127
NEDERLAND
hoofdstuk 3 – gebruik van de functie pastabereider
Nivelleer de pasta door de schotel (L) lichtjes te schudden. Giet water (*) in de schotel tot de pasta volle-
dig bedekt is en tot een van beide niveaus (L1 of L2) van de menger (O) wordt bereikt, zoals aangege-
ven in onderstaande figuur:
5
Vergeet niet dat het water ALTIJD tot aan het niveau L1 of het niveau L2 moet komen en zich nooit tussen beide
niveaus mag bevinden.
LET OP:
• HET IS BELANGRIJK DE PASTA VÓÓR HET WATER AAN TE BRENGEN.
• DE PASTA MOET VOLLEDIG WORDEN BEDEKT MET WATER, ZO NIET KAN DE PASTA DIE NIET ONDER
GEDOMPELD IS TEVEEL GEKOOKT WORDEN EN EEN AANGEBRAND KLEURTJE KRIJGEN.
U weet dat het volume pasta toeneemt tijdens het koken. Indien het niveau L1 de pasta nauwelijks bedekt (vb.
pasta met een bijzonder volumineus formaat), is het raadzaam water toe te voegen tot aan het niveau L2.
(*) U kunt zowel water op kamertemperatuur (circa 20°C) als warm water (circa 50°C) gebruiken.
Hoe warmer het water, hoe korter de kooktijd.
De pasta ligt volledig onder het waterniveau L1 (minimum)
De pasta ligt volledig onder het waterniveau L2 (maximum)
JUIST:
De pasta is niet helemaal bedekt door het water.
Het waterniveau ligt tussen L1 en L2 (moet L1 of L2 zijn)
VERKEERD: