50935
17
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/56
Next page
COMBINAIR
UHR
Storingshulp Warmtepomp
Opmerking! In deze storingshulp zijn procedures beschreven om eventuele storin-
gen aan de CombinAir op te lossen. De storingscode “L”, “C” “CC/--”, “CE/--” of “CA/--”
kunnen via de inhoudsopgave worden opgeheven. Overige storingen vragen om een
analytische benadering en dus gedegen systeemkennis. Het is in dat geval raadzaam
de beschikbare documentatie aandachtig door te nemen.
Opmerking! Alle procedures hebben betrekking op storingen aan de warmtepomp.
Voor storingen aan de CV-ketel wordt verwezen naar de betreffende storingshulp.
!
!
Storingshulp Warmtepomp
I
II
Legenda 2
CombinAir ................................................................................................ 3
Normaal bedrijf ........................................................................................ 3
Veiligheid ................................................................................................. 3
Elektrische beveiligingen ........................................................................ 4
Koudemiddel ............................................................................................ 4
1 Bijgeluiden 5
1.1 Contactgeluid ........................................................................................... 5
1.2 Luchtruis ................................................................................................... 5
1.3 Metaalachtig kloppen ............................................................................. 6
2 Storingen 7
2.1 Displaymeldingen .................................................................................... 7
2.2 Foutgeschiedenis .................................................................................... 8
2.3 Buitenvoeler ............................................................................................ 8
2.4 Instellingen .............................................................................................. 8
3 Storingen oplossen 9
3.1 Anti-pendel signalen (inschakelvertragingen) ..................................... 9
3.2 Start algemene controles ........................................................................ 10
3.2.1 Luchtstroming .......................................................................................... 10
Verdamper volledig bevroren................................................................. 11
Ontdooiingsprogramma geforceerd starten ........................................ 11
Verstoppingen, vernauwingen en/of lekkages ..................................... 12
Vervuilde verdamper en/of lter reinigen ............................................. 12
3.2.2 Radiatorkranen ........................................................................................ 13
3.2.3 Ontluchten verwarmingswatercircuit .................................................... 13
3.2.4 Systeemdruk onjuist ................................................................................ 13
3.2.5 Systeemcode ............................................................................................ 14
Systeemcode wijzigen ............................................................................. 14
Systeemcode niet wijzigen ..................................................................... 14
3.3 In bedrijf stellen en testen na algemene controle ................................ 15
3.4 Toestel doet niets .................................................................................... 16
3.4.1 Controle voedingsspanning .................................................................... 16
Voedingsspanning in orde ...................................................................... 16
Voedingsspanning niet in orde .............................................................. 16
3.5 Storingscodes ........................................................................................... 17
3.5.1 Storingscode “L, stekker CV-ketel fout ingeplugd ............................... 17
3.5.2 Storingscode “C, systeemdruk fout ...................................................... 17
3.5.3 Waarschuwingen (lettercombinatie “CC”) ........................................... 18
Storingscode CC/01, geen menginjectie ................................................ 18
Storingscode CC/02, communicatieprobleem ...................................... 19
Storingscode CC/03, onbalans sensor temperatuur aanvoer-meng .... 21
3.5.4 Blokkeringen (lettercombinatie “CE”) .................................................. 21
3.5.5 Vergrendelingen (lettercombinatie“CA”) .............................................. 21
4 Sensoren 24
4.1 Sensorposities .......................................................................................... 24
4.2 Sensorstoringen ....................................................................................... 25
Onderbrekingen in sensorcircuits .......................................................... 25
Kortsluiting in sensorcircuits .................................................................. 25
INHOUd
I
II
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
4.3 Sensorcircuit controleren ........................................................................ 25
4.4 Sensor vervangen .................................................................................... 26
5 Regeleenheid vervangen 27
6 Warmtepomp vervangen 28
7 Expansieventiel 30
7.1 Diagnose storing expansieventiel .......................................................... 30
7.2 Fabrieksinstellingen gewijzigd ............................................................... 31
8 Compressor 32
9 Ventilator 33
9.1 Mechanische controle ............................................................................. 33
9.2 Controle bedrading ................................................................................ 33
9.3 Ventilator uitbouwen .............................................................................. 34
9.4 Ventilator vervangen ............................................................................... 35
9.5 Ventilator inbouwen ............................................................................... 36
10 Slechte warmteoverdracht 37
10.1 Regelventiel.............................................................................................. 37
Regelventiel omschakelen ...................................................................... 37
10.1.1 Regelventiel uitbouwen .......................................................................... 39
10.2 Circulatiepomp ........................................................................................ 39
10.3 Lucht in verwarmingswatercircuit ......................................................... 40
10.4 Retourtemperatuur verwarmingswater te hoog .................................. 41
10.4.1 Retourtemperatuur uitlezen ................................................................... 41
11 Stooklijnen instellen 42
11.1 Stooklijn 1 temperatuurzone instellen .................................................. 42
11.2 Stooklijn 2 temperatuurzones instellen ................................................. 44
Terug naar bedrijfstoestand ................................................................... 47
Bijlage 4 8
Gebruikersmenu ...................................................................................... 48
Servicemenu ............................................................................................. 49
Submenu “Sensorwaarden” .................................................................... 51
Submenu “Inregelen warmtepomp...................................................... 52
Storingshulp Warmtepomp
1
2
1
2
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
LegeNdA
In dit document worden de teksten ondersteund door
illustraties en iconen.
De betekenis van de iconen zijn toegelicht in deze legenda.
resetresetreset
I / OI / O
I / O
set
set
5 sec.
2x
set
...



#$
#$
#$ "
#$"

#$"
!
Storingshulp Warmtepomp
3
4
CombinAir
De CombinAir is samengesteld uit twee aparte
verwarmingstoestellen die in een behuizing zijn
samengebracht. Strikt genomen is de warmtepomp
verantwoordelijk voor het lage temperatuur
verwarmingsysteem. De CV-ketel is verantwoordelijk voor
hoge temperatuur verwarmingsysteem en warm water. De CV-
ketel “springt” echter bij als de warmtepomp tijdelijk niet
genoeg capaciteit heeft. Het besturingsprogramma zorgt
ervoor dat beide toesteldelen samenwerken. Beide
toesteldelen hebben een eigen regeleenheid met daarbij
behorende storingscodes. De beide regeleenheden
communiceren met elkaar via een datakabel die de
regeleenheden met elkaar verbind.
Normaal bedrijf
In een storingsvrije situatie zal de warmtepomp maximaal
15 minuten nadat de beide stekkers in de wandcontactdoos
zijn gestoken hoorbaar in bedrijf komen wanneer er
warmtevraag is. De CV-ketel komt niet direct in bedrijf. De tijd
die verstrijkt tussen het inschakelen van de warmtepomp en
het inschakelen van de CV-ketel is afhankelijk van de
instellingen van het toestel.
Bij systeemcode “01” en “02” is de CombinAir aangesloten op
een lage temperatuur verwarmingssysteem. In dat geval zal
de CV-ketel alleen in bedrijf komen als de warmtepomp na
ongeveer 2 uur niet in staat blijkt de ruimtes op de gewenste
temperatuur te brengen.
Bij systeemcode “03” t/m “10” is de CombinAir
aangesloten op een combinatie van een lage en een hoge
temperatuur verwarmingssysteem. De CV-ketel komt dan
bij een warmtevraag voor de verwarming van de hoge
temperatuurzone direct in bedrijf.
Tijdens normaal bedrijf worden er zowel in het display “status”
als “cv water” getallen of zogenaamde anti-pendel signalen
weergegeven.
Veiligheid
Het werken met de CombinAir vraagt, in vergelijking met een
CV-ketel, geen extra veiligheidsmaatregelen. Een
gewetensvolle omgang met het toestel is belangrijk. Tijdens
werkzaamheden aan de CombinAir dient de veiligheid van
uzelf en anderen altijd voorop te staan.
DAAL0001
DAAL0002
M
DAAL0003
M
DAAL0004
3
4
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Elektrische beveiligingen
Tijdens en na de productie van het toestel wordt de
CombinAir (beide toesteldelen) elektrisch getest. Ondanks
deze uitgebreide controle, dient bij alle werkzaamheden aan
het toestel de stekker uit de wandcontactdoos te worden
genomen. Een groot aantal onderdelen werkt op netspanning.
Ze kunnen door de regeling worden bekrachtigd.
!
Let op! Trek niet per ongeluk kabels los tijdens
werkzaamheden!
Alle elektrische componenten behoren op de randaarde
aangesloten te zijn.
Koudemiddel
Het gebruikte koudemiddel (R-407C) is een relatief
ongevaarlijke stof, die alleen bij hoge concentraties tot
gezondheidsklachten kan leiden. Bij contact met vloeibaar
koudemiddel kunnen echter direct brandwonden ontstaan. Als
de warmtepomp een duidelijk (zichtbaar of hoorbaar) lek
heeft, als volgt handelen.
Procedure:
1 Plaats mantel indien mogelijk terug.
2 Houd toets “set” ingedrukt totdat code A in het display
“status” verschijnt en laat toets “set” los.
3 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat “u” in het display
“status” verschijnt.
4 Druk op de toets “warm water. In het display “status”
gaan de code “u” en “C” elkaar afwisselen.
