1. ALGEMEEN
Haal het apparaat uit de verpakkingsdoos en zet het op zijn kop op het piepschuim. Controleer of het
netsnoer intact is en het apparaat geen schade tijdens het transport heeft opgelopen.
Zet het apparaat niet in werking wanneer het beschadigd is.
2. MONTAGE VAN DE VOETJES
Haal de voetjes en de wielen uit het piepschuim. Plaats de wielen op de pin van de voetjes en druk ze stevig
aan tot u een “klik” hoort (fig. 1). Trek aan de wielen om te controleren of ze goed vast zitten.
Sommige modellen zijn voorzien van wielen die reeds gemonteerd zijn in de pin van de voet.
Monteer de voetjes met behulp van de van schroefdraad voorziene staaf en de bijbehorende vleugelmoeren
aan de onderkant van de radiator en uitsluitend tussen de externe elementen, zoals getoond in de figuren 2-
3-4.
Afhankelijk van het soort voetje dat wordt bijgeleverd, type
A of B, dit monteren zoals getoond figuur 5 of 6.
MODELLEN MET HET SYSTEEM “EASY WHEEL”
Zet de radiator op zijn kop op een doek of een zacht oppervlak om beschadiging van de verflaag te voorko-
men. Open de wielen volledig door ze naar buiten de draaien (fig. 7). Zet de radiator weer in de juiste positie.
ATTENTIE
Gebruik de radiator altijd in verticale positie (wielen onderaan, bedieningselementen bovenaan).
Elke andere positie kan een gevaarsituatie opleveren!
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING
- Controleer zorgvuldig, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de netspanning ove-
reenkomt met de op uw toestel aangeduide spanning (V) en of het stopcontact en de voedingsleiding
afgestemd zijn op de gevraagde belasting.
- SLUIT DE RADIATOR ALLEEN AAN OP STOPCONTACTEN VOORZIEN VAN EEN DOELTREFFEN-
DE AARDLEIDING.
- Dit apparaat is in overeenstemming met de EG-richtlijn 89/336 en het ministerieel besluit 476/92
inzake de elektromagnetische compatibiliteit.
4. WERKING EN GEBRUIK
Inschakeling
Steek de stekker in het stopcontact; zet de thermostaat in de maximumstand; zet de radiator aan met
behulp van de schakelaar(s), volgens de instructies onder de punten a) en b).
a) Modellen met één schakelaar (1 stand)
-toets in stand “I” = maximaal vermogen (controlelampje aan)
-toets in stand “
O” = uit (controlelampje uit)
b) Modellen met dubbele schakelaar (3 standen)
-alleen toets in stand “I” = minimaal vermogen (controlelampje aan)
- alleen toets in stand “
II” = gemiddeld vermogen (controlelampje aan)
- beide toetsen in stand “
I” “II” = maximaal vermogen (controlelampjes aan)
Regeling van de thermostaat
Wanneer in het vertrek de gewenste temperatuur is bereikt, de thermostaat langzaam tegen de wijzers
van de klok in draaien totdat het controlelampje uit gaat (of totdat een “klik” hoorbaar is) en niet verder.
De ingestelde temperatuur wordt nu door de thermostaat automatisch op peil gehouden.
Antivriesfunctie
Met de thermostaat in de stand en de schakelaars ingedrukt, handhaaft het apparaat de temperatuur
in het vertrek op ongeveer 5°C en verhindert op deze wijze bevriezing met behulp van een minimaal
energieverbruik.
12
NL
*