PIZZADEEG
Met deze instelling kunnen verschillende deegsoorten bereid worden voor grissini, broodjes en pizza, die
vervolgens in een traditionele oven gebakken worden.
Lees de aanwijzingen voor Deeg in het deel Recepten.
BEVEILIGING VAN HET PROGRAMMA BIJ EEN STROOMONDERBREKING
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging die het programmageheugen beschermt bij een stroomonder-
breking of overspanning.
Dit betekent dat het apparaat bij een stroomonderbreking tijdens de bakcyclus het geheugen minstens 10
minuten in stand houdt en de bakcyclus voortzet vanaf het punt waarop het onderbroken werd, zodra de
stroomtoevoer hersteld is.
Deze optie is van toepassing tijdens de cyclus Kneden, Bakken of Uitgestelde start.
Zonder deze optie zou het apparaat een reset uitvoeren en zou de bakcyclus stopgezet worden.
Bij een storing van meer dan 10 minuten, moeten de ingrediënten worden weggegooid en het proces vanaf
het begin worden gestart.
BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR DE DOSERING
Elk ingrediënt van het brood vervult een specifieke rol en voor de beste resultaten is het dus zeer belangrijk
alle ingrediënten correct te doseren.
Voor een optimaal resultaat wordt geadviseerd de ingrediënten op een keukenweegschaal te wegen, in het
bijzonder het meel, omdat dit vanwege de verluchting, in precieze hoeveelheden aanwezig moet zijn voor
een perfecte kwaliteit van het brood.
In elk recept zijn de doseringen opgegeven.
Indien u niet beschikt over een keukenweegschaal, gebruik dan de bijgeleverde maatbeker en maatlepel, en
volg de onderstaande aanwijzingen op.
Droge ingrediënten
Gebruik de bijgeleverde maatbeker en maatlepel. Gebruik geen eetlepels, koffiekopjes e.d. Het meel wordt
in de maatbeker gegoten zonder aan te drukken. Strijk het af met een plat mes; de droge ingrediënten niet
aandrukken in de maatbeker.
Vloeistoffen
Vul de maatbeker tot het aangegeven niveau. Controleer de dosering van de maatbeker door deze op een
vlakke ondergrond te zetten.
Tot slot…
Doe eerst de vloeistoffen in het bakblik, vervolgens de droge ingrediënten en als laatste de gist. Maak een
kuiltje boven in de droge ingrediënten en doe er de gist in. Verwijder het materiaal dat buiten het bakblik
terechtgekomen is. Dit garandeert een goed gistingsproces en een homogene bakcyclus van het brood.
Toevoegen van vruchten en nootjes
De vruchten en nootjes worden op het einde van de kneedcyclus toegevoegd. Het apparaat laat een geluids-
signaal horen om aan te geven dat het fruit of de nootjes toegevoegd mogen worden. Indien men dit doet
vóór het geluidssignaal, dan worden de vruchten en nootjes tot pap verwerkt door een overmatige kneding.
112