- 117 -
Telnet
U kunt de afdrukprotocollen instellen van TCP/IP/IPv6, WINS, LPD en Raw TCP/IP voor
afdrukken via het netwerk.
•
Telnet-protocol
: Als u Telnet wilt gebruiken, vinkt u Inschakelen aan.
–
Poortnummer
: Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en
65535. De standaardpoort is 23.
–
Aanmeldings-id
: Voer het ID in wanneer u verbinding maakt om af te drukken via
telnet.
–
Wachtwoord
: Voer het wachtwoord in wanneer u verbinding maakt om af te
drukken via telnet.
–
Wachtwoord bevestigen
: voer het wachtwoord opnieuw in.
WSD
Als u Windows Vista® of een hogere versie als besturingssysteem gebruikt, kunt u WSD
(Web Service for Device) instellen om naar apparaten in het netwerk te zoeken. U kunt ook
vanaf het gezochte apparaat afdrukken.
•
WSD-protocol
: schakel deze optie in om WSD-protocol in te schakelen.
•
Poortnummer
: toont het poortnummer.
SLP
U kunt SLP instellen om het apparaat op het netwerk te zoeken.
•
SLP-protocol
: schakel deze optie in om SLP-protocol in te schakelen.
•
Poortnummer
: toont het poortnummer.
•
Scope 1~3
: Voer het te gebruiken netwerkbereik in. U kunt maximaal 3 bereiken
instellen. Elk apparaat moet altijd in één of meer bereiken staan. U moet bereiken voor
groepservices hebben die vergelijkbaar zijn met de netwerkomgeving in andere
systemen.
•
Berichttype
: selecteer het berichttype.
•
SLP Multicast TTL
: Voer de TTL-waarde in.
•
Registratie gebruiksduur
: voer de duur van de serviceregistratie in bij de registratie
van services met DA.
•
SLP MTU
: Voer de MTU (Maximum Transmission Unit)-waarde in.
•
Multicast-adres
: toont het multicast-adres.
UPnP
Simple Service Discovery Protocol (SSDP) is het primaire detectieprotocol in UPnP en biedt
een mechanisme waarmee netwerkclients netwerkservices kunnen detecteren. In
toepassingen die gebruikmaken van SSDP als detectieprotocol kan het apparaat gevonden
worden met de aangepaste naam voor SSDP.
•
SSDP-protocol
: schakel deze optie in om SSDP-protocol in te schakelen.