5 Druk 1x op de toets “set”. `In display “status” gaan de code
“u” en “F” elkaar afwisselen.
6 Lees de waarde in het display “cv water” af.
7 Druk herhaaldelijk op de toets “warm water” totdat de
waarde “15” in het display “warm water “ verschijnt.
De ventilator slaat aan.
8 Als na c.a. 5 minuten de ventilator stopt omdat het menu
automatisch wordt verlaten, deze opnieuw op 15 instellen.
9 Procedure herhalen totdat het koudemiddel volledig
verdwenen is.
DAAL0006
R 407C
DAAL0007
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
I
/
O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
2
3
4
5
6
7
1
Storingshulp Warmtepomp
5
6
1 BIjgeLUIdeN
De warmtepomp kan onder bepaalde condities teveel geluid
produceren. Dit geluid kan grofweg in drie groepen worden
ingedeeld, namelijk;
Contactgeluiden.
Luchtruis.
Metaalachtig kloppen.
1.1
Contactgeluid
Contactgeluid wordt veroorzaakt doordat onderdelen en/of
plaatwerk tegen elkaar rammelen. Contactgeluid is bijzonder
ergerlijk voor de eigenaar en kan schade aan de warmtepomp
veroorzaken. Leidingen die langs elkaar of langs andere
onderdelen van de warmtepomp schuren kunnen lek raken
waardoor koudemiddel kan ontsnappen.
Procedure:
1 Bevestig loshangende onderdelen of creëer ruimte tussen
langs elkaar schurende onderdelen.
1.2
Luchtruis
Luchtgeruis kan bij de CombinAir tot klachten leiden. Dit is
over het algemeen het meest overheersende bijgeluid van de
CombinAir. Er is veel aan te doen. Zorg ervoor dat de aan- en
afvoerkanalen goed zijn aangesloten. Voorkom kieren en
naden, plotselinge overgangen, scherpe hoeken en te nauwe
luchtkanalen.
Als het ventilatortoerental te hoog is ingesteld, zal dit
zondermeer geluidsklachten opleveren. Zorg er daarom
voor dat de ventilator op het juiste toerental is ingesteld. De
ventilator is juist ingesteld als de CombinAir een luchtdebiet
van 600 [m
3
/h] kan maken. Deze instelling kan worden
gecontroleerd door een meting of aan de hand van de
ventilatorgraek van de CombinAir.
Procedure:
1 Controleer dat alle luchtkanalen goed afdichten op de
aansluitingen. Corrigeer indien nodig.
2 Hef knikken in kanalen op en vervang zonodig geknikte
buizen.
3 Controleer dat aan- en afvoerkanalen overal dezelfde
diameter van minimaal 180 mm hebben. Corrigeer zonodig.
4 Pas het toerental van de ventilator indien nodig aan.
DAAL0008
<15>
<11>
<12>
<13>
<14>
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0
100
200
300
400
500600
700800 900
Qv [m�h]
H [Pa]
Instelbaar in servicemenu (item <”F”> in submenu <”u”>
Ventilatorcurve CombinAir
DAAL0009
5
6
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
1.3
Metaalachtig kloppen
Een metaalachtig kloppend geluid duidt op vloeistofslag. Dat
wil zeggen dat de compressor koudemiddel in vloeibare vorm
aanzuigt. De warmtepomp is in dit geval defect.
Procedure:
1 Schakel de warmtepomp direct uit.
2 Vervang de warmtepomp (zie Hfd. 6).
DAAL0012
DAAL0022
Storingshulp Warmtepomp
7
8
2 StORINgeN
In geval van storingen is het van groot belang om door een
analyse de oorzaak van de storing te vinden. Hieruit volgt dan
tevens of een reparatie op locatie mogelijk is.
!
Let op! Reparaties aan het gesloten systeem van de
warmtepomp mogen uitsluitend door gekwaliceerde
(STEK-erkende) technici worden verricht. Indien zich een
storing in de warmtepomp voordoet, die niet door de in dit
document beschreven handelingen kan worden verholpen,
dient te allen tijde de warmtepomp te worden uitgewisseld!
!
Waarschuwing! Voer geen reparaties aan de warmtepomp
uit waarvoor deze geopend moet worden!
Om storingen in de warmtepomp op te lossen, kunnen
de volgende acties (in de aangegeven volgorde) worden
uitgevoerd:
Controleer of er meldingen op het display worden getoond.
Lees de foutgeschiedenis uit.
Controleer de werking van de buitenvoeler.
Controleer de instellingen.
Controleer de CV-installatie.
2.1
Displaymeldingen
In het besturingsprogramma van de CombinAir is een
zelfdiagnosesysteem opgenomen. Dit systeem bewaakt het
functioneren van de CombinAir en detecteert eventuele
fouten die tijdens het bedrijf optreden. Storingen aan de
CombinAir kunnen zowel interne als externe oorzaken
hebben. Denk bij externe oorzaken aan verstoppingen en
lekkages. Interne storingen kunnen veroorzaakt worden
door defecten aan componenten of foutieve instellingen
in het besturingsprogramma. Storingen die door het
zelfdiagnosesysteem worden gedetecteerd, verschijnen in de
vorm van een knipperende cijfer en of letters op het display.
DAAL0014
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
7
8
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
2.2
Foutgeschiedenis
Het display geeft alleen fouten aan die op hetzelfde moment
van toepassing zijn. Waarschuwingen en blokkeringen kunnen
echter vanzelf weer verdwijnen. Ook vergrendelingen zullen
nadat het toestel is gereset van het display verdwijnen.
Daarom onthoudt de CombinAir een aantal storingen. Als
het toestel display niet direct laat zien wat er aan de hand
is, is de tweede stap om na te kijken of er storingen in de
foutgeschiedenis zijn opgeslagen. Als er storingen in de
foutgeschiedenis zijn opgeslagen, behandel deze dan zoals
beschreven in “Storingen”.
De foutgeschiedenis van de warmtepomp maakt deel uit van
het gebruikersmenu.
Procedure:
1 Houd toets “set” 5 seconden ingedrukt.
2 Druk toets “set” kort in totdat menu “H.”*, “J.”* of “L.”* in
het display “status” verschijnt.
• “H.” Laatste vergrendeling van de warmtepomp
“J.” Laatste blokkering van de warmtepomp
“L.” Laatste waarschuwing van de warmtepomp
De bijbehorende storingscode wordt in het display “cv water
weergegeven. De letter- en cijfercombinatie wisselen elkaar
dan af.
2.3
Buitenvoeler
De CombinAir berekent een aanvoertemperatuur van het
verwarmingswater op basis van de gemeten
buitentemperatuur. Voor deze meting wordt een buitenvoeler
gebruikt. Het ligt voor de hand dat een storing van de
buitenvoeler leidt tot een verkeerde berekening van de
aanvoertemperatuur en dat leidt dan weer tot
warmteklachten.
De buitenvoeler wordt aangesloten op de CV-ketel. Raadpleeg
voor controle van de buitensensor de documentatie van de CV-
ketel.
2.4
Instellingen
De berekende aanvoertemperatuur is niet alleen afhankelijk
van de buitenvoeler, maar ook van de instellingen die
het toestel heeft meegekregen. Ook hier geldt dat een
foutieve instelling leidt tot een verkeerde berekening van de
aanvoertemperatuur. Dit leidt dan weer tot warmteklachten.
DAAL0015
setsetset
set
set
5 sec.
1
2
DAAL0016
Storingshulp Warmtepomp
9
10
3 StORINgeN OpLOSSeN
Niet alle oorzaken van storingen kunnen op locatie
worden gerepareerd. De warmtepomp is namelijk een
gesloten systeem waarin koudemiddel circuleert. Sommige
componenten in dit systeem mogen alleen worden vervangen
nadat het koudemiddel uit het systeem is verwijderd. Voor
het aftappen van het koudemiddel heeft men speciale
apparatuur nodig. Reparaties aan of het vervangen van
deze componenten moeten dan ook bij Daalderop worden
uitgevoerd.
!
Waarschuwing! Contact met koudemiddel kan tot ernstige
brandwonden leiden!
3.1
Anti-pendel signalen
(inschakelvertragingen)
Het toestel signaleert twee inschakelvertragingen, namelijk:
1 Anti-pendel signaal van de warmtepomp, eens per vijf
seconden aangegeven met “=” in het display “status”. Dit
duidt normaliter niet op een storing.
2 Anti-pendel signaal van de CV-ketel, eens per vijf seconde
aangegeven met “” in het display “status. Ook deze
melding duidt normaal gesproken op een storingsvrije
werking.
Opmerking: De inschakelvertraging van de CV-ketel is in dit
document niet nader uitgewerkt.
Zodra er een anti-pendelsignaal wordt gegeven, mag de
warmtepomp niet in bedrijf komen. Het anti-pendelsignaal
wordt in de volgende gevallen weergegeven;
Tijdens ontdooien. De ventilator draait dan met een
laag toerental. Het regelsysteem registreert automatisch
wanneer de ontdooicyclus is voltooid.
DAAL0018
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
DAAL0019
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
9
10
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Procedure:
1 Controleer de sensoren als het toestel langdurig blijft
ontdooien.
In situaties waarbij de compressor niet mag starten. De
compressor moet dan minimaal 10 minuten uitgeschakeld
blijven om schade aan de warmtepomp te voorkomen.
