21
10. GEHEUGENPROGRAMMA
Opmerking
• Als u het geheugenprogramma start, worden deze instellingen automatisch opgeslagen.
• Als u tijdens het wassen instellingen wilt wijzigen, onderbreekt u het programma met de Start/Pauze-toets.
Druk vervolgens op de toetsen voor de functies die u wilt wijzigen.
• Als u tijdens het wassen nog wasgoed toe wilt voegen, drukt u op 'Start/pauze' en 'Deur openen'. Open de
deur, doe het wasgoed in de trommel, sluit de deur weer en druk op 'Start/pauze'.
Doe het wasgoed in de trommel en doe het wasmiddel en de wasverzachter in het
wasmiddellaatje.
Sluit de deur.
• Doe wasmiddel in de vakjes voor hoofdwas (markering II) en voorwas (markering I) in
het wasmiddellaatje.
• De wasverzachter mag niet boven de "MAX"-markering uitkomen.
• Doe alleen wasmiddel in het vakje voor voorwas (markering I) als u ook voorwas
programmeert.
• Als u een bleekmiddel wil gebruiken, moet u dat samen met het wasmiddel in het
hoofdwasvakje (markering II) doen.
Druk op de aan/uit-knop.
• In het display wordt '- --' weergegeven.
Kies het programma 'Geheugen' met de selectieknop.
• Als u de machine aan zet en vervolgens op Start/pauze drukt zonder een
wasprogramma te kiezen, wordt het programma 'Normaal' gedraaid.
• Als u een wasprogramma op wilt slaan, moet u de wascyclus, het aantal
spoelgangen, de centrifugesnelheid en de temperatuur instellen. Draai vervolgens
aan de selectieknop.
Druk op de Start/Pauzetoets.
• Als de wasmachine gaat draaien, wordt de deur vergrendeld en wordt de kuip met
water gevuld.
1
2
3
4