Indien u het apparaat wilt laten werken op het maximumvermogen, draai de thermostaatk-
nop op de gewenste comforttemperatuur tussen 5 en 35°C. Terwijl u aan de knop draait ver-
schijnt de gekozen temperatuur op de display. Rechts op de display wordt in kleine cijfers
bovendien de reële temperatuur van het vertrek weergegeven (zie fig.)
Het apparaat is uitgerust met een elektronische controle-inrichting (ECC) die het ideaal vermo-
gen selecteert om de ingestelde temperatuur te behouden.
Indien de temperatuur die u hebt gekozen boven de reële temperatuur van het vertrek ligt,
schakelt de inrichting automatisch in en brengt het vertrek snel op de gewenste temperatuur,
die constant wordt gehouden door over te schakelen tussen de 3 instelbare vermogens tot de
comforttemperatuur wordt bereikt. Indien de temperatuur van de kamer hoger is dan de geko-
zen temperatuur, schakelt het apparaat uit en schakelt automatisch weer in van zodra de tem-
peratuur onder de geselecteerde comforttemperatuur zakt.
Als u hebt geselecteerd met de knop “ MANUAL FUNCTION ”, schakelt het apparaat over
van de gemiddelde naar de minimumtemperatuur, om de ingestelde temperatuur te behouden.
ANTIVRIESFUNCTIE
Druk op de knop “MANUAL FUNCTION” om de maximale waarde in te stellen (maximum-
vermogen). Zet de thermostaatknop op de waarde “ ” (fig. 1). Op de display verschijnt
“5°C” (zie fig.). Op die manier start het apparaat automatisch van zodra de kamertempera-
tuur onder 5°C zakt. Op de display verschijnt de aanduiding “LO”. Zo worden vriestempera-
turen vermeden, met een mimimaal energieverbruik.
N.B.: In geval van een stroomonderbreking van langer dan 2 minuten wordt de functie niet
verzekerd.