Als het toestel is uitgeschakeld vanwege optimalisatie.
Sommige regelingen schakelen de warmtepomp uit als
deze niet economisch werkt. Denk hierbij aan situaties
waarin de temperatuur van de instromende lucht of het
instromende verwarmingswater uitzonderlijk laag is.
3.2
Start algemene controles
Aan veel van de storingen die optreden zodra de CombinAir
in bedrijf wordt gesteld, liggen de onderstaande oorzaken
mogelijk ten grondslag;
Problemen in de luchtstroming.
Er staan geen of niet voldoende radiatorkranen open.
Het verwarmingswatercircuit is niet goed ontlucht.
Systeemdruk te laag of te hoog.
Stekker CV-ketel verkeerd ingeplugd.
De systeemcode is onjuist ingesteld.
De gaskraan staat dicht.
!
Let op! Een storingsvrij CombinAir zal pas in bedrijf kunnen
komen als er een warmtevraag is. Dit betekent dat de
thermostaat voldoende hoog moet worden ingesteld!
3.2.1
Luchtstroming
Op diverse wijzen kan de stroming van de aangezogen lucht
verstoord raken. Storingen in het luchtaanzuigsysteem kunnen
verdeeld worden in 3 groepen, namelijk:
Verstoppingen en/of lekkage in het inlaatsysteem.
Onjuist werkende ventilator (zie Hfd. 9).
Vervuiling van de verdamper en/of het lter.
Storingshulp Warmtepomp
11
12
Verdamper volledig bevroren
Als de verdamper volledig is bevroren, dan wordt het
ontdooiprogramma automatisch doorlopen.
Ontdooiingsprogramma geforceerd starten
Procedure:
1 Trek de stekker van de warmtepomp uit de
wandcontactdoos.
2 Steek de stekker in de wandcontactdoos nadat de
compressor gestopt is.
De warmtepomp moet dan ontdooiprogramma doorlopen.
Als dit niet gebeurt, is er iets mis met de besturing van de
warmtepomp.
Procedure:
1 Vervang regeleenheid van warmtepomp (zie Hfd. 5).
DAAL0021
DAAL0116
11
12
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Verstoppingen, vernauwingen en/of lekkages
Verstopte of vernauwde aanzuigkanalen hinderen de
luchtstroom waardoor het koudemiddel minder warmte op
kan nemen om te kunnen verdampen.
Procedure:
1 Controleer de aanzuigluchtkanalen op verstoppingen.
2 Hef verstoppingen en/of lekkages op.
3 Controleer de werking van kleppen in de aanzuigkanalen.
4 Maak slecht werkende kleppen gangbaar of vervang deze.
Vervuilde verdamper en/of lter reinigen
Een vervuilde verdamper of lter hindert de luchtstroom
waardoor het koudemiddel minder warmte op kan nemen om
te verdampen.
Procedure:
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de warmtepomp.
3 Neem het lter van de verdamper.
4 Houd het lter tegen het licht en controleer of het vervuild
is.
5 Spoel het lter met water en een zacht schoonmaakmiddel
schoon of vervang het indien nodig.
6 Maak het lter droog.
7 Plaats het lter terug.
8 Controleer de verdamper op vervuiling.
9 Spoel de lamellen eventueel schoon met een waterstraal.
!
Tip! Het spoelwater wordt afgevoerd via de lekbak!
Storingshulp Warmtepomp
13
14
3.2.2
Radiatorkranen
Als er onvoldoende radiatorkranen geopend zijn kunnen er
storingsmeldingen op het display verschijnen.
Procedure:
1 Controleer de kranen en draai ze zonodig open.
3.2.3
Ontluchten verwarmingswatercircuit
Als het verwarmingswatercircuit niet goed ontlucht is, kunnen
er storingsmeldingen op de display verschijnen.
!
Let op! Alleen CombinAir zonder automatische ontluchters!
Procedure:
1 Draai de beide ontluchtingskraantjes open en controleer
of er water uit de kraantjes stroomt. In dat geval is
het systeem ontlucht.
!
Let op! Geld voor CombinAir zonder automatische
ontluchters!
2 Sluit de kraantjes.
!
Let op! Geld voor CombinAir zonder automatische
ontluchters!
3 Voer vulprocedure uit als er geen water uit de kraantjes
stroomt.
3.2.4
Systeemdruk onjuist
Als de systeemdruk te hoog of te laag is verschijnt de code “C”
in het display status.
Procedure:
1 Lees de systeemdruk af (1 – 2 bar).
2 Voer de bijvulprocedure uit als de systeemdruk lager dan
1 bar is.
3 Tap het verwarmingscircuit af als de druk hoger dan 3 bar
is.
DAAL0023
DAAL0024
1
2
1
2
DAAL0025
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
13
14
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
3.2.5
Systeemcode
Er zijn 10 verschillende verwarmingssystemen die op de
CombinAir aangesloten kunnen worden. Elk systeem heeft een
eigen code. De zogenaamde systeemcode. De mogelijke codes
zijn 01 t/m 10.
De code is bekend bij het bedrijf dat de thermische waarden
van de wooneenheid heeft bepaald. Daar kan de code dus
worden opgevraagd.
Natuurlijk moet het regelsysteem van de CombinAir “weten”
welk verwarmingsysteem aangesloten is.
Controleer daarom systeemcode en wijzig deze indien nodig.
Systeemcode aezen
Procedure:
1 Houd de toets “set” ingedrukt. In display “status” verschijnt
na 5 seconden code “C. 5 Seconden later verschijnt
code “A.
!
Let op! Toets “set” vasthouden!
2 Toets “set” 2x indrukken. In display “status” verschijnt
code “c”.
3 Lees in display “cv water” de ingestelde systeemcode
(01/...../10) af.
Systeemcode wijzigen
Procedure:
1 Druk herhaaldelijk op de toets “Warm water” totdat de
gewenste systeemcode in het display “cv water” verschijnt.
2 Druk 2x op de toets “resetom terug te keren naar de
bedrijfstoestand.
!
Let op! Nieuwe systeemcode is ingesteld!
Systeemcode niet wijzigen
Procedure:
1 Druk 2x op de toets “reset” om terug te keren naar de
bedrijfstoestand.
!
Let op! De systeemcode is niet gewijzigd.
DAAL0026
set set
 sec. sec.
set
x
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
1
2
3
DAAL0027
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
I / OI / O
I / O
x
reset
1
2
DAAL0028
2x
reset
Storingshulp Warmtepomp
15
16
3.3
In bedrijf stellen en testen na algemene
controle
Nadat de hiervoor genoemde algemene controles en
eventuele correcties zijn uitgevoerd, kan men de CombinAir
opnieuw in bedrijf stellen.
Procedure:
1 Draai de thermostat(en) omhoog.
2 Druk 1x of 2x op de toets “reset. De storingscodes zouden
nu verdwenen moeten zijn.
!
Let op! Code CC/02 kan tijdens het opstarten kort
verschijnen totdat de communicatie tussen de beide
regeleenheden tot stand is gebracht!
3 Druk na 15 seconden nogmaals op de toets “reset” als de
storingscodes blijven.
In een storingsvrije situatie komt de warmtepomp na
maximaal 15 minuten hoorbaar in bedrijf als er een
warmtevraag is.
4 Houd de toets “reset” gedurende 10 seconden ingedrukt. In
het display “cv water” verschijnt gedurende 5 seconden de
lettercombinatie “CH. De CV-ketel komt nu in bedrijf.
DAAL0029
1x / 2x
reset
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
15 min.
dB
15 sec.
reset
10 sec.
reset
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
1
0
1
5
2
0
2
5
1
0
1
5
2
0
2
5
Max.
1
2
3
4
15
16
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Mocht in plaats van “CH” de code “- -“ in het display “cv water”
verschijnen, komt de CV-ketel niet in bedrijf. Er is dan niet
voldoende warmtevraag ondanks dat de thermostaten geheel
open staan.
3.4
Toestel doet niets
Volg de onderstaande procedure als de displays niet oplichten
of wanneer het toestel niet werkt terwijl de beide stekkers in
de wandcontactdoos zijn ingeplugd.
3.4.1
Controle voedingsspanning
Procedure:
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Meet de spanning op de wandcontactdoos.
Toegelaten waarde: 220V – 240V
Waarde te hoog of te laag, controleer de
voedingsspanning.
!
Let op! Meet deze spanning over een langere
tijdsperiode. De spanning kan als gevolg van een te
zware groepbelasting van tijd tot tijd inzakken!
Toegelaten frequentie: 48,5 – 51,5Hz
Voedingsspanning in orde
Als het toestel niets doet terwijl de voedingsspanning in
orde is, duidt dit op een defect aan de regeleenheid van de
CV-ketel.
Procedure:
1 Zie handleiding CV-ketel.
Voedingsspanning niet in orde
Procedure:
1 Schakel alle verbruikers in de groep waar de CombinAir
op aangesloten is uit en controleer dat de spanning tussen
220V en 240V ligt.
2 Verwijder verbruikers uit de groep totdat de spanning
continu tussen 220V en 240V blijft.
