l Als er andere telefoonapparaten zijn die de lijn delen, zoals een antwoordapparaat, fax, stroomstootbeveiliging of lijnsplitser, dient u deze terzijde te
leggenendemodemrechtstreeksophetwandcontactvandetelefoonaantesluiten.Alsueentelefoonsnoergebruiktdat3moflangeris,moetueen
korter snoer gebruiken.
Voer het diagnostische hulpmiddel Modem Helper uit —
Klik op de Start-knop, wijs Alle programma's aan en klik vervolgens op Modem Helper. Volg de aanwijzingen op het scherm om modemproblemen te
identificeren en op te lossen. (Modem Helper is op sommige computers niet aanwezig.)
Controleer of de modem met Windows communiceert —
1. Klik op Start en op Configuratiescherm.
2. Klik op Printers en andere hardware.
3. Klik op Telefoon- en modemopties.
4. Klik op het tabblad Modems.
5. Klik op de COM-poort voor uw modem.
6. Klik op Eigenschappen klik op het tabblad Diagnostische gegevens en klik vervolgens op Instellingen opvragen om te controleren of de modem met
Windows communiceert.
Als alle opdrachten een reactie opleveren, werkt de modem naar behoren.
Controleer of u verbonden bent met internet —
Controleer of u een abonnement bij een internetprovider hebt. Zorg dat het e-mailprogramma Outlook Express is geopend en klik op Bestand. Als de optie
Offline werken is voorzien van een vinkje, moet u het vinkje aanklikken om het te verwijderen en een internetverbinding te maken. Raadpleeg uw
internetprovider voor hulp.
Scan de computer op spyware —
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk
geïnfecteerdmetspyware.Gebruikeenvirusscannermetbeschermingtegenspyware(mogelijkisvooruwprogrammaeenupgradenodig)omdecomputerte
scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op het trefwoord spyware.
Foutmeldingen
Als het bericht niet wordt vermeld, moet u de documentatie voor het besturingssysteem raadplegen of de documentatie voor het programma dat actief was
toen de melding verscheen.
Auxiliary device failure (storing in randapparaat) —
Mogelijk is de touchpad, track stick of externe muis defect. Controleer de kabelingang als u met een externe muis werkt. Schakel de optie Pointing Device
(aanwijsapparaat) in het systeemsetupprogramma. Als het probleem zich blijft voordoen, dient u contact met Dell op te nemen. Zie Contact opnemen met Dell.
Bad command or file name (Ongeldige opdracht of bestandsnaam) —
Controleer of de opdracht geen spelfout bevat. Breng op de juiste plaatsen spaties aan en gebruik de juiste padnaam.
Cache disabled due to failure (Cache uitgeschakeld als gevolg van fout) —
Er is een storing opgetreden van de primaire cache van de microprocessor. Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
CD drive controller failure (storing in de controller van het cd-rom-station) —
Het cd-rom-station reageert niet op opdrachten van de computer. Zie Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma).