07.98.91.853.0
Inspectie en reparatie
LET OP!
Stel de universeel- of
voltmeter juist in op wissel-
spanning (ac), of gelijk-
spanning (dc). Dit wordt
vermeld achter de te meten
spanning.
20
8 INSPECTIE MET UNIVERSEELMETER
Algemeen
Het juist elektrisch functioneren van de meeste componenten kunt u met behulp van een univer-
seelmeter controleren. De inspectie is in vier groepen opgesplitst:
• Spanningsmetingen laagspaningsgroep [8.1]
• Spanningsmetingen netspanningsgroep [8.2]
• Elektrische weerstandsmetingen laagspaningsgroep [8.3]
• Elektrische weerstandsmetingen netspaningsgroep [8.4]
8.1 SPANNINGSMETINGEN LAAGSPANNINGSGROEP
Algemeen
Bij het meten van de laagspanningsgroep kunnen de meetpennen van de universeel- of voltmeter
achter in de draadboomconnector gestoken worden. Bij iedere te meten component staat het
nummer van de connector en het bijbehorende pinnummer vermeld waarover u kunt meten. Op
het aansluitschema van het bedieningspaneel staan de connectors vermeld. Het zwarte drie-
hoekje, bij pin 1, wil zeggen dat daar de pinnummering begint. Op het aansluitschema van figuur
1 wordt dit nog eens verduidelijkt.
Verklaring toegepaste symbolen
• U spanning
• ac wisselspanning
• dc gelijkspanning
• V volt
• < kleiner dan
• > groter dan
Kamerthermostaat in geopende stand
Meetwaarde over K1 pin 1en 2:
• U > 15 V ac correct
• U < 15 V ac foutief
Indien de meting een fout aangeeft kan dit 3 oorzaken hebben:
- sluiting in het kamerthermostaatcircuit; bedrading controleren
- kamerthermostaat defect; themostaat vervangen
- regelunit defect; unit vervangen
Kamerthermostaat in gesloten stand
Meetwaarde over K1 pin 1en 2:
• U < 5 V ac correct
• U > 5 V ac foutief
Indien de meting een fout aangeeft kan dit 2 oorzaken hebben:
- onderbreking in het kamerthermostaatcircuit; bedrading controleren
- kamerthermostaat defect; themostaat vervangen