Installatievoorschrift
30
LET OP!
Gebruik nooit staal- of
messingborstels om de
warmtewisselaar of het
uitlaatgietstuk te reinigen.
LET OP!
Er wordt dringend aange-
raden bij de werkzaamheden
aan de warmtewisselaar een
stofmasker met een P3 filter
te gebruiken.
2. Inspectie van de branderunit
Neem de branderunit uit het toestel (fig. 28).
Ga hiervoor als volgt te werk:
a. Draai de wartelmoer van het gasinspuitstuk (4)
los (1 van fig. 28),
b. Draai de drie moeren (M6) van het inlaatgietstuk
(10) los (2 van fig. 28),
c. Neem de elektrische connectors los van de
branderunit,
d. Inspecteer de ontstekingselektrode (11). De
afstand tussen elektrode en brander (14) moet
8,5 mm zijn en die tussen elektrode en aardpen
4 mm (fig. 29),
e. Inspecteer de ionisatie-elektrode (9). De afstand
tussen pen en brander (14) moet 8,5 mm zijn
(fig. 29),
f. Neem de brander (14) uit het inlaatgietstuk (10)
en inspecteer het binnenrooster van de brander
op vervuiling. Reinig deze indien nodig met een
zachte borstel of met perslucht.
3. De warmtewisselaar
Inspecteer de warmtewisselaar (16) vanuit de bovenkant van het toestel.
Als de warmtewisselaar vervuild is dient deze gereinigd te worden.
• Reinig de ribben van de warmtewisselaar met een borstel.
Daalderop heeft hiervoor een speciale borstel voor de warmtewisselaar met
artikelnummer 93.98.12.410.
4. Luchttoevoer/ rookgasafvoersysteem
Zonodig reinigen.
07.94.12.025.00
Figuur 29: Afstelling ontstekingselektrode/
ionisatie-elektrode