluiter met terugslagklep
Afsluiter met waterafvoer
Veiligheidsklepcombinatie
Warmteverbruiker
Temperatuurvoeler
Flexibele aansluitslang
Terugslagklep
Grond/water-warmtepomp
Serie-buffervat
Waterverwarmer
E9 Flensverwarming warmwater
K21 Veiligheidsschakelaar flensverwarming
M11 Primaire circulatiepomp
M13 Verwarmingscirculatiepomp
M16 Additionele circulatiepomp
M18 Warmwaterlaadpomp
N1 Warmtepompmanager
R1 Buitenwandvoeler
R2.1 Additionele terugloopvoeler
R3 Warmwatervoeler

www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XIX
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
5 Conformiteitsverklaring
EG - conformiteitsverklaring
EC Declaration of Conformity
Déclaration de conformité CE
De ondergetekende Glen Dimplex Deutschland GmbH
The undersigned Geschäftsbereich Dimplex
L’entreprise soussignée, Am Goldenen Feld 18
D - 95326 Kulmbach
bevestigt hiermee dat het (de)
hieronder vermelde apparaat/apparaten
aan de hieronder vermelde geldende
EG-richtlijnen voldoet/voldoen. Bij elke
verandering van het (de)
apparaat/apparaten verliest deze
verklaring haar geldigheid.
hereby certifies that the following
device(s) complies/comply with the
applicable EU directives. This
certification loses its validity if the
device(s) is/are modified.
certifie par la présente que le(s)
appareil(s) décrit(s) ci-dessous sont
conformes aux directives CE
afférentes. Toute modification effectuée
sur l’(les) appareil(s) entraîne
l’annulation de la validité de cette
déclaration.
Benaming: warmtepomp
Designation: Heat pumps
Désignation: Pompes à chaleur
Type: SI 6TU
Type(s): SI 8TU
Type(s): SI 11TU
SI 14TU
SI 18TU
EG-richtlijnen
Laagspanningsrichtlijn 2006/96/EG
EMV-richtlijn 2004/108/EG
Drukapparatuurrichtlijn 97/23/EG
EC Directives
Low voltage directive 2006/95/EC
EMC directive 2004/108/EC
Pressure equipment directive 97/23/EC
Directives CEE
Directive Basse Tension 2006/95/CE
Directive CEM 2004/108/CE
Directive Équipement Sous Pression
97/23/CE
Toegepaste normen
Applied standards Normes appliquées
EN 60335-1+A11+A1+A12+Corr.+A2
EN 60335-1/A13
EN 60335-2-40+A11+A12+A1+Corr.+A2
EN 55014-1
EN 55014-2+A1
EN 61000-3-2
EN 61000-3-3+A1:2001+A2
EN 378-1, EN 378-2+A1, EN 378-3, EN 378-4
EN 14511-1, EN 14511-2, EN 14511-3+EN 14511-3/AC, EN 14511-4
DIN 8901
BGR 500 (D), SVTI (CH)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
conform drukapparatuurrichtlijn:
Module A
Conformity assessment procedure
according to pressure equipment
directive:
Module A
Procédure d’évaluation de la
conformité selon la directive
Équipements Sous Pression:
Module A
CE-merk aangebracht:
2011
De EG-conformiteitsverklaring is
verstrekt.
CE mark added:
2011
EC declaration of conformity issued
on.
Marquage CE:
2011
La déclaration de conformité CE a
été délivrée le.
A-XX 452235.66.05 · FD 9205 www.dimplex.de
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
www.dimplex.de 452235.66.05 · FD 9205 A-XXI
Bijlage
SI 6TU - SI 18TU
Glen Dimplex Deutschland GmbH
Geschäftsbereich Dimplex
Am Goldenen Feld 18
D-95326 Kulmbach
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
+49 (0) 9221 709 565
www.dimplex.de
32


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Dimplex SI 11TU at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Dimplex SI 11TU in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,62 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Dimplex SI 11TU

Dimplex SI 11TU Usermanual and installation guide - English, German, French - 76 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info