DAAL0030
220 - 240V
Storingshulp Warmtepomp
17
18
3.5
Storingscodes
De storingen die kunnen optreden in de warmtepomp zijn
onderverdeeld in 4 categorieën, namelijk;
Algemene storingen
Waarschuwingen
Blokkeringen
Vergrendelingen
3.5.1
Storingscode “L, stekker CV-ketel fout
ingeplugd
Als op het display “status” de code “L wordt getoond, is
de stekker van de CV-ketel verkeerdom ingeplugd. Deze is
fasegevoelig.
Procedure:
1 Trek de stekker van de CV-ketel uit de wandcontactdoos en
draai deze 180°.
!
Let op! Het verwijderen en terug inpluggen van de stekker
van de warmtepomp resulteert in een wachttijd van
maximaal 15 minuten!
3.5.2
Storingscode “C”, systeemdruk fout
Als in het display status de letter “C” wordt getoond, is de
systeemdruk in het verwarmingscircuit te laag of te hoog.
De druk moet tussen 1 en 2 bar liggen. Is de druk lager dan
0,4 bar of hoger dan 3 bar zal tijdens het tappen van water
in het display “status” de code C en 1 elkaar gaan afwisselen.
Komt in deze situatie de CombinAir in bedrijf dan gaan in het
display “status” de code C en 2 elkaar afwisselen.
In het display “cv-water” kan de systeemdruk worden
afgelezen.
Procedure:
1 Lees de systeemdruk af in het display “cv water”.
2 Voer de bijvulprocedure uit als de druk lager dan 1 bar is.
3 Tap het verwarmingsysteem af als de druk te hoog is.
DAAL0032
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
status
status
DAAL0033
DAAL0034
status
cv water
warm water
aan
set reset
°
C
.bar
I / O
17
18
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
3.5.3
Waarschuwingen (lettercombinatie “CC”)
Bij een waarschuwingsmelding blijft de CombinAir, voor
zover mogelijk, functioneren. Het is echter mogelijk dat de
CombinAir te weinig of zelfs geen warmte levert voor de
verwarming van de woning.
Storingscode CC/01, geen menginjectie
Deze storing kan alleen optreden als de CombinAir op twee
temperatuurzones is aangesloten. De CV-ketel kan geen
ondersteuning aan de warmtepomp verlenen, waardoor de
woning niet of onvoldoende wordt verwarmd.
Procedure:
1 Verwijder de behuizing van de CV-ketel.
2 Controleer de instelling van de circulatiepomp van de CV-
ketel, deze moet II of III zijn.
3 Verdraai eventueel de instelknop.
DAAL0035
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
DAAL0036
1
1
2
Storingshulp Warmtepomp
19
20
Storingscode CC/02, communicatieprobleem
Als er geen communicatie tussen de regeleenheden van de
warmtepomp en CV-ketel plaatsvindt verschijnt deze code.
Zonder communicatie zal er geen warmte worden geleverd
omdat de positie van het regelventiel niet duidelijk is.
!
Let op! Tijdens het opstarten van de CombinAir kan deze
code kort worden getoond. Daarna verdwijnt deze!
Mogelijke oorzaken zijn:
Datakabel niet goed aangesloten.
Regeleenheid defect.
Schakelaar van de regeleenheid staat niet in de juiste stand
(palletje naar de dataconnector).
Een van beide stekkers is niet ingeplugd.
Procedure:
Stap 1:
1 Controleer of de datakabel aangesloten is op de
regeleenheid van de CV-ketel.
2 Sluit deze indien nodig aan.
3 Controleer dat code CC/02 verdwijnt. Ga naar stap 3 als de
code blijft.
DAAL0037
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
DAAL0038
19
20
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Stap 2: Controle connector J13.
1 Verwijder de stekkers uit wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de warmtepomp.
3 Controleer de verbinding van connector J13 op de printplaat
van de warmtepomp.
4 Herstel de verbinding als deze slecht is.
5 Steek de stekkers in de wandcontactdoos.
6 Controleer dat code CC/02 verdwijnt. Ga naar stap 3 als de
code blijft.
7 Plaats de mantel en de behuizing terug.
Stap 3: Code CC/02 blijft.
1 Trek de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel en behuizing.
3 Maak de datakabel aan beide zijden los.
4 Controleer de datakabel op kortsluiting en onderbreking.
5 Vervang de kabel indien deze defect is.
6 Steek de stekkers in de wandcontactdoos.
7 Controleer dat code CC02 verdwijnt. Ga naar stap 4 als de
code blijft.
8 Plaats de mantel en de behuizing terug.
Stap 4: Code CC/02 blijft.
1 Trek de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de behuizing van de cv-ketel.
3 Controleer de stand van de schakelaar.
4 Zet deze omlaag als dit niet het geval is. Ga verder met stap
5 als de schakelaar goed stond.
5 Steek de stekkers in de wandcontactdoos.
6 Controleer dat code CC/02 verdwijnt. Ga naar stap 5 als de
code blijft.
DAAL0039
J13
DAAL0040
J13
J13
DAAL0001
Storingshulp Warmtepomp
21
22
Stap 5: Code CC/02 verdwijnt niet.
1 Trek de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de behuizing van de cv-ketel.
3 Verwijder de mantel van de warmtepomp.
4 Controleer de zekering op de printplaat.
5 Vervang de printplaat als de zekering defect is.
Storingscode CC/03, onbalans sensor temperatuur aanvoer-
meng
Het toestel mag in deze situatie bij toepassing met twee
temperatuurzones geen menginjectie toestaan (zie ook
melding CC/01).
Procedure:
1 Zie Hfd.4 (code CE/43 en CE/48).
3.5.4
Blokkeringen (lettercombinatie “CE”)
In het geval van een blokkering kan de CombinAir, na het
wegnemen van de oorzaak van de storing, verder
functioneren zonder dat het indrukken van de toets “reset
noodzakelijk is. Tijdens een blokkering mag de warmtepomp
niet in bedrijf komen. De CV-ketel zal in de meeste gevallen de
verwarmingsfunctie van de warmtepomp overnemen.
3.5.5
Vergrendelingen (lettercombinatie“CA”)
In het geval van een vergrendeling kan de CombinAir, na het
wegnemen van de oorzaak van de storing, alleen verder
functioneren nadat de toets “reset” is ingedrukt. Tijdens een
vergrendeling mag de warmtepomp niet in bedrijf komen. De
CV-ketel zal in de meeste gevallen de verwarmingsfunctie van
de warmtepomp overnemen.
DAAL0042
DAAL0043
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
DAAL0044
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
DAAL0045
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
21
22
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Code Oorzaak Gevolg Procedure
CA / 2
CA / 3
CA / 4
CA / 5
CA / 6
CA / 7
CA / 8
Interne fout in de regeleenheid van
de warmtepomp.
De warmtepomp levert geen warmte
totdat de oorzaak van de storing is
verholpen en de toets “reset” van
het toestel is ingedrukt. Het kan
enige tijd duren voordat de CV-
ketel inschakelt voor ondersteuning,
waardoor er pas na enige tijd
warmte wordt geleverd.
Als de storing bij herhaling
optreedt, vervang dan de
regeleenheid
(Zie Hfd. 5).
CA / 10
Onvoldoende werking van de
warmtepomp. Er ontstaat weinig
of geen temperatuurverschil
tussen de persgas- en de
verdampingstemperatuur.
Controleer op lekkages in het
koudemiddelcircuit (zie Hfd. 3).
Controleer de compressor
(zie Hfd. 8).
Controleer het expansie ventiel
(zie Hfd. 7).
CA / 13
De persgastemperatuur is te hoog
geweest.
Controleer op lekkages in het
koudemiddelcircuit
(zie Hfd. 3).
Controleer de compressor
(zie Hfd. 8).
Controleer het expansie ventiel
(zie Hfd. 7).
Controleer de waterzijde
(zie Hfd. 10).
CA / 14
Te weinig warmteafname.
De uitgaande condensor-
temperatuur is te laag geweest.
Controleer het expansie ventiel
(zie Hfd. 7).
Controleer de waterzijde
(zie Hfd. 10).
CA / 15
Te weinig warmteopname; de
verdampingstemperatuur is te laag
geweest.
Controleer op lekkages in het
koudemiddelcircuit (zie Hfd. 3).
Controleer het expansie ventiel
(zie Hfd. 7).
Controleer de luchtzijde
(zie Hfd. 3).
CA / 16
De compressor is niet gestart.
De persgastemperatuur is niet
opgelopen tot boven de lucht
inlaattemperatuur.
Controleer de sensoren
(zie Hfd. 4).
Controleer op lekkages in het
koudemiddelcircuit
(zie Hfd. 3).
Controleer de compressor
(zie Hfd. 8).
CA / 17
CA / 18
CA / 19
CA / 20
CA / 21
Interne fout in de regeleenheid van
de warmtepomp.
Als de storing bij herhaling
optreedt, vervang dan de
regeleenheid.
(zie Hfd. 5)
CA / 22
Het ventilatortoerental is onjuist
geweest.
Controleer de ventilator
(zie Hfd. 9).
CA / 23
Te weinig warmteopname.
De verdampingstemperatuur
is hoger geweest dan de
luchtinlaattemperatuur.
Controleer de sensoren
(zie Hfd. 4).
Controleer de luchtzijde
(zie Hfd. 3).
CA / 24
Te weinig warmteafname.
De persgastemperatuur is lager
geweest dan de uitgaande
condensortemperatuur.
Controleer de sensoren
(zie Hfd. 4).
Controleer de waterzijde
(zie Hfd. 10).
