73
NEDERLAND
De functies
FUNCTIE VERWARMING
• Druk op de eerste plaats op de inschakeltoets .
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en
op de display knippert het symbool .
• Druk hierna meerdere keren op de toets MODE, totdat op de
display het symbool van de verwarming verschijnt.
• Nu kan de temperatuur worden ingesteld met behulp van de
toetsen .
•Druk herhaaldelijk op de toets FAN om de gewenste ventilatie-
snelheid te kiezen (automatisch, hoog, gemiddeld, laag).
FUNCTIE SMART
Met de functie SMART beslist het apparaat zelf op welke manier te
functioneren, waarbij het maximaal comfort in de ruimte wordt
gegarandeerd.
• Druk op de toets om het apparaat aan te zetten. Een piep-
toon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op de
display knippert het symbool .
• Druk op de toets SMART. De automatische functie is nu ingesteld
en op de display verschijnt het symbool .
Opmerking: met de functie SMART wordt de temperatuur automa-
tisch gecontroleerd. Indien de gewenste temperatuur nog niet
bereikt werd, kan die verlaagd of verhoogd worden met maximum
2°C, door te drukken op de toetsen .
Het apparaat bepaalt automatisch de functie (airconditioning,
ventilatie, verwarming) en de optimale snelheid.
Aangezien SMART een automatische functie is, is het niet mogelijk
om SLEEP en de snelheid van de interne ventilator te selecteren, ook
al verschijnen de betreffende symbolen op de display van de
afstandsbediening.
AUTOMATISCHE FUNCTIE SLEEP
De automatische functie SLEEP is ideaal voor de nacht, omdat het
mogelijk is binnen de ingestelde functie (airconditioning, ontvochti-
ging, verwarming) de werking van de airconditioner geleidelijk te
verlagen tot hij afslaat (na 8 uren).
Om de functie SLEEP te kiezen, als volgt te werk gaan:
- Druk op de toets om het apparaat aan te zetten.
- Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en
op de display knippert het symbool .
- Hierna de toets MODE kiezen, totdat op de display het symbool
van de gewenste functie verschijnt.
- Selecteer de gewenste temperatuur door te drukken op de toet-
sen .
- Nu op de toets SLEEP drukken om de nachtfunctie in te stellen:
het symbool verschijnt op de display. Druk nogmaals op de
toets SLEEP om terug te gaan naar de vorige functie. Bij deze
functie, draait de ventilator op lage snelheid.
De nachtwerking maakt het mogelijk de ideale temperatuur in stand te houden in
het vertrek en te grote temperatuurschommelingen te vermijden, met een gerui-
sloze werking. De luchtstroom neemt af, terwijl de omgevingstemperatuur varieert
in functie van de behoefte aan welzijn: neemt met 1°C toe na 60 minuten en 2°C
na 2 uren (schakelt uit na 8 uur).