Geregeld schoonmaken gaat het ontstaan van rook en
onaangename luchtjes tijdens de werking tegen.
Vóór het schoonmaken altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken.
Het apparaat nooit in water onderdompelen of wassen
onder een waterstraal.
De grill, de druippan, de kruimellade en het braadspit
(indien aanwezig) kunnen als gewone vaat afgewassen
worden, zowel met de hand
als in de vaatwasmachine.
Voor het reinigen van de buitenkant altijd een vochtig
sponsje gebruiken. Vermijd het gebruik van schurende
producten die de oppervlakteafwerking (email of lak)
kunnen beschadigen. Let goed op dat er geen water of
vloeibare zeep binnendringt in de spleten aan de
rechterkant van de oven.
Gebruik geen bijtende producten om de binnenkant
van de oven schoon te maken, en kras de wanden niet
met puntige of scherpe voorwerpen. Gebruik uitsluitend
niet schurende vloeibare schoonmaakmiddelen.
Steek geen vorken, messen of puntige voorwerpen in
de openingen aan de rechterkant en achterkant van de
oven.
Verwijder de kruimellade (
M) door hem naar u toe te
trekken (zie fig. 10). Indien deze handeling moeilijkhe-
den oplevert, bevochtigt u de buitenkant van de lade.
Verwijder eventueel vuil met een vochtige doek.
Droog goed af en
herplaats de lade.
Voor een makkelijkere reiniging van de interne
bovenkant van de oven, laat u het bovenste verwarm-
ingselement (
A) zakken door de haak van het element
(
C) naar de ovendeur toe te trekken (zie fig. 11 en 12).
BELANGRIJK: na de reiniging haakt u het verwarm-
ingselement weer vast (fig. 13).
De oven mag niet wor-
den gebruikt met het verwarmingselement in ver-
laagde positie.
OVENVERLICHTING (indien aanwezig)
Wanneer de oven in werking is, is de ovenverlichting (B)
altijd aan. Voor de vervanging van de lamp, contacteer
een vakman erkend door de producent of uw Service
Centrum.
N.B. Ook als het lampje niet werkt, kan de oven worden
gebruikt.