Storingshulp Warmtepomp
23
24
4 SeNSOReN
De sensoren zijn via bekabelingen en stekkers aangesloten
op de printplaat van de regeleenheid van de warmtepomp.
Stekkers zijn op de printplaat aangeduid met de letter “J
gevolgd door een getal. De posities van de stekkers op de
printplaat zijn in de afbeelding hiernaast weergegeven.
Storingen in sensorcircuits kunnen worden veroorzaakt door
onderbrekingen of kortsluiting (vocht). De onderbrekingen
en kortsluitingen kunnen optreden in stekkerovergangen,
bedrading, sensoren of op de regeleenheid.
4.1
Sensorposities
Het schema toont een overzicht van waar de sensoren in de
warmtepomp zijn gepositioneerd.
23
24
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
4 SeNSOReN
De sensoren zijn via bekabelingen en stekkers aangesloten
op de printplaat van de regeleenheid van de warmtepomp.
Stekkers zijn op de printplaat aangeduid met de letter “J”
gevolgd door een getal. De posities van de stekkers op de
printplaat zijn in de afbeelding hiernaast weergegeven.
Storingen in sensorcircuits kunnen worden veroorzaakt door
onderbrekingen of kortsluiting (vocht). De onderbrekingen
en kortsluitingen kunnen optreden in stekkerovergangen,
bedrading, sensoren of op de regeleenheid.
4.1
Sensorposities
Het schema toont een overzicht van waar de sensoren in de
warmtepomp zijn gepositioneerd.
DAAL0047
9 8 7 6 5 4 3 2 1
5 4 3 2 1
4 3 2 1
9 8 7 6 5 4 3 2 1
3 2 1
4 3 2 1
4 3 2 1
4 3 2 1
7 6 5 4 3 2 1
7 6 5 4 3 2 1
2 1
J2
J1
J3
J4
J8
J9
J12
J13
J19
J18
J15
8J
9J
81J
CN
CN
rb
rb
lb
lb
w
d
r
rg
lg
lg
rg
rg
rg
dr
w
Condensor uit
Temperatuursensors
Luchtaanvoer
Systeem
WP meng
Verdamping
Persgas
Aanvoer WP
Pos. ConnectorPen Kleur bedrading Storingscode Sensor
AJ81 en 2Geel CE/42, CE/50Temperatuur luchtaanvoer (Tair, in)
B J8/J97 en 1Wit CE/41, CE/49Verdampingstemperatuur (Te)
CJ94 en 5 Rood CE/37, CE/45Temperatuur condensor uit (Tc out)
DJ92 en 3Grijs CE/38, CE/46Persgas (Td)
EJ96 en 7Bruin CE/40, CE/48 Aanvoertemperatuur warmtepomp (THPS)
FJ85 en 6Groen CE/43, CE/51 Mengtemperatuut (THPM)
GJ83 en 4Blauw CE/44, CE/52 Systeemtemperatuur (Tsys)
Storingshulp Warmtepomp
25
26
4.2
Sensorstoringen
Onderbrekingen in sensorcircuits
Slechte verbindingen kunnen worden veroorzaakt door;
Slecht contact tussen kabel en stekker.
Niet goed op elkaar aansluitende stekkers.
Overgangsweerstanden a.g.v. bijvoorbeeld corrosie.
Een interne onderbreking in de sensor
Kortsluiting in sensorcircuits
Bij een kortsluitingen in sensorcircuits meet men extreem lage
weerstandswaarden.
Dit kan veroorzaakt worden;
Gesmolten bedrading.
Interne kortsluiting in de sensor.
Contactbruggen.
4.3
Sensorcircuit controleren
Procedure:
1 Verwijder de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de warmtepomp van de
CombinAir.
3 Controleer de bedrading naar de sensor visueel op
beschadigingen. Vervang de bedrading eventueel.
4 Verwijder de betreffende connector van de printplaat.
5 Controleer aansluitingen op corrosie of ander slecht
contact.
6 Neem de stekker aan de sensorzijde los.
7 Controleer de betreffende kabels (zie tabel) met een
ohmmeter op een onderbreking of kortsluiting. Vervang de
kabel indien nodig.
8 Controleer de betreffende sensor met een ohmmeter op een
onderbreking of kortsluiting.
9 Vervang de sensor indien nodig.
25
26
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
4.4
Sensor vervangen
Procedure:
Demonteren
1 Verwijder de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de warmtepomp.
3 Trek de betreffende stekker van de sensor los.
4 Knip de tie-wrap door (indien aanwezig).
5 Verwijder de isolatie (indien aanwezig).
6 Verwijder de sensor samen met de klembeugel.
7 Verwijder de bevestigingsclip van de sensor.
8 Maak de bevestigingsplaats schoon voor maximaal
contact.
Monteren
1 Druk de bevestigingsclip (indien aanwezig) op de sensor.
2 Bevestig de sensor met de bevestigingsclip.
3 Breng de isolatie (indien aanwezig) aan.
!
Let op! Maak met tie-wrap vast!
4 Sluit de stekker van de sensor aan.
5 Plaats de mantel terug.
6 Sluit de stekkers aan.
!
Let op! Storingscode moet nu verdwenen zijn!
Storingshulp Warmtepomp
27
28
5 RegeLeeNHeId veRvANgeN
Procedure:
Demonteren
1 Warmtepomp uitbouwen (zie Hfd. 6)
2 Trek de stekkers J1, J2, J8, J9 en J15 los (J8 en J9 zijn
gecombineerd).
!
Waarschuwing! Voorkom beschadiging door statische
elektriciteit!
3 Draai de 2 bevestigingsbouten los.
!
Let op! Houd beide steunen aan de achterzijde van de
printplaat met steeksleutel SW7 tegen!
4 Druk de kunststof steunen naar beneden en verwijder de
printplaat (Art.nr.: 217).
Monteren
1 Klik de nieuwe printplaat op de kunststof steunen
2 Draai de 2 bevestigingsbouten vast.
!
Waarschuwing! Voorkom beschadiging als gevolg van
statische elektriciteit!
3 Sluit de stekkers J1, J2, J8, J9 en J15 aan.
4 Bouw de warmtepomp in (zie Hfd. 6).
5 Vul en ontlucht het systeem (zie Hfd. 3).
DAAL0022
DAAL0052
2
J2
J1
J8
J9
J15
3
4
27
28
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
6 WARMtepOMp veRvANgeN
Procedure:
Voorbereiding
1 Verwijder de stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de warmtepomp.
3 Verwijder de slang van de ventilator.
4 Duw de slang door de aansluitopening op de behuizing
omhoog.
5 Bouw ventilator uit (zie Hfd. 9).
6 Trek de massa aansluitingen rechtsonder los.
7 Schroef de spanningskabel bij de kroonsteen los.
8 Haak de spanningskabel los.
9 Trek de datakabel J13 los.
10 Plaats een opvangbak onder het opvangpunt van de
warmtepomp.
Storingshulp Warmtepomp
29
30
Uitbouwen
1 Draai de bovenste wartel van de condensor los.
!
Let op! De afdichtring komt los!
2 Draai de onderste wartel van de condensor los.
!
Let op! Er stroomt restwater uit de condensor!
Let op! De afdichtring komt los!
3 Trek de stekker bij de driewegklep los.
4 Trek stekker J19 en J12 op de printplaat los.
5 Trek de massa-aansluiting los.
6 Trek de stekker van de sensor WP aanvoertemperatuur bij
de sensor los.
7 Verwijder plaatparkers.
8 Verwijder de warmtepomp uit de behuizing.
Inbouwen
1 Bouw onderdelen in omgekeerde volgorde in.
29
30
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
7 expANSIeveNtIeL
Als het expansieventiel niet goed functioneert, wordt de
hoeveelheidsregeling van het koudemiddel van het hoge druk
naar het lage druk gedeelte van de warmtepomp verstoord. De
doorlaat van het ventiel is dan te groot of te klein. Hierdoor
kan de energiebalans van de warmtepomp verstoord raken. In
het ergste geval zal vloeibaar koudemiddel naar de
compressor stromen, waardoor deze beschadigd kan raken.
7.1
Diagnose storing expansieventiel
Storingen aan het expansieventiel worden vaak veroorzaakt
door een probleem met de “bulb”. De “bulb” dient “tussen 10
en 2 uur” op de zuigleiding van de compressor te zijn geklemd.
De klemband moet voldoende strak zijn aangedraaid, zodat er
een goed contact tussen “bulb” en leiding is.
!
Let op! De “bulb” moet geïsoleerd zijn!
De “bulb” en de capillaire meetbuis zijn kwetsbare
onderdelen. Deze mogen niet beschadigd raken. Met name
knikken in de capillaire meetbuis kunnen tot blokkades
leiden, waardoor het expansieventiel niet meer kan
regelen.
Procedure:
1 Controleer de positie van de “bulb.
2 Controleer capillaire leiding op knikken.
DAAL0057
DAAL0058
DAAL0060
Storingshulp Warmtepomp
31
32
3 Vervang de warmtepomp als de capillaire leiding geknikt is
(zie Hfd. 6).
4 Monteer de “bulb” op de juiste positie.
!
Let op! Zorg dat de contactvlakken schoon zijn en knik de
capillaire leiding niet!
