69
NEDERLAND
De keuze van de functies
AIRCONDITIONING FUNCTIE
Deze functie is ideaal op bijzonder warme dagen.
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat aan te
zetten.
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op
het paneel knippert het symbool
.
• Hierna de toets MODE kiezen, totdat op het paneel het symbool
voor airconditioning verschijnt.
• Op dit punt aangekomen dient de temperatuur ingesteld te wor-
den: om deze te verlagen op de toets drukken.
• Om de snelheid van de ventilator te kiezen, is het voldoende
herhaaldelijk op de toets te drukken totdat de gewenste venti-
latiesnelheid bereikt wordt (minimum, medium, maximum, automati-
sch, silent).
N.B.:
Tijdens het functioneren als airconditioning, wordt het teveel aan vochti-
gheid in de ruimte automatisch door het apparaat opgenomen.
ONTVOCHTIGGINGS FUNCTIE
Deze functie kan gekozen worden in geval van een hoge vochtigheid-
sgraad.
• In de eerste plaats op de toets drukken om het apparaat aan
te zetten.
• Een pieptoon geeft het aanslaan van de airconditioner aan en op
het paneel knippert het symbool
• Hierna de toets MODE kiezen, totdat op het paneel het symbool
voor ontvochtiging verschijnt.
•
Het is belangrijk een lagere temperatuur in te stellen dan de
kamertemperatuur, door op de toets
• Om de snelheid van de ventilator te kiezen, is het voldoende
herhaaldelijk op de toets te drukken totdat de gewenste
ventilatiesnelheid bereikt wordt.
• U dient te onthouden dat indien de functie ontvochtiging aan-
staat, het koelen automatisch functioneert met de ventilator op
lage snelheid en dat de compressor periodiek aan- en afslaat.
N.B.:
Wanneer het apparaat ingesteld wordt op de functie ontvochtigen,
is het normaal dat het apparaat regelmatig aan- en afslaat.