61
NEDERLAND
ONDERHOUD
• Schakel het apparaat uit en haal de
stekker uit het stopcontact alvorens over
te gaan tot de reiniging.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet onder
spanning staat alvorens over te gaan tot
het onderhoud. Op die manier worden
ongevallen te wijten aan elektrische
schokken voorkomen.
• Gebruik geen chemische oplosmiddelen
(zoals benzeen, alcohol, lakken) om het
oppervlak van het apparaat schoon te
maken. Dit kan het oppervlak aantasten
of beschadigen en de buitenkant zelfs vol-
ledig vervormen.
• Gebruik alleen water met een neutraal
schoonmaakproduct en zachte doeken
om de delen in plastic te reinigen of af te
drogen.
• Om het waterreservoir schoon te maken,
wordt het uit zijn zitting gehaald en wordt
het restwater weggegoten. Reinig met
een neutraal schoonmaakproduct, spoel
en droog goed af.
• Na deze handelingen wordt het reservoir
teruggeplaatst.
LUCHTFILTER
Wanneer de luchtfilter helemaal verstopt is
door vuilafzettingen en stof, vermindert het
debiet van de luchtstroom met als gevolg
een vermindering van de prestaties en een
verstoorde werking van het apparaat. De
luchtfilter wordt minstens elke twee weken
gereinigd en/of gewassen.
1. Open het rooster van de luchtfilterhouder en
trek het naar buiten toe.
2. Haal de filter uit het rooster van de filterhou-
der.
3. Was de filter door het voorzichtig onder te
dompelen in lauw water (niet warmer dan
40°C) met een neutraal schoonmaakpro-
duct.
Spoel de filter en laat goed drogen in de
schaduw.
4. Hermonteer de droge filter op het rooster
van de filterhouder, door hem met behulp
van de pannen te bevestigen aan het
intern oppervlak van het rooster.
5. Hermonteer vervolgens het rooster van de
filterhouder op zijn oorspronkelijke plaats.
HANDELINGEN OP EINDE SEIZOEN
1. Schakel het apparaat uit en koppel het los
van het voedingsnet door de stekker uit
het stopcontact te halen.
2. Alleen voor de modellen uitgerust met een
buis voor de continue afvoer van het con-
densvocht, wordt vóór het reservoir te ledi-
gen de dop van het plastic buisje gehaald,
zodat het water aanwezig in het reservoir kan
wegvloeien; laat het apparaat werken in de
functie met ventilatie gedurende een halve
dag, tot de binnenkant van het apparaat
volledig droog is.
3. Maak het reservoir van het condensvocht
leeg, reinig het en laat het drogen.
4. Wikkel het voedingssnoer rond de oprolin-
richting en dek het apparaat af met een
zeil of andere afdekking. Bewaar het
apparaat op een droge plaats.
Onderhoud
rooster
Pennen
Rooster
filterhouder
dop
plastic buisje