7.2
Fabrieksinstellingen gewijzigd
De instelstelschroef zit onder aan het expansieventiel. Deze is
vanuit de fabriek ingesteld en vervolgens verzegeld.
!
Waarschuwing! Als de verzegeling verbroken kan
probleemloos functioneren van de warmtepomp niet meer
worden gegarandeerd. De garantie vervalt!
Procedure:
1 Vervang de warmtepomp (zie Hfd. 6).
DAAL0022
DAAL0022
31
32
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
8 COMpReSSOR
Een defecte compressor leidt tot het vervangen van de
warmtepomp.
!
Waarschuwing! Voor het vervangen van de compressor
moet het koelmiddel worden afgetapt. Hier is een speciale
installatie voor nodig. Reparatie op locatie is niet mogelijk!
Procedure:
1 Controleer de voedingsspanning (zie Hfd. 3).
DAAL0062
Storingshulp Warmtepomp
33
34
9 veNtILAtOR
Een elektrische ventilator is verantwoordelijk voor de
luchtstroom door de verdamper. De ventilator wordt vanaf de
printplaat van de regeleenheid aangestuurd. Een te hoog of te
laag toerental wijst op een defect aan de ventilator of
besturing.
9.1
Mechanische controle
Procedure
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de behuizing van de warmtepomp.
3 Verwijder de afvoerslang aan de ventilatorzijde.
4 Controleer dat de ventilator vrij en zonder bijgeluiden kan
draaien.
5 Ga verder met de controle van de bedrading als de
ventilator vrij kan draaien.
6 Hef eventuele blokkeringen in het luchtkanaal op, monteer
de aanzuigslang, steek de stekkers in de wandcontactdoos,
druk op de toets “reset. Code CA/22 verdwijnt als de
storing verholpen is.
7 Plaats de mantel.
8 Einde procedure.
9 Ga verder met de controle van de bedrading als code CA/22
blijft.
9.2
Controle bedrading
Procedure
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de behuizing van de warmtepomp.
3 Verwijder stekker J2 van de printplaat.
4 Controleer de aansluiting op corrosie en slecht contact.
Herstel het contact eventueel.
5 Controleer de bedrading op beschadigingen.
6 Trek de stekker aan de ventilatorzijde los.
7 Controleer de bedrading op kortsluiting en onderbrekingen.
8 Vervang bedrading indien nodig.
9 Steek de stekkers in de wandcontactdoos.
10 Druk op de toets “reset.
11 Controleer of code CA/22 verdwijnt.
!
Tip! De ventilator komt hoorbaar in bedrijf!
12 Vervang de ventilator als code CA/22 blijft.
DAAL0064
DAAL0065
Pin Kleur Omschrijving
1 - -
2 wit Hall sensor
3 Geel PMW
4 Blauw PMW nul
5 - -
6 - -
7 Bruin Uitgang 230-1
8 - -
9 Blauw 230_0
DAAL0066
J2
33
34
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
9.3
Ventilator uitbouwen
Procedure
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de behuizing van de warmtepomp.
3 Trek stekker J2 op de printplaat los.
4 Trek de massa los.
5 Draai bevestigingsbout van de steunplaat een paar slagen
los.
6 Trek de steunplaat achterover en schuif deze samen met de
behuizing omhoog.
Storingshulp Warmtepomp
35
36
9.4
Ventilator vervangen
Demonteren
1 Deel de behuizing (Art.nr.: 210, 214)
2 Draai de 4 bevestigingsbouten op de steunplaat los en
verwijder de steunplaat.
3 Draai de 4 bevestigingsschroeven van de ventilator los (Art.
nr.:213).
4 Verwijder de ventilator.
Monteren
1 Plaats de nieuwe ventilator in de behuizing.
2 Draai de 4 bevestigingsschroeven van de ventilator vast
(Art.nr.:213).
3 Plaats de steunplaat en draai de 4 bevestigingsbouten vast.
4 Plaats beide helften van de behuizing op elkaar.
DAAL0069
DAAL0070
4
4
3
2
1
35
36
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
9.5
Ventilator inbouwen
Procedure
1 Plaats het ventilatorsysteem.
2 Draai de bevestigingsbout van de steun vast.
!
Let op! Zorg dat de vlakken goed aansluiten en dat de
ventilator geruisloos draait!
!
Tip! Draai de ventilator met de hand!
3 Sluit de massa aan.
4 Druk stekker J2 op de printplaat.
Storingshulp Warmtepomp
37
38
10 SLeCHte WARMteOveRdRACHt
Onvoldoende stroming van het verwarmingswater kan de
oorzaak zijn van een slechte warmteoverdracht (Code CA/24)
van de condensor naar het verwarmingswater. Onvoldoende
warmteoverdracht kan worden veroorzaakt door;
Een defect regelventiel.
Lucht in de leidingen (zie Hfd. 3).
Een defecte circulatiepomp.
Een te lage systeemdruk (zie Hfd.3).
Een te hoge retourtemperatuur.
10.1
Regelventiel
De werking van het regelventiel kan worden getest via het
service menu. Via dit menu kan het regelventiel worden
omgeschakeld als de Combinair niet in bedrijf is. Het
regelventiel moet dan hoorbaar in bedrijf komen. Als het
regelventiel niet in bedrijf komt, moet de bedrading worden
gecontroleerd.
Regelventiel omschakelen
Procedure:
1 Houd de toets “set” 10 seconden ingedrukt. In het display
“status” verschijnt de code A.
2 Laat toets “set” los.
3 Druk herhaaldelijk op set totdat in het display “status” de
code “u” verschijnt.
4 Druk op de toets “warm water. In het display “status”
gaan de code “u” en “C” elkaar afwisselen.
5 Druk herhaaldelijk op de toets “warm water” om het
regelventiel om te schakelen (is hoorbaar).
!
Tip! Werkt alleen als de CombinAir niet in bedrijf is!
!
Let op! Na 5 minuten wordt het menu automatisch
verlaten. Het regelventiel gaat naar de ingestelde stand!
DAAL0072
DAAL0073
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
dB
I / O
1
2
3
4
37
38
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Bedrading regelventiel controleren
Procedure :
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de behuizing van de warmtepomp.
3 Verwijder stekker J19 van de printplaat.
4 Controleer de aansluiting op corrosie en slecht contact.
5 Controleer de bedrading op beschadigingen.
6 Trek de stekker aan de regelventielzijde los.
7 Controleer de bedrading op kortsluiting en onderbrekingen.
8 Vervang bedrading indien nodig.
DAAL0074
Pin Kleur Omschrijving
1 Rood Spoel 1 begin
2 Blauw Spoel 1 einde
3 Wit Spoel 2 begin
4 Groen Spoel 2 einde
DAAL0075
J19
2
3
6
Storingshulp Warmtepomp
39
40
10.1.1
Regelventiel uitbouwen
Procedure
1 Bouw de warmtepomp uit (zie Hfd. 6).
2 Draai de wartel van de exibele slang los en verwijder de
slang.
3 Draai de wartels (SW 30) van de leidingen los.
4 Verwijder de driewegklep.
5 Verwijder de stekkers bij de driewegklep.
6 Plaats de nieuwe driewegklep op de leidingen en draai de
beide wartels (SW 30) vast.
!
Let op! Gebruik nieuwe afdichtringen!
7 Sluit de stekkers bij de driewegklep aan.
10.2
Circulatiepomp
De werking van de circulatiepomp kan worden getest via het
service menu. Via dit menu (procedure 1) kan men de
circulatiepomp aansturen als de Combinair niet in bedrijf is.
Als de circulatiepomp niet gaat draaien moet de bedrading
worden gecontroleerd (procedure 2).
DAAL0022
DAAL0077
2
4 6
5
3
7
7
5
DAAL0078
39
40
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Procedure 1:
1 Houd de toets “set” 10 seconden ingedrukt. In het display
“status” verschijnt de code “A”.
2 Laat toets “set” los.
3 Druk herhaaldelijk op set totdat in het display “status” de
code “u” verschijnt.
4 Druk op de toets “warm water. In het display “status” gaan
de code “u” en “C” elkaar afwisselen.
5 Druk op de toets “set” totdat in het display “status” de code
“u” en “P” elkaar gaan afwisselen
6 Druk herhaaldelijk op de toets “warm water” om de
circulatiepomp te activeren.
!
Let op! Onthoud de ingestelde waarde!
Let op! Na 5 minuten wordt het menu automatisch
verlaten. De circulatiepomp stopt!
7 Stel de warmtepomp in op de oorspronkelijke waarde.
Procedure 2:
1 Verwijder de beide stekkers uit de wandcontactdoos.
2 Verwijder de mantel van de behuizing van de warmtepomp
3 Verwijder stekker J12 van de printplaat.
4 Controleer de aansluiting op corrosie en slecht contact.
5 Controleer de bedrading op beschadigingen.
6 Trek de stekker aan de regelventielzijde los.
7 Controleer de bedrading op kortsluiting en onderbrekingen.
8 Vervang bedrading indien nodig.
10.3
Lucht in verwarmingswatercircuit
Het verwarmingswatercircuit moet ontlucht zijn om een goede
warmteoverdracht te garanderen.
Procedure:
1 Voer ontluchtingsprocedure uit. (zie Hfd. 3)
!
Let op! Geld voor CombinAir zonder automatische
ontluchters!
DAAL0079
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
dB
I / O
1
2
3
4
5
DAAL0080
J2
Storingshulp Warmtepomp
41
42
10.4
Retourtemperatuur verwarmingswater te
hoog
Als de retourtemperatuur van het CV water te hoog wordt,
dan is waarschijnlijk de stooklijn te hoog ingesteld of de
pompstand te laag.
10.4.1
Retourtemperatuur uitlezen
Procedure:
1 Houd de toets “set” 10 seconden ingedrukt. In het display
“status” verschijnt de code “A”.
2 Laat toets “set” los.
3 Druk herhaaldelijk op set totdat de code “b”
4 Druk op de toets “warm water. In het display “status” gaan
de code “b” en “A” elkaar afwisselen.
5 Druk op de toets “set” totdat in het display “status” de code
“b” en “d” elkaar gaan afwisselen
6 Lees in het display “cv water” de retourtemperatuur af.
DAAL0082
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
1
2
3
4
5
41
42
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
11 StOOkLIjNeN INSteLLeN
11.1
Stooklijn 1 temperatuurzone instellen
Enkele opmerkingen vooraf:
Druk 2x op de toets “reset” als je tijdens het invoeren van
de basisgegevens een fout maakt.
De reeds ingevoerde gegevens gaan niet verloren.
!
Tip! Volg de stappen in het schema om in het
instelprogramma terug te komen waar je gebleven was!
Als men tijdens het instellen te lang wacht, keert het
besturingssysteem terug naar de bedrijfstoestand.
!
Tip! Volg de stappen in het schema om in het
instelprogramma terug te komen waar je gebleven was!
De warmtepomp kan tijdens het instellen in bedrijf komen.
Dit beïnvloedt de instelprocedure niet.
Procedure:
Maximale buitentemperatuur d(o) aezen
1 Houd de toets “set” ingedrukt. In display “status” verschijnt
na 5 seconden code “C. 5 Seconden later verschijnt code
A” en laat de toets “set“ los.
2 Druk herhaaldelijk op toets “set” in totdat in display
“status” code “d” verschijnt.
3 Druk op toets “warm water”. In display “status” gaan de
code “d” en “h” elkaar afwisselen.
4 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “o” elkaar afwisselen.
5 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Maximale buitentemperatuur d(o) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt (instelbereik:
12°C tot 24°C).
!
Let op! Stel in op 20°C als exacte gegevens niet
beschikbaar zijn!
Gewenste ruimtetemperatuur d(O) bij de maximaal
ingestelde buitentemperatuur d(o) aezen
1 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “O” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
DAAL0083
gewenste
watertemp.
buitentemp.
DAAL0084
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
1
2
3
4
5
DAAL0085
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0086
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
Storingshulp Warmtepomp
43
44
Gewenste ruimtetemperatuur d(O) bij de maximaal
ingestelde buitentemperatuur d(o) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water
totdat in display “cv-water” de gewenste
aarde verschijnt (instelbereik: 15°C tot 50°C ).
!
Let op! Van 15°C tot 25°C instelbaar in stappen van 1°.
Van 25°C tot 50°C in stappen van 5°!
Minimale buitentemperatuur d(u) aezen
1 Druk op toets “set”. In display “status” gaan de code “d” en
“u” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Minimale buitentemperatuur d(u) Instellen
Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt (instelbereik: 0°C
tot -15°C).
!
Let op! Stel in op -10°C als exacte gegevens niet
beschikbaar zijn!
Gewenste ruimtetemperatuur d(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur d(u) aezen
1 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “U” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Gewenste ruimtetemperatuur d(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur d(u) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat
in display “cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 25°C tot 80°C ).
!
Let op! Van 25°C tot 40°C instelbaar in stappen van 1°C.
Van 40°C tot 80°C in stappen van 5°C!
Terug naar bedrijfstoestand
1 Druk 2x op de toets “reset.
DAAL0085
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0088
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0089
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0090
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0091
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0092
2x
reset
43
44
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
11.2
Stooklijn 2 temperatuurzones instellen
Enkele opmerkingen vooraf:
Druk 2x op de toets “reset” als je tijdens het invoeren van
de basisgegevens een fout maakt. De reeds ingevoerde
gegevens gaan niet verloren.
!
Tip! Volg de stappen in het schema om in het
instelprogramma terug te komen waar je gebleven was!
Als men tijdens het instellen te lang wacht, keert het
besturingssysteem terug naar de bedrijfstoestand.
!
Tip! Volg de stappen in het schema om in het
instelprogramma terug te komen waar je gebleven was!
De warmtepomp kan tijdens het instellen in bedrijf
komen. Dit beïnvloedt de instelprocedure niet.
De instelwaarden voor d(o), d(O), d(u) en d(U) beïnvloeden
het lage temperatuur
verwarmingssysteem. De instelwaarden voor
E(o), E(O), E(u) en E(U) beïnvloeden het hoge
temperatuurverwarmingssysteem.
Maximale buitentemperatuur d(o) aezen
1 Houd de toets “set” ingedrukt. In display “status” verschijnt
na 5 seconden code “C”.
5 seconden later verschijnt code “A.
2 Druk herhaaldelijk op toets “set” in totdat in display
“status” code “d” verschijnt.
3 Druk op toets “warm water”. In display “status” gaan de
code “d” en “h” elkaar afwisselen.
4 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “o” elkaar afwisselen.
5 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Maximale buitentemperatuur d(o) instellen
Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 12°C tot 24°C).
Gewenste ruimtetemperatuur d(O) bij de maximaal
ingestelde buitentemperatuur d(o) aezen
1 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “O” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
DAAL0093
gewenste
watertemp.
buitentemp.
DAAL0084
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
1
2
3
4
5
DAAL0085
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0086
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
Storingshulp Warmtepomp
45
46
Gewenste ruimtetemperatuur d(O) bij de maximaal
ingestelde buitentemperatuur d(o) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste
waarde verschijnt (instelbereik: 15°C tot 50°C ).
!
Let op! Van 15°C tot 25°C instelbaar in stappen van 1°.
Van 25°C tot 50°C in stappen van 5°!
Minimale buitentemperatuur d(u) aezen
1 Druk op toets “set”. In display “status” gaan de code “d” en
“u” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Minimale buitentemperatuur d(u) Instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 0°C tot -15°C).
!
Let op! Stel in op -10°C als exacte gegevens niet
beschikbaar zijn!
Gewenste ruimtetemperatuur d(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur d(u) aezen
1 Druk herhaaldelijk op toets “set” totdat in display “status”
de code “d” en “U” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Gewenste ruimtetemperatuur d(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur d(u) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt.
(instelbereik: 25°C tot 80°C ).
!
Let op! Van 25°C tot 40°C instelbaar in stappen van 1°C.
Van 40°C tot 80°C in stappen van 5°C!
Terug naar bedrijfstoestand
1 Druk 2x op de toets “reset.
De waarden zijn opgeslagen.
DAAL0085
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0088
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0089
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0090
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0091
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0092
2x
reset
45
46
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Maximale buitentemperatuur E(o) aezen
!
Let op!
Alleen toegankelijk bij systeemcode 5, 6, 8 en 9!
1 Houd de toets “set” ingedrukt. In display “status” verschijnt
na 5 seconden code “C”.
5 seconden later verschijnt code “A.
2 Druk herhaaldelijk op toets “set” in totdat in display
“status” code “E” verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“status” de code “E” en “h” elkaar afwisselen.
4 Druk op toets “set”. In display “status” gaan de code “E” en
“o” elkaar afwisselen.
5 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Maximale buitentemperatuur E(o) instellen
!
Let op!
Alleen toegankelijk bij systeemcode 5, 6, 8 en 9!
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 12°C tot 24°C).
Gewenste ruimtetemperatuur E(O) bij de maximaal
ingestelde buitentemperatuur E(o) aezen
1 Druk op toets “set”. In display “status” gaan de code “E” en
“O” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Gewenste ruimtetemperatuur E(O) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 15°C tot 50°C ).
!
Let op! Van 15°C tot 25°C instelbaar in stappen van 1°C.
Van 25°C tot 50°C in stappen van 5°C!
Minimale buitentemperatuur E(u) aezen
!
Let op!
Alleen toegankelijk bij systeemcode 5, 6, 8 en 9!
1 Druk op toets “set” totdat in display “status” de code “E” en
“u” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Minimale buitentemperatuur E(u) instellen
!
Let op!
Alleen toegankelijk bij systeemcode 5, 6, 8 en 9!
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 0°C tot -15°C).
!
Let op! Stel in op -10°C als exacte gegevens niet
beschikbaar zijn!
DAAL0103
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
1
2
3
4
5
DAAL0104
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0105
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
sesetset
DAAL0106
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0107
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0108
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
Storingshulp Warmtepomp
47
48
Gewenste ruimtetemperatuur E(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur E(u) aezen
1 Druk op toets “set” totdat in display “status” de code “E” en
“U” elkaar afwisselen.
2 Lees op het display “cv-water” de waarde af.
Gewenste ruimtetemperatuur E(U) bij de minimaal
ingestelde buitentemperatuur E(u) instellen
1 Druk herhaaldelijk op toets “warm water” totdat in display
“cv-water” de gewenste waarde verschijnt
(instelbereik: 40°C tot 80°C ).
!
Let op! Van 40°C tot 80°C in stappen van 5°C!
Terug naar bedrijfstoestand
1 Druk 2x op de toets “reset.
De waarden zijn opgeslagen.
DAAL0109
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
...
setsetset
DAAL0110
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
I / OI / O
I / O
DAAL0092
2x
reset
47
48
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
BIjLAge
Gebruikersmenu
Menuselectie
Druk op de toets “set” en houdt deze ingedrukt totdat de
code ‘C’ na ongeveer 5 seconden in het display “status”
verschijnt.
Door kort op de toets “set” te drukken springt het
gebruikersmenu naar de volgende instelling.
Door kort op de toets “warmwater” te drukken wijzigt de
instelling op het display “cv-water”.
Het gebruikersprogramma wordt afgesloten na het
indrukken van de toets “reset.
Vijf minuten na de laatste handeling wordt het
gebruikersprogramma automatisch verlaten. In onderstaande
tabel zijn de mogelijke instellingen weergegeven. Hierin zijn
ook de standaardinstellingen vet aangegeven.
DAAL0114
setsetset
set
set
5 sec.
I / O
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
Gebruikersmenu
Display “status” Display “cv water” Omschrijving
<C.> <??> CV aanvoertemperatuur
<0.0> CV druksensor actief
<??> CV druk
<??> Warmte-inhoud (zonneboiler)
<F.> <??> Volgnummer + laatste vergrendeling
<G.> <??> Volgnummer + laatste blokkering
<H.> Laatste vergrendeling warmtepomp
<J.> Laatste blokkering warmtepomp
<L.> Laatste waarschuwing warmtepomp
<S.> <00> Instellingen niet standaard
<11> Standaard instellingen NL/B
Storingshulp Warmtepomp
49
50
Servicemenu
Menuselectie
Het servicemenu wordt toegankelijk door de toet “set
10 seconden ingedrukt te houden. In het display status
verschijnt dan de letter A.
Druk op de toets “set” om een ander menu-item te kiezen.
Druk op de toets “warm water” om de instelling te wijzigen.
Druk op toets “reset” om submenu te verlaten.
DAAL0115
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
Service menu
Item Instelling
Omschrijving
Display “status” Display “cv water
<A> <??> Ionisatiestroom (ctief)
<LL>/<??> Laag vermogen (continu), afgewisseld met de ctieve ionisatiestroom
<HH>, <??> Hoog vermogen (continu), afgewisseld met de ctieve ionisatiestroom
<b> <Sb> Submenu sensorwaarden
<c> <01> 1 temperatuurzone – WAR zonder RTC
<02> 1 temperatuurzone – WAR met RTC
<03>
2 temperatuurzones, regeling gekoppeld;
1. Warmtepomp – WAR zonder RTC
2. CV-ketel – WAR zonder RTC
<04>
2 temperatuurzones, regeling gekoppeld;
1. Warmtepomp – WAR met RTC
2. CV-ketel – WAR met RTC
<05>
2 temperatuurzones;
1. Warmtepomp – WAR zonder RTC
2. CV-ketel – WAR zonder RTC
<06>
2 temperatuurzones;
1. Warmtepomp – WAR zonder RTC
2. CV-ketel – WAR met RTC
<07>
2 temperatuurzones;
1. Warmtepomp – WAR zonder RTC
2. CV-ketel – geen WAR
<08>
2 temperatuurzones;
1. Warmtepomp – WAR met RTC
2. CV-ketel – WAR zonder RTC
<09>
2 temperatuurzones, regeling gekoppeld;
1. Warmtepomp – WAR met RTC
2. CV-ketel – WAR met RTC
<10>
2 temperatuurzones;
1. Warmtepomp – WAR met RTC
2. CV-ketel – geen WAR
<20> Vorstbeveiliging bij 20° C
<S> <00> Instellingen niet standaard
<11> Standaard instellingen NL/B
<22> Standaard instellingen D
* Domestic Hot Water = Warm water (tap)
49
50
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Service menu
Item Instelling
Omschrijving
Display “status” Display “cv water
<t> <??> Toestelherkenning
<u> <sb> Submenu inregelen warmtepomp
<d> <Sb> Submenu CV circuit 1 (LTV*)
<E> <Sb> Submenu CV circuit 2 (HTV*)
<F> ?1?2
Storingslogboek vergrendelingen
?1 = Servicevolgnummer
?2 = Code vergrendeling
<G> ?1?2
Storingslogboek blokkeringen
?1 = Servicevolgnummer
?2 = Code vergrendeling
<H> <0.0> DHW* nadraaitijd pomp 1 min.
<0.1> DHW nadraaitijd pomp 10 min.
<0.2> DHW nadraaitijd pomp 20 min.
<0.3> DHW nadraaitijd pomp 30 min.
<0.4> DHW nadraaitijd pomp 40 min.
<1.0> DHW nadraaitijd pomp 60 min.
<2.4> DHW nadraaitijd pomp continu
<P> <00> Anti-pendel timer uit
<03> Anti-pendel timer 3 min.
<06> Anti-pendel timer 6 min.
<q> <05> Vorstbeveiliging bij 5° C
<10> Vorstbeveiliging bij 10° C
<15> Vorstbeveiliging bij 15° C
<20> Vorstbeveiliging bij 20° C
<S> <00> Instellingen niet standaard
<11> Standaard instellingen NL/B
<22> Standaard instellingen D
<t> <??> Toestelherkenning
<u> <sb> Submenu inregelen warmtepomp
*Domestic Hot Water = Warm water (tap)
Storingshulp Warmtepomp
51
52
Submenu “Sensorwaarden”
Selectie submenu “Sensorwaarden”
Het servicemenu wordt toegankelijk door de toet “set
10 seconden ingedrukt te houden. In het display “status”
verschijnt dan de letter “A.
Druk herhaaldelijk op de toets “set” totdat code “b” in het
display “status” verschijnt.
Druk op de toets “warm water” om toegang tot het
submenu te krijgen.
Druk herhaaldelijk op de toets “set” om een sensor te
selecteren.
Druk op de toets “warm water” om de instelling te wijzigen.
Druk op toets “reset” om submenu te verlaten.
DAAL0112
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
I / O
I / O
set
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
Submenu sensorwaarden
Sensor Display “status” Display “cv water” Opmerkingen
Warm water temperatuur <b>/<A> <meetwaarde>
CV aanvoer temperatuur <b>/<c> <meetwaarde>
CV druk <b>/<C> <meetwaarde>
CV retour temperatuur <b>/<d> <meetwaarde>
Ventilator toerental (x100) <b>/<E> <meetwaarde> CV ketel
Ventilator toerental (x100 <b>/<F> <meetwaarde> Warmtepomp
Temperatuur inlaatlucht <b>/<G> <meetwaarde> Warmtepomp
Verdampertemperatuur <b>/<H> <meetwaarde> Warmtepomp
Uitgangstemperatuur condensor <b>/<I> <meetwaarde> Warmtepomp
Persgastemperatuur <b>/<J> <meetwaarde> Warmtepomp
Aanvoertemperatuur <b>/<L> <meetwaarde> Warmtepomp
Frequentie owsensor <b>/<n> <meetwaarde> Warmtepomp
Mengtemperatuur <b>/<P> <meetwaarde> Warmtepomp
Systeemtemperatuur <b>/<q> <meetwaarde> Warmtepomp
Selectiewaarde 2 <b>/<r> <meetwaarde>
Selectiewaarde 1 <b>/<t> <meetwaarde>
Buitentemperatuur <b>/<u> <meetwaarde>
51
52
CombinAir UHR
Storingshulp Warmtepomp
Submenu “Inregelen warmtepomp”
Selectie submenu “Inregelen warmtepomp”
Het servicemenu wordt toegankelijk door de toet “set
10 seconden ingedrukt te houden. In het display “status”
verschijnt dan de letter “A.
Druk herhaaldelijk op de toets “set” totdat code “u” in het
display “status” verschijnt.
Druk op de toets “warm water” om toegang tot het
submenu te krijgen.
Druk herhaaldelijk op de toets “set” om een item te
selecteren.
Druk op de toets “warm water” om de instelwaarde te
wijzigen.
Druk op toets “reset” om submenu te verlaten.
DAAL0113
set
set
5 sec.5 sec.
setsetset
setsetset
I / O
I / O
cv water
°
C
.bar
cv water
°
C
.bar
Submenu inregelen warmtepomp
Item Instelling Omschrijving Opm.
Display “status” Display “cv water
<u>/<C> <0 -100> Regelventiel %
<0> Stand B regelventiel
<100> Stand A regelventiel
<u>/<F> <1> Ventilatortoerental 1
.... Instelbaar in stappen van 1
<15> Ventilatortoerental 15
<u>/<P> <1> Pompstand 1
.... Instelbaar in stappen van 1
<15>
07.98.91.985.1
Daalderop BV Lingewei 2 Bedrijvenpark Medel 2702 Postbus 7 4000 AA Tiel Nederland
Tel. +31 (0)344 636 500 Fax +31 (0)344 620 901 E-mail: info@daalderop.nl www.daalderop.nl
17


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Daalderop Daalderop CombinAir storingshandleiding at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Daalderop Daalderop CombinAir storingshandleiding in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 9,6 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Daalderop Daalderop CombinAir storingshandleiding

Daalderop Daalderop CombinAir storingshandleiding Manual - Dutch - 2 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info