12
WERKING VAN HET APPARAAT
Gebruik van het achterpaneel
1 AC IN 100-230V: Aansluitpunt voor de stroomkabel voor de voeding (100-230V) met de mee-
geleverde stroomdraad. Plug het passende einde van de netkabel in het
apparaat, voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
2 ANTENNA IN: Antenne-ingang voor de aansluiting van de antenne.
3 COAXIAL: Digitale coaxiale audio-uitgang voor aansluiting op een digitaal audio-appa-
raat (versterker/ontvanger). Wij wijzen u erop dat de versterker/ontvanger
compatibel moet zijn met Dolby Digital, MPEG en/of PCM (Raadpleeg voor
verdere informatie de instructies bij uw versterker/ontvanger).
4 AUDIO R/L: Analoge 2-kanaals-audio-uitgangen (witte/rode aansluiting) voor aanslui-
ting op een TV, AV-ontvanger, beamer of een stereosysteem.
5 VIDEO: Composite videouitgang (gele aansluiting) voor aansluiting op een TV met
een videoingang (CVBS, samengesteld video) met een audio/videokabel.
6 REGIOCODE: Geeft aan dat het apparaat is ingesteld op DVD-regiocode “2”.
7 ANTENNA OUT: Antenne-uitgang voor de aansluiting van de TV.
8 EXT2 AUX: SCART-aansluiting 2 voor de aansluiting van extra apparaten, bijv. een
DVD-speler, videorecorder, camcorder, satellietontvanger of decoder.
Gebruik voor de selectie de “SOURCE” toets en selecteer “Video 1” of
“S-Video”.
9 S-VIDEO: S-Video uitgang voor de aansluiting op een TV met S-Video ingang met
behulp van een S-Video kabel. De S-Video uitgang kan worden gebruikt in
plaats van de videouitgang om een hogere videokwaliteit te verkrijgen dan
de standaard composite video.
a EXT1 TO TV: SCART-aansluiting voor de aansluiting op de TV.