Handleiding voor andere nuttige programma’s (Vervolg)
OPMERKING
• Gebruik geen wasmiddel of wasverzachter.
• De koudwaterkraan moet worden opengedraaid.
• Als dit programma voltooid is, verschijnt
afwisselend op het display. Gedurende 30 minuten wordt het
anti-kreukprogramma uitgevoerd en vervolgens wordt de machine uitgeschakeld.
• Met het programma ‘DRY’ kunnen de programma’s ‘DELICATE’, ‘Quick 20’, ‘Tub Clean’ en ‘Drain’ niet worden
geselecteerd.
• Wees voorzichtig als u het wasgoed uit de machine haalt. Het kan erg warm zijn.
• Sommige kledingstukken kunnen bij het drogen licht krimpen of vervormen. Controleer daarom vooraf of de
kledingstukken geschikt zijn voor de droogtrommel.
• Als het droogresultaat onvoldoende is, dient u een andere temperatuur te selecteren.
• Als u wilt drogen en wassen, nadat u het programma hebt geselecteerd, drukt u op de ‘DRY’-knop en vervolgens op de
start/pauze-knop.
1 Doe het wasgoed in de trommel en sluit de deur.
2
Druk op de aan-uitschakelaar.
• Op het leddisplay verschijnt ‘---’.
3
Selecteer met de ‘Dry’-knop de gewenste drooginstelling.
Met een druk op deze knop wordt de drooginstelling als volgt geselecteerd: ‘Cupboard’ →
‘Very’ → ‘Time (1:00, 2:00, 3:00, 4:00)’ → OFF → ‘Low Temp’ → ‘Iron’ → ‘Cupboard’.
4
Druk op de start/pauze-knop.
• De wasmachine start met het vergrendelen van de deur.
* ‘DRY’ (DROGEN)