l Netwerk
Tijdens de opstartroutine zal de computer beginnen met de items die bovenaan in de lijst worden vermeld en vervolgens elk geactiveerd apparaat scannen op
de opstartbestanden die nodig zijn voor het besturingssysteem. Wanneer de computer de bestanden aantreft, zal deze stoppen met zoeken en het
besturingssysteem laden.
U controleert de opstartbronnen door een apparaat te selecteren (markeren) door op de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets te drukken en vervolgens het
apparaat te activeren of deactiveren of het naar beneden of naar boven te verplaatsen in de lijst.
1. Open het systeemsetupprogramma.
2. Druk op de pijl-naar-links-toets en pijl-naar-rechts-toets om het tabblad Boot (Opstarten) te markeren.
3. Druk op de pijl-omhoogtoets of pijl-omlaagtoets om de optie Boot Device Property (Eigenschappen van opstartbron) te markeren, en druk vervolgens
op <Enter>.
4. Selecteer het opstartapparaat dat u wilt wijzigen met de pijltoetsen omhoog en omlaag en druk dan op <Shift + 1> om het apparaat in- of uit te
schakelen. Of druk op <+> om het apparaat omhoog in de lijst te verplaatsen, of op <-> om het apparaat omlaag in de lijst te verplaatsen.
5. Druk op <F10> en druk vervolgens op <Enter> om het systeemsetupprogramma te verlaten en het opstartproces te vervolgen.
De wijzigingen van de opstartvolgorde gaan van kracht wanneer u de wijzigingen opslaat en het systeemsetupprogramma afsluit.
Opstartvolgorde eenmalig wijzigen
Ukuntmetdezeinstellingvooréénkeeruwsysteemlatenstartenvanafuwvoorkeursapparaat.Devolgendekeerdatuuwsysteemstart,keerthetsysteem
terug naar de oorspronkelijke opstartvolgorde.
1. Sluit de computer af via het menu Start.
2. Zet de computer aan. Druk zodra het DELL-logo wordt weergegeven, onmiddellijk op F12.
3. Als de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u het apparaat dat u wilt opstarten en drukt u op <Enter>.
De computer start vervolgens op vanaf het geselecteerde apparaat.
De opstartvolgorde wijzigen naar een USB-apparaat
1. Sluit het USB-apparaat op een USB-poort aan.
2. Start de computer (opnieuw) op.
3. Wanneer in de onderhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Menuverschijnt,druktuopF12.
4. Het opstartmenu verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartbronnen.
5. Gebruik de pijltoetsen om het juiste apparaat te selecteren (alleen voor de huidige opstartprocedure).
De BIOS-instellingen wijzigen
Met systeeminstellingen kunt u door de gebruiker te selecteren opties, zoals datum en tijd of het wachtwoord van het systeem, configureren in de BIOS. Zie
het gedeelte De systeeminstellingen raadplegen met het systeemsetupprogramma voor meer informatie.
De BIOS-instellingen weergeven
1. Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's.