8
• Leg wasgoed losjes in de wasmachine.
De kledingstukken moeten makkelijk in het
waswater kunnen bewegen om ze beter
schoon en kreukvrij te krijgen.
• Vul de wasmachine op de juiste wijze en kies de
juiste instelling voor belading.
Overbelading en een te kleine instelling
kunnen:
- de oorzaak zijn van slechte reiniging
- kreuken verergeren
- kleding meer laten pluizen
- de kleding sneller laten slijten (door pluizen)
• Mix kleine en grote kledingstukken bij elke
wasbeurt. Vul de machine gelijkmatig, zodat hij
in balans blijft.
Een onevenwichtige lading kan de wasmachine
tijdens het centrifugeren laten trillen.
• Verminder de wastijd bij een lagere instelling
voor belading.
Als de machine met maar een paar kleine
kledingstukken is geladen, is minder tijd nodig
voor de was.
• Stel een grote belading in om kreuken van
kleding met blijvende pressing en synthetische
gebreide kledingstukken te voorkomen.
Deze kledingstukken hebben meer ruimte
nodig om in het water te bewegen.
(handdoeken, spijkerstof)
Vullen
1 Wasmiddelvak 2 Wasverzachter toevoegen
• Voeg naar wens een afgepaste hoeveelheid
wasverzachter toe in het daarvoor
bestemde vakje.
• Giet de op de verpakking aanbevolen
hoeveelheid wasverzachter in de
verdeeldop.
• Zorg dat het maximale vulniveau niet wordt
overschreden. Een te vol vak kan er voor
zorgen dat de wasverzachter er te vroeg uit
loopt en er vlekken in het wasgoed komen.
• Open het wasmiddelvak niet als water wordt
toegevoerd.
• Giet wasverzachter nooit rechtstreeks op het
wasgoed.
Wasmiddel toevoegen
• Scheid sterk bevuild wasgoed van licht bevuild, zelfs als u ze normaal gesproken samen zou wassen.
• Scheid donker gekleurd wasgoed van licht gekleurd en scheid kleurecht wasgoed van niet kleurecht.
Sorteren
Vuil (zwaar, middel, licht) Scheid wasgoed naar de mate van bevuiling.
Kleur (wit, licht, donker) Scheid wit wasgoed van gekleurd.
Pluizen (pluizend, pluisopnemend) Was pluizend wasgoed niet samen met pluisopnemend.
Hoofdwas
Voorwas
Wasverzachter