66
DE DISPLAY
Transmissie signaal
Controlelampje airconditioning
Controlelampje ontvochtiging
Controlelampje ventilator
Controlelampje verwarming (dit appa-
raat beschikt niet over deze functie)
Controlelampje SUPER airconditioning
Controlelampje SMART
Controlelampje SLEEP
Snelheid ventilator automatisch
Snelheid ventilator maximum
Snelheid ventilator gemiddeld
Snelheid ventilator minimum
Gebruikt door de regeling van de tem-
peratuur in de modaliteit SMART of
Ontvochtiging
A. Toets MODE
Door op deze toets te drukken wordt het
apparaat aan- en uitgezet. Opmerking: ook
wanneer het apparaat uit staat blijft de
display de instellingen weergeven.
B. Toetsen voor de INSTELLING VAN DE OMGE-
VINGSTEMPERATUUR
Gebruik deze toetsen om de omgevingstem-
peratuur in te stellen of om de timer te pro-
grammeren.
C. Toets VENTILATOR ( )
Deze toets kiest de ventilatorsnelheid, name-
lijk automatisch, maximum, gemiddeld, mini-
mum.
D. Toets TIMER
Gebruik deze toets om de werking van de
timer in te stellen of te annuleren.
E. Toets SMART ( )
Door op deze toets te drukken, bepaalt het
apparaat automatisch de meest geschikte
werkingswijze om een maximaal comfort te
garanderen.
F. Pulsante SUPER ( )
Gebruik deze toets om de snelle afkoeling te
starten of te stoppen (Met deze functie,
draait de ventilator op de hoge snelheid en is
de temperatuur automatisch ingesteld op
18°C).
G. Toets SLEEP ( )
Gebruik deze toets om de automatische
functie SLEEP in te stellen of te annuleren.
H. Toets SWING (alleen muurmodellen)
Gebruik deze toets om de oscillerende
beweging van de vleugels van de verticale
regeling te starten of te stoppen, en om de
richting van de luchtstroom naar boven of
naar onder te regelen.
I. Toets AAN/UIT
Door op deze toets te drukken wordt het
apparaat aan- en uitgezet. Opmerking: ook
wanneer het apparaat uit staat blijft de
display de instellingen